Een moeder is vaak een eerste doorkijkje naar God
Moeders heb je in soorten. Er zijn knuffelmoeders en praatmoeders. Er zijn moeders die helemaal opgaan in koken en kleertjes naaien voor hun kroost en andere moeders, die het zorgen liever beperken tot een paar uur per dag.
Er zijn moeders die alles weten van hun kinderen, of dat toch denken.
En er zijn moeders die hun kinderen elke dag een paar uur volslagen kunnen vergeten en daarna zichzelf veel betere moeders voelen. Er zijn moeders die nooit boos worden op hun kinderen en moeders die hun kroost af en toe wel eens de nek kunnen omdraaien. Er zijn moeders die urenlang enthousiast meespelen met hun kinderen en andere moeders die tijdens een spelletjes stiekem hun berichtjes checken.
Er zijn moeders met een partner die meevadert of –moedert en moeders die het in hun eentje proberen te rooien.
Er zijn strenge moeders en moeders die alles goedvinden en een heleboel moeders daar ergens tussenin. Er zijn moeders die levenslang blijven zorgen en redderen en moeders die dolblij zijn dat hun kinderen eindelijk volwassen zijn en voor zichzelf kunnen zorgen.
Er zijn moeders met volle-nest-stress en moeders met het lege-nest-syndroom.
Er zijn moeders mét kinderen en moeders zonder kinderen, soms tot hun groot verdriet. Die laatsten moederen dan over hun collega’s, hun vrienden of hun buren, of zijn vol overgave tante of meter. Maar allemaal geven die moeders het beste van zichzelf, in dagelijkse dosissen.
De ene dag lukt het al beter dan de andere, maar ze blijven proberen en ze slagen er vaak ook in. Kinderen met zo’n moeder hebben een onvervangbare ervaring van vastheid en trouw.
Ze kunnen dan ook tegen een stootje.
God is voor mensen onzichtbaar. Je hebt een leven lang nodig om te ontdekken wat voor iemand Hij is. Iemand die er altijd is, die naar je luistert, die het beste voor je wil, die je nooit in de steek laat, die het goede in je naar boven haalt.
Wie een fijne moeder (en een lieve vader) heeft, krijgt daar alvast een pittig voorsmaakje van.
Leve de moeders!