Marleen (63) en Paul (68) namen vluchteling in huis: ‘Open hart en open huis veranderen je leven’
Marleen (63): ‘Niemand verdient het op straat te leven’
Marleens band met Ethiopië/Eritrea begon toen ze nauwelijks vier of vijf jaar was. ‘In Vilvoorde, waar ik geboren ben en bleef tot na mijn studies, liep een lange, heel slanke, zwarte man rond. Mijn grootmoeder vertelde dat het een Ethiopïer was. Later, in het vijfde leerjaar, kreeg ik les van een jonge Ursulinenzuster, die ons de Ethiopische kalender uitlegde. Die verschilt weliswaar zeven jaar met de onze, maar voor de rest zijn er heel wat gelijklopende verhalen uit de Bijbel.’Vanaf haar veertiende droomde Marleen ervan na haar studies verpleegkunde naar Afrika te gaan om er ontwikkelingssamenwerking te doen. Eerst een lief en later kinderen maakten echter dat ze er nooit geraakte. Enkele jaren geleden kreeg ze evenwel de kans om haar passie te herontdekken.
Droom die uitkomt
'Twee jaar geleden werd ik gecontacteerd door twee vriendinnen van mij, die in Duinkerke in de ‘jungle’ vrijwilligerswerk doen en van daaruit een vzw opstartten om mensen te helpen die na hun procedure in ‘t Klein Kasteeltje in Brussel geen plaats toegewezen krijgen en op straat belanden. Ze zochten iemand die op zoek kon gaan naar huizen. Want voor erkende vluchtelingen die de wetgeving niet kennen en onze taal niet machtig zijn, is die zoektocht haast onbegonnen werk.’
Daartoe wilde Marleen, die inmiddels al 26 jaar in Menen woont, zich wel engageren. ‘Als vrijwilliger welteverstaan’, verduidelijkt ze meteen. ‘Als gevolg van een lange periode van invaliditeit zit een betaalde baan er voor mij helaas niet meer in en moet ik me tot aan mijn pensioen, in 2027, beperken tot ‘vrijwilligerswerk’.
Ook mijn kinderen en kleinkinderen sloten hem inmiddels in de armen
Algauw kreeg Marleen drie Eritrese mannen onder haar hoede en ging ze voor hen op zoek naar een woonst. ‘In diezelfde periode las ik op Facebook een bericht over Orbit vzw en het project Samenhuizen. Er werd een verhaal verteld over een gepensioneerd koppel dat een vluchteling in huis had genomen en daarover heel tevreden was. Ik dacht onmiddellijk: dat is iets voor mij! Zo ging de bal aan het rollen.’
Dankzij de administratieve hulp van projectmedewerker Gilles Salem van vzw Orbit woont er inmiddels al meer dan een jaar een Eritreeër bij Marleen in en daar heeft ze nog geen seconde spijt van. ‘Ook mijn kinderen en kleinkinderen sloten hem inmiddels in de armen. We doen vaak dingen samen, zoals met Pasen eieren rapen en daarna gezellig samen eten. Hij noemt mijn kinderen zijn ‘broers en zussen’ en mijn kleinkind zijn ‘neefje’. Toen de lessen Nederlands afgelopen zomer twee maanden stil lagen, gaf mijn kleinzoon van acht hem taalles. Zalig toch hé?’
Duidelijke afspraken
Waarom het samenleven en -wonen met de man uit Eritrea zo vlot loopt? ‘Ik beschouw hem, en de ongeveer zeventig andere mensen die ik vandaag begeleid, als een deel van mijn familie’, beklemtoont Marleen. ‘Zoals een ‘mama’ haar volwassen kinderen helpt in hun leven, zo help ik hen. Niet voor niets word ik soms ‘mami’ genoemd.’
Een open hart en open huis kunnen levens veranderen
‘Ja, ik laat mensen vrij dichtbij komen’, geeft Marleen toe. ‘Op voorwaarde dat ze respect tonen en eerlijk zijn. Ik ben niet naïef en ik ken de mogelijke gevaren, maar ik ben niet bang en belandde eerlijk gezegd nog nooit in een bedreigende situatie. Wie niet in de groep past, verdwijnt vanzelf door het stellen van strikte grenzen. Als ik één tip mag geven aan mensen die overwegen iets gelijkaardigs te doen, dan is het om duidelijke, en vooral schriftelijke, afspraken te maken. Dat geldt ook voor andere vormen van samenwonen, zoals co-housing en zorgwonen. Voor mij is het in elk geval een waardevolle ervaring, die aantoont dat een open hart en een open huis levens kunnen veranderen en mensen dichter bij elkaar kunnen brengen.’
Paul Proost (68): ‘Gastvrijheid is een christelijke plicht’
‘Wanneer je Jezus ontmoet in en doorheen het boek van zijn leven, raakt zijn Boodschap je in je hart. Dan kan je niet stil blijven zitten. Dan wil je iets gaan doen, omdat je op Hem vertrouwt en met Hem anderen gelukkig wil maken.’
