Moeders in de Bijbel
Er lopen best wel wat moeders rond in de Bijbel. Vaak beaat wachtend totdat God ‘hun schoot opent’ en ze eindelijk kinderen krijgen: Sara, Hanna, de moeder van Simson, Elisabeth. Maar af en toe spelen ze een veel actievere rol. Zoals Rebekka, die ervoor zorgt dat de zoon die in haar ogen de juiste is, Jakob, de vaderlijke zegen krijgt en niet zijn oudere broer Ezau.
Er is Hagar, die weggestuurd wordt en met haar zoon Ismaël de woestijn in vlucht.
Zij rekent op God om haar te redden en ze wordt verhoord.
En dan is er de moeder van Mozes, die een jongensbaby krijgt die ze volgens de wet niet mag houden. Maar ze bedenkt een plan om haar zoon in leven te houden. Een plan waarin een paar moedige vroedvrouwen, de pientere zus van Mozes en een warmhartige prinses een rol spelen.
Moederen doe je zelden alleen.
Noömi verliest haar man en haar beide zonen, maar ze houdt een schoondochter Ruth over die haar opnieuw een toekomst schenkt.
En natuurlijk is er Maria, de vrouw tot wie eeuwenlang zoveel mensen hun toevlucht zochten en zoeken. Moeder zijn van een heilige moet al bijzonder moeilijk zijn, moeder zijn van de messias gaat ons voorstellingsvermogen te boven. Blijven houden van iemand die helemaal voor anderen leeft, het is een haast onmogelijke opdracht. Je hebt er een groot geloof voor nodig, en wat is dat anders dan een perfecte mengeling van moed en trouw?
En dat is het recept dat moeders altijd en overal toepassen.
Ook nu nