Mijn favoriet gebed? Een overdenking bij Psalm 139
Na Van Allerheiligen tot Kerstmis, bidden in tijden van afstand en verwarring en Van Maria Lichtmis tot Pinksteren biedt uitgeverij Adveniat opnieuw een bundeling van gebeden en commentaren bij de tijd van het jaar. Voor Van Drie Engelen tot Driekoningen, bidden om betere tijden mocht Kerknet-redactrice Lieve Wouters een gebed kiezen en becommentariëren, naast onder meer Anselm Grün, Wil Derkse, Thomas Quartier, Kris Gelaude en Katharina Michiels. Lees haar bijdrage als smaakmaker.
Denken vanuit de liefde, kijken met Gods ogen
Lieve Wouters • Voor het geboortekaartje van onze jongste zoon kozen we een vers uit Psalm 139: Wonderbaarlijk is het wat U gemaakt hebt (vers 14). Ook nu hij een kloeke tiener wordt en de schattigheid stilaan plaats ruimt voor al wat verder nog menselijk is, kunnen we ervan staan kijken hoe wonderbaarlijk dit mensje is. Uniek, en tegelijk niet meer of minder wonderbaarlijk dan zijn grote broer. Of dan u, beste lezer.
Elk leven is zo’n bijzonder goed. Het staat iedereen vrij om daarin al dan niet Gods hand te zien. Maar ook wie het nuchter als een evolutionair gegeven beschouwt, voelt tot in zijn kleine teen de liefde gloeien bij de geboorte van een kind.
Die liefde is het wonder. Verder hoeven we het niet te zoeken, want God ís liefde. We verstaan elkaar.
Die God van liefde mag mij door en door kennen, van ingewanden tot schamel uiterlijk vertoon. Mijn doen en laten, mijn vluchten en twijfelen. Beklim ik de hemel, Gij zijt in de hemel, daal ik af in de aarde, daar vind ik U ook (vers 8). Van niemand zou ik verdragen dat ik er zo volledig in ondergedompeld ben – hoe versmachtend! – maar wel van de liefde, wonder van wijsheid dat mij te boven gaat (vers 6).
Psalm 139 is een ode aan de liefde, als de beschermende hand van een ouder op het hoofd van een kind. Hult het zich gekrenkt in boosheid, voor zijn beschermer is de nacht even licht als de dag, de duisternis even stralend als het licht (vers 12). Geduldig praat, kietelt of knuffelt hij het kind uit zijn zelfgekozen isolement.
Het komt er soms op aan om God op zijn woord te geloven, net zoals in de adembenemende song van Lauren Daigle:
- You say I am loved when I can't feel a thing
You say I am strong when I think I am weak
And you say I am held when I am falling short
And when I don't belong, oh You say I am Yours
And I believe (I)
Oh, I believe (I)
What You say of me (I)
God bestaat niet, want ik voel hem niet, zegt onze zoon, diezelfde wonderbaarlijk gemaakte. Lauren Daigle leert haar fans om voorbij die grens van het waarneembare te kijken. Jij zegt me dat ik sterk ben als ik me zwak voel. En … ik geloof wat jíj van me zegt.
God kent me beter dan ik mezelf ken, daarom mag ik op zijn oordeel vertrouwen.
En wat weet ik van hem? Wat kennen wij van de liefde en haar wonderbaarlijke kracht? Hoe rijk zijn uw gedachten, God. Hoe eindeloos in aantal (vers 16).
Op het einde zoekt de dichter de tegenstelling op. Van loflied op de liefde worden we plotseling naar de diepste haat gevoerd. Kan verwarrend klinken voor de nuchtere lezer in deze extreem nuchtere tijden. Maar is de tegenstelling niet ook vandaag nog een veel gebruikte stijlfiguur? Het is een van de kenmerken van de Bijbelse (Hebreeuwse) taal.
Als we de Bijbel lezen met Jezus als leessleutel, weten we dat het niet de bedoeling kan zijn om de lezer aan te zetten tot haat jegens andere mensen.
Hij was de eerste om de dialoog te zoeken met andersgezinden. Denk maar aan Paulus, de ergste vervolger van de eerste christenen aan wie Hij verscheen met een eenvoudige vraag: Waarom vervolg je Mij? We moeten die haatpassage dus anders lezen. Misschien gaat het over de afkeer voor de oppervlakkige redeneringen in de aard van die van mijn zoon: Ik voel het niet, dus het bestaat niet. En dat soort redeneringen is ook mij niet vreemd.
Leren denken vanuit de liefde, kijken met Gods ogen, dat komt maar tezamen met het gebed.
Leid mij voort op die weg (vers 24).
Van Drie Engelen tot Driekoningen. Bidden om betere tijden, [red. Leo Fijen], Adveniat, 2021.