De tekst van federatie KANA vormt voor Paul Proost de drijfveer om zich in te zetten voor vluchtelingen. Acht jaar geleden richtte de gepensioneerde schooldirecteur Paul Proost uit Kasterlee mee de Marrakeshgroep op. Die bestaat vandaag uit een twaalftal vrijwilligers die nieuwkomers in de regio Turnhout, en inmiddels ook in heel Vlaanderen, vanuit een christelijke inspiratie nabij zijn. ‘We proberen de mens te ontdekken achter ‘de vluchteling’ en dat los van ras, taal, godsdienst of gender’, legt Paul uit. ‘De inzet gebeurt dan ook op alle mogelijke terreinen. Vanuit een wederzijds respect proberen we een goede vertrouwensband op te bouwen en worden vriendschapsbanden van lange duur gesmeed.’
De gastvrijheid en barmhartigheid die de vrijwilligers van de Marrakeshgroep belangrijk vinden uit zich onder meer in het in huis nemen van vluchtelingen. De afgelopen jaren had Paul het voorrecht – zo noemt hij het zelf - om Syriërs, een Eritreër en een Rwandese vluchteling te mogen onthalen in zijn huis. ‘Mijn huis, is jouw huis’, vormt daarbij het uitgangspunt. Vanuit zijn geloofsovertuiging verwijst hij graag naar het bijbelcitaat in de Brief aan de Hebreeën:
En vergeet de gastvrijheid niet; door haar hebben sommigen zonder het te weten engelen onthaald. (Hebreeën 13,2)
‘Vaak ontstaat er door een toeval, een samenloop van omstandigheden of een ontwapende blik en écht oogcontact, een menselijk contact met een nieuwkomer. Hij of zij heeft meestal geen recht op steun van de overheid, mag niet werken, kan ook geen opleiding volgen en is dus volledig afhankelijk van de goodwill van anderen.’
Blikverruiming
‘Samen-leven met een nieuwkomer schept heel wat kansen tot blikverruiming’, meent Paul. ‘Iedere vluchteling brengt een rugzak aan verhalen en ervaringen met zich mee, die gaandeweg gedeeld worden naarmate het wederzijdse vertrouwen groeit. Aanvankelijk verloopt de communicatie vooral met oogcontact, mimiek en lichaamstaal, maar middelen zoals Google translate en andere vertaalapps zijn soms een hulp. Door het algemeen Nederlands bewust traag te gebruiken, merk ik dat nieuwkomers op korte tijd enorme stappen vooruit doen.’
Iedere vluchteling brengt een rugzak aan verhalen en ervaringen met zich mee
Samen-leven vergt evenwel afspraken maken, over samen eten, de dagindeling, het verrichten van huishoudelijke taken of het doen van activiteiten. ‘Zo houdt Aimable, een Rwandese vluchteling, heel erg van dieren en was het vlug duidelijk dat hij graag de zorg voor drie ezels op zich wilde nemen’, vertelt Paul. ‘Het is mooi te zien en te horen hoe hij in zijn taal met de dieren communiceert en liederen uit zijn land zingt. Samen met hem oefen ik wekelijks de liederen van de weekendviering in het Nederlands, als extra taaloefening, en vervolgens zingen we die samen voor in de kerk. Zowel voor mij als voor hem is dat telkens een bijzonder moment. Ook samen een maaltijd bereiden vind ik bijzonder.’
Verdriet bespreekbaar maken
Samen-leven houdt evenwel ook beperkingen in en vraagt rekening houden met elkaar. ‘Je verliest een stukje privacy,’ geeft Paul toe, ‘maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd. ‘Toen ik enkele weken geleden onverwacht een heelkundige ingreep onderging, stonden Aimable en andere nieuwkomers meteen klaar om te helpen. Als je samenleeft, deel je vreugde, maar ook verdriet. Behalve de knagende onzekerheid over procedures en het tergend lang wachten op een antwoord is er ook het gemis van familie en de vele herinneringen aan het thuisland. Soms volstaat het te luisteren, het verdriet toe te laten en te wachten tot het bespreekbaar wordt. Waar mensen elkaar waarderen en opkomen voor elkaar, daar is God aanwezig. Daar groeit genegenheid, liefde, geborgenheid en vrede.’
Waar mensen elkaar waarderen en opkomen voor elkaar, daar is God aanwezig
‘Samenleven met een nieuwkomer wekt soms ook gezonde interesse op’, merkt Paul op. ‘Via mijn engagement komen vrienden, kennissen, parochianen en familieleden rechtstreeks met een vluchteling in contact. Daardoor worden ‘muren’ gesloopt en evolueren reacties van ‘Pas maar op wat je doet in huis...’ naar ‘Hoe gaat het met Aimable?’. Zo maken vooroordelen, wantrouwen en angsten stap voor stap plaats voor een warm menselijk contact en worden ‘muren’ gesloopt.'
Meer over het project Samenhuizen van vzw Orbit via gilles@orbitvzw.be