Mens worden is een ontmoeting die de belofte in jezelf aanspreekt
Door Piet Raes, filosoof, educatief medewerker van ccv in het bisdom Gent
De wet van het leven is dat de sterkste wint. De wet van de menselijkheid is dat de zwakste recht wordt gedaan. (Marguérite Léna)
Een zestal weken voor het einde van het Tweede Vaticaans Concilie, op 28 oktober 1965, publiceert de katholieke kerk de verklaring Gravissimum educationis momentum, over de christelijke opvoeding. De tekst leest als de grondwet van katholiek onderwijs. Derhalve stelt deze heilige kerkvergadering enkele grondbeginselen over de christelijke opvoeding in het licht, vooral in de scholen.
Wat zijn die grondbeginselen en hoe worden ze concreet op een katholieke school?
Universele rechten van de mens en het bijzondere project van de katholieke school
De universele insteek van de tekst valt meteen op. Recht op opvoeding is een mensenrecht. Alle mensen, van welk ras, welke stand of leeftijd ook, hebben krachtens hun menselijke persoon een onvervreemdbaar recht op opvoeding, schrijven de concilievaders. En ook de katholieke school heeft een universele opdracht, een taak die ze deelt met alle andere scholen. De katholieke school streeft, in niet mindere mate dan andere scholen, cultuurdoeleinden en de humane vorming van jongeren na.
Eigenheid van een katholieke school
Maar waarin schuilt de eigenheid van een katholieke school? Heeft ze wel een eigenheid, als ze dezelfde doelstelling heeft als alle andere scholen? Theologisch gesproken is het antwoord kort en helder.
Op een katholieke school staat de humane vorming in het teken van de humaniteit van Jezus Christus.
In filosofentaal klinkt dat als: de zin van het leven is leven geven aan anderen (Jean Vanier). Alleen, een katholieke school is een school. Het is een plaats van vorming en opleiding. En dus moeten die theologische bron (de persoon van Jezus) en dat filosofische perspectief (aandacht voor zin) een pedagogische vorm krijgen.
De christelijke eigenheid moet voelbaar worden in de kerntaak, in de dagelijkse realiteit van opvoeden en onderwijzen.
De opdracht is om de praktijk van les, speeltijd, toets, uitstap, evaluatie, klasgesprek, sanctie, overleg, enzovoort te bezielen. En dus, schrijven de concilievaders in 1965, is het eigen aan een katholieke school om een milieu in de schoolgemeenschap tot stand te brengen dat bezield wordt door de evangelische geest van vrijheid en liefde.
Een spirituele consensus tot stand brengen
De Franse filosofe Marguérite Léna bouwt op dat inzicht verder. De eigenheid van een katholieke school ligt in een evangelische bezieling van een pedagogische praktijk. Natuurlijk heeft een katholieke school niet het monopolie op dat getuigenis, schrijft ze in haar prachtige boek L’esprit de l’éducation.Veel geëngageerde christenen in het publieke onderwijs leggen er op hun manier getuigenis van af, soms in omstandigheden van eenzaamheid die het getuigenis net vitaliteit geven. Het voorrecht van een katholieke school is echter dat ze aan dat getuigenis een collectieve vorm kan geven: een katholieke school steunt op de spirituele consensus van leraren en opvoeders.
Enorme kans voor katholiek onderwijs
Natuurlijk zijn gelovige doorschrijvers van het evangelie onmisbaar op een katholieke school. Maar de spiritualiteit die in het evangelie de weg wijst, kan vele leraren en opvoeders van goede wil appelleren. De consensus waarover Léna schrijft, slaat op de bereidheid om actief mee te werken aan de spirituele missie van de school.
Hier ligt in 2016 een enorme kans voor het katholiek onderwijs. Aan de ene kant hebben secularisatie en pluralisme ervoor gezorgd dat die spirituele consensus niet langer een gegevenheid is. Aan de andere kant biedt net die onbestemde realiteit ook de kans om, bescheiden maar appellerend, de pedagogische waarde van een evangelische geest ter sprake te brengen.
Anders gezegd: het einde van de grote verhalen in onze cultuur kan ook het begin zijn van een bewuste keuze voor de kwetsbare kracht van het christelijke verhaal op school.
Maar waar beginnen? Welke woorden zouden pedagogisch van betekenis kunnen zijn?
Belofte en kwetsbaarheid
Het eerste woord is belofte. Want de belofte is de pedagogie van God in de Bijbel: Ik zal er zijn voor u, antwoordt God op de vraag naar zijn identiteit. Die naam is een engagement. Ook als jullie je van mij losmaken, Ik laat jullie nooit los. Zo schonk God het volk van Israël hoop. Zijn belofte liet toe om met vertrouwen naar de toekomst te kijken. Wat een inspiratiebron om de relatie tussen leraar en leerling betekenis te geven! Wat een uitdagend perspectief om op te voeden.
Wie verlangt niet om te horen dat de toekomst nooit afgesloten is?
Het sociale en het politieke leven zouden onmogelijk zijn zonder de belofte, schrijft Marguérite Léna, de belofte zit in het contract, in de overeenkomst, in het verdrag, in de afspraak. Dat zijn beloftes die wij zelf maken. Maar er zijn ook beloftes die het leven ons schenkt. Wel nu, een kind dat is een belofte die het leven ons schenkt. En het zal tijd en geduld vragen om die belofte te ontcijferen.
Kinderen zijn geen scherm waarop je als ouder, opvoeder of leraar je eigen droom kunt projecteren. Ze zijn een vraag die je uitdaagt om een antwoord te geven dat hen helpt groeien.
Het tweede woord is kwetsbaarheid. De beloftevolheid van de mens hangt vast aan zijn afhankelijkheid. Om te groeien hebben we de ander nodig. Maar ook om mens te worden, moet iemand de belofte in onszelf aanspreken. Niemand trekt zich aan de eigen haren uit het moeras. God kan niet anders dan trouw en geduldig zijn. Hij ís Liefde. Maar de mens kan wel ontrouw zijn, aan zichzelf, aan de ander, aan God. Ik doe niet het goede dat ik wil, bekent Sint-Paulus ootmoedig, maar het kwade dat ik niet wil. De beloftevolheid ligt verscholen in de kwetsbaarheid. We hebben dus anderen nodig die met geduld, tact en wijsheid helpen om een vrije en verantwoordelijke mens te worden. Help mij dat ik het zelf kan!, vatte een leerling het ooit samen.
Expert in humaniteit
Zoals elke school streeft een katholieke school humane vorming na. Die missie zou je ‘expert in humaniteit’ kunnen noemen. Maar dat streven neemt een katholieke school op vanuit de paradoxale menselijkheid van Jezus:
de mens heeft niet aan de mens genoeg om ten volle mens te worden.
Met de woorden van Blaise Pascal: L’homme passe infiniment l’homme. Vanuit die spirituele kern zoekt een katholieke school een consensus te bouwen.
Door Piet Raes,filosoof, educatief medewerker van ccv in het bisdom Gent