Luistert God wel? 5 lessen van koning David over gebed
1. Spreek oprecht
En zo zeg ik tegen God: ‘Mijn rots, waarom vergeet U mij?’ Terwijl heimwee mijn hart verteert, sarren mijn tegenstanders mij, heel de dag hoor ik zeggen: ‘Waar is die God van jou?’ (Psalm 42, 10-11)
Lang niet alle psalmen zijn dankliederen. Heel vaak ventileert David verdriet, angst en zelfs woede. Hij maakt zich in zijn gebed boos op God, die hij als afwezig ervaart. Maar hij blijft wel met hem praten.
Elk gevoel mag je bij God neerleggen alsof je tegen je beste vriend praat. Hoor je zijn antwoord niet? Voel je niets? Maak je dan niet meteen ongerust. God hoort jou wel. Blijf vertrouwen.
2. Durf te vragen
Ik riep U aan; o God, geef mij antwoord, leg uw oor te luisteren en hoor wat ik zeg. (Psalm 17, 6)
David weet hoe bijzonder hij is in de ogen van God. Hij durft dan ook voor Hem gaan staan in het volste vertrouwen dat Hij voor hem klaar staat. Eigenlijk sta je versteld van zijn directheid. Zou jij zo tot God durven spreken? Maar voor David bestaat er weinig of geen afstand, terwijl diezelfde God hem ook vervult van ontzag.
3. Ken God
Omwille van uw naam, Heer, zult U mijn schulden vergeven, al zijn zij nog zo groot.(Psalm 25, 11)
David vraagt niet alleen dat God hem helpt, hij wéét dat God hem helpt. Hij wist wie God was en wie hij zelf was in diens ogen.
En ook al uit hij geregeld zijn ongeduld wanneer hij die hulp niet ervaart, toch bevestigt David het vermogen en de wil van God om dat te doen. Hierin schuilt de hoop van zijn soms hartverscheurende (en zo herkenbare!) smeekbedes.
4. Dank God, uit liefde
U, Heer, wil ik prijzen onder de volken, over U wil ik zingen bij alle naties, want tot aan de hemel reikt uw liefde, tot in de wolken reikt uw trouw. (Psalm 57, 10-11)
Vragen, smeken, schreeuwen. Alles mag bij God. Maar het mooiste is misschien nog zingen van blijdschap zoals David in deze psalm doet. Hier dankt hij Hem terwijl zijn hart overstroomt van liefde. Bidden is ook geloven dat je al gekregen hebt wat je vraagt.
5. Geef hoop het laatste woord
Waarom, mijn ziel, zo moedeloos? Waarom zo vol zelfbeklag? Wacht toch op God: eens komt de dag dat ik danken mag mijn God, mijn redding. (Psalm 42, 6)
Al uit David geregeld zijn frustraties, hij geeft ze nooit het laatste woord. Hij laat zijn emoties de vrije loop, en roept ze dan weer een halt toe: Kalm toch, mijn ziel. Vertrouw op God.
Geloven dat God aan het werk is zonder dat je het ziet, dat duidt op een volwassen geloof.