Missie en dekolonisering - de mening van Jeanne Devos
In zijn boek Missionarissen. Geschiedenis, herinnering, dekolonisering inventariseerde Idesbald Goddeeris alle standbeelden en straatnamen, een indrukwekkende lijst van 323 publieke eretekens, waarin pater Damiaan een grote rol speelt. Hij verwondert zich erover dat het debat over dekolonisering niet over het missieverleden gaat.
Jeanne Devos ging zelf in 1963, op haar 28ste, als zuster van De Jacht naar (het toen al onafhankelijke) India. Ze stichtte er onder meer een emancipatiebeweging voor huispersoneel. In 2000 ontving ze daarvoor een eredoctoraat van de KU Leuven. We vroegen haar naar haar kijk op de rol van missionarissen in kolonisering en dekolonisering.
Ook jij staat in de inventaris van Idesbald Goddeeris. Wat vind je daarvan?
Jeanne Devos • Ja, het Jeanne Devospleintje in Leuven. Ik ben er eigenlijk niet zo gelukkig mee. Toen ik ervan hoorde, heb ik meteeen voorgesteld om het Solidariteitsplein te noemen. Of Waardigwerkplein. Het is een volkse buurt waar veel arbeiders wonen, dus dat past daar. Het zijn evangelische waarden waar ik mij voor heb ingezet. Dat zou ik liever zien. Maar ik haal het niet. Waarom wil men er liever een naam op plakken?
Hoe kijk je naar de kritiek op een figuur als pater Damiaan?
Die beschrijving van Damiaan als een radertje in de koloniale machine, vind ik jammer. Voor mij wordt zijn diep menselijke keuze om het leven van doodzieke mensen te delen, op die manier naar de zijlijn geschoven. Hij was zeker een kind van zijn tijd, maar kun je hem verwijten dat hij het systeem niet in vraag stelde? Heeft hij niet het isolement van die mensen doorbroken door er een samenleving uit te bouwen en opgebokst tegen alle weerstand, zelfs bij zijn eigen oversten? En verzette hij niet hemel en aarde om aandacht te krijgen voor het lot van de zieken?
Zo verschuif je het mooiste van het schilderij naar hoek van de lijst.
Maar het is natuurlijk goed dat we samen reflecteren over wat een juiste missiehouding en antwoord is vandaag. In onze congregatie hebben we nooit opgehouden daar telkens opnieuw samen over na te denken en onze aanpak te vernieuwen en aan te passen aan nieuwe omstandigheden en noden van de wereld.
Wat betekende missionering voor jou, vroeger en nu?
Ik ben naar India in 1963, nog voor studentenbeweging van mei 68. Toen was missie: Ik ga blijde boodschap brengen voor de armen. Zo zie ik het nog altijd, maar anders ingevuld. Niet meer als het eenrichtingsverkeer van toen. Eenmaal in India besefte ik: Hier ontdek ik pas die boodschap! Hier leeft solidariteit echt!
De bevrijdingstheologie en de mensenrechten beïnvloedden onze reflectie. Allerhande emancipatiebewegingen, inzet van individuen en groepen, zagen het daglicht: voor Dalit, vrouwen, huispersoneel. Mensen recht doen, niet meer of niet minder. Daar ging het om.
Ik heb nog kinderen gedoopt omdat ze stervende waren. Nu zouden we dat niet meer doen. De hemel begint hier.
Missionering is voor mij in drie punten samengevat:
- Gezonden worden, zoals in Exodus 3: Ik heb de nood van mijn volk gezien. Ik zend u. En dan kiezen voor de meest kwetsbaren.
- Bevrijding, ik verwijs weer naar Exodus: Set my people free, oftewel het bevrijdende Sta op! uit het evangelie.
- Verbondenheid met de hele kerk en met anderen en dé Andere, de Ik zal er zijn.
Goddeeris schrijft dat missionarissen Afrikanen een minderwaardigheidscomplex bezorgden door een westerse cultuur, vreemde religie en eurocentrisch wereldbeeld mee op te leggen. Overdreven?
Die bewering klinkt heftig, maar ik heb geen ervaring met Afrika. Ik durf ze dan ook niet tegen te spreken wat Afrika betreft. Veel missionarissen – ik aanvankelijk ook – zijn vertrokken vanuit het idee: we willen de mensen het beste brengen. De intentie was daarom nog niet verkeerd. Maar in Oosterse landen als India of China moest je met zo'n houding niet aankomen. Die pretentie werd je gauw afgeleerd.
