Mark Van de Voorde: 'Dit was mijn stilste Stille Week ooit'
Altijd zijn de dagen tussen Palmzondag en Pasen dagen waarin mijn leven een pas op de plaats maakt en ik stil wil vallen. Maar stilvallen is ook een vorm van drukte, zeker met de vieringen van die week. Dit jaar echter was het dubbel stil: binnen en buiten, in doen en denken, in zien en horen.
De stilte van die week fluisterde luider dan anders de vraag: waarom, waarvoor en waartoe leef je?
Met Witte Donderdag geen grote tafel in de kerk waarrond we allen zitten, dicht bij elkaar en dichter bij het breken van het brood en het delen van de beker. Ook geen voetwassing. En toch, nog nooit was voor mij de betekenis van de voetwassing zo duidelijk als nu: in de zorg van zo velen voor de slachtoffers van het virus.
De afwezigheid van gemeenschap richtte mijn inwendige blik meer op wat na het Laatste Avondmaal plaatsgreep in Getsemane, aan de voet van de berg van lijden: het eindeloze wachten, het innerlijke gevecht, het smekende gebed, de drukkende verlatenheid, de uiteindelijke overgave.
Schuldig en onschuldig lijden
Met Goede Vrijdag geen Kruisweg in de kerk en geen Kruisverering. Maar wel een eigenzinnige reflectie bij het evangelie van Jezus' kruisdood. Christus werd terechtgesteld tussen twee misdadigers. We noemen die ene moordenaar goed, omdat hij vergiffenis vroeg voor zijn daden. Heden zult gij met Mij zijn in de hemel, antwoordde Jezus. Vergeving doet leven. Zonder vergeving van zijn schuld kan de schuldige niet leven, want hij verliest alle zelfachting. De andere noemen we de boze moordenaar, omdat hij volhardt in de boosheid en de vergeving weigert.
Dit jaar zag ik iets anders in het verhaal van de twee kruisen. Het lijden van Christus is niet exclusief zijn lijden, het is ook inclusief ons lijden.
Zijn kruis staat tussen onze kruisen.
De zin van de kruisdood van de Heer is tweeërlei: Hij neemt, vergevend en bevrijdend, de schuld van ons over (Hij draagt de zonden van de wereld) en Hij is, medelijdend en verlossend, bij ons in tegenslag en pijn (Hij draagt het lijden van de wereld).
Ons lijden hangt immers aan twee kruisen: dat van het schuldige kwaad, de fouten die we plegen, en dat van het onschuldige kwaad, het leed dat ons overvalt. Mag ik het kruis van die goede moordenaar dan het kruis van het onschuldige lijden noemen? Dat onschuldige lijden is het lijden waar we geen weg mee weten, geen verklaring voor vinden. Dat lijden noemen we terecht onrechtvaardig.
Het is aan dat kruis dat het wereldwijde coronalijden van de voorbije weken en de nog komende weken hangt. De hele wereld gaat gebukt onder dat kruis. Maar ook dat kruis neemt Christus over op zijn kruis. Medelijdend en verlossend.
Nieuwe vruchten aan de wijnstok
Stille Zaterdag, nog stiller dan anders, heb ik intenser beleefd: in de stilte waakt de dood, maar ook (her)opstanding wacht er ook. De Paaswake uit Westvleteren liet dat horen en hopen, maar de afstand sloot de kring niet op anderhalve meter van mijn scherm.
En dan Pasen. Zalig Pasen. Toch. Ons huis is nog op slot maar niet ons hart, want de steen is weggerold.
Ik weet het: ik zag het in de dienst op tv en hoorde het in de boodschap van de paus. Maar Pasen was dit jaar vooral de stilte van mijn tuin, zoals toen bij het ochtendgloren toen zij naar het graf gingen met de geurige olie die ze hadden bereid. De lentebloemen in mijn tuin geurden ook, een parfum dat zei: De steen is weggerold, het graf is leeg, de gekruisigde verrezen. De 'steen' die mijn huis afgesloten heeft, wordt straks ook weggehaald.
Het graf waarin wij ons gedoken houden, mogen wij dan ook verlaten. Het kruis van al het leed van mensen hier en elders daarentegen kan en mag ik niet vergeten, maar wil en moet ik leggen op Zijn kruis. Ik geloof en wil ook hopen dat Zijn verrijzen ook het onze worden zal en evenzeer dat straks het volle leven hier op aarde herrijzen kan.
Het zal wel toeval zijn, maar op Goede Vrijdag sprongen de eerste knoppen van mijn druivelaar open in minuscule blaadjes. Met Pasen stonden de blaren open. Mooier moment kon niet. De lente breekt uit de lockdown van de winter. Pasen wekt tot leven.