Ik heb er met mijn handen leren eten, want een vork vonden Indiërs niet netjes. Oké, dan doe je dat. Je laat je gewoontes los.
Zo ontdek je dan ook de positieve waarden van de andere cultuur. Natuurlijk heeft de kerk ook in Azië westerse uitdrukkingen en vieringen doorgegeven, maar in de hele samenleving bleef de lokale cultuur toch domineren.
India staat centraal in de campagne van Missio deze maand. Wat kan een missionaire kerk daar betekenen?
Als ik kijk naar missionarissen vandaag in India, dan kan ik je verzekeren dat ze zeker geen deel uitmaken van het systeem. De laatste jaren zijn meerdere christenen vermoord, onder wie verschillende lokale en buitenlandse missionarissen. Denk maar aan zuster Rani Maria, die opkwam voor rechten van mijnwerkers. Ze werd bij klaarlichte dag op de bus vermoord. Of zuster Valsa van de zusters van Liefde. En broeder Stan Lourdusamy, onlangs vermoord vanwege zijn inzet voor de adivasies. In India is de kerk sterk in inzet voor en bevrijding van de armen.
Je hebt Moeder Teresa nog gekend. Haar aanpak was anders dan de jouwe.
Voor Moeder Teresa was naastenliefde het begin en einde van haar missie. En zoals ze zelf zei: Ik oordeel niet. Daar was ze zo radicaal en consequent in, tot het uiterste! Ik waardeer haar daar heel sterk voor. Ik ben anders. Ik oordeel wel. Zien, oordelen, handelen, dat was het devies dat ik volgde. Pater Damiaan spreekt me daarom sterker aan.
Het mooie aan het boek van Goddeeris is wel dat hij oog heeft voor de diversiteit onder missionarissen. Mocht er inderdaad een romantisch beeld van dé missionaris bestaan, dan is het goed dat dit genuanceerd wordt.
Hoe kijk je naar de cancelculture, het weghalen van beelden en andere markers van vroegere helden?
Ik begrijp het protest voor een stuk, al vind ik dat je die markers in een historisch kader moet zien. Maak daar geen identiteitsdebat van.
We kunnen meer kleur en diversiteit in het straatbeeld brengen door de geschiedenis van vandaag te maken met de mensen van vandaag.
Wat kan missionering vandaag nog betekenen?
Tegenwoordig wordt vaak gesproken over missionarissen in de verleden tijd. Alsof het een uitstervende soort is. Het is niet omdat er minder of op een bepaald moment geen Vlaamse missionarissen meer in het buitenland zouden zijn, dat er geen missie meer is.
Missie is altijd wederkerig. Vandaag stuurt Vlaanderen zijn zonen en dochters niet meer zozeer uit, maar we ontvangen ze.
De missionarissen die uit Afrika, Polen of Latijns-Amerika naar ons komen, bekijken hun zending ook weer heel anders. En dan zijn er de vele leken natuurlijk, die missionair zijn door te kiezen voor de meest kwetsbaren, mensen te laten opstaan uit hun miserie, en waardigheid en verbondenheid te scheppen.
En spreken over Jezus?
De vele namen die Jezus gaf – de Weg, de Waarheid en het Leven, levend water, gedeeld brood – kregen voor mij meer en diepere betekenis. Ik ontdekte ook dat ze onder andere namen bestaan in andere godsdiensten.
In onze beweging voor huispersoneel werkten we van in het begin met andere godsdiensten en spraken we amper over geloof. Op een dag kwam het eens zijdelings ter sprake. Dat zou ik Voorzienigheid noemen, zei ik spontaan bij een voorval. Bharati, die hindoe is, zei: Dat zijn de energielijnen in het universum die samenwerken als het is voor het welzijn van anderen. En Maya, een Parsee, vulde aan: Ik zou dat het Blijvende Vuur noemen.
Bleek dat iedereen een andere naam had voor iets wat toevallig lijkt, maar waarvan we aanvoelden dat er meer achter zat. We zijn dan vaker beginnen delen over godsdienst, zonder elkaar te willen beïnvloeden. Dat heeft mijn geloof enorm verrijkt. En ik denk dat hetzelfde ook gold voor de andere vrouwen.
Idesbald Goddeeris, Missionarissen. Geschiedenis, herinnering, dekolonisatie, Lannoo Campus, 2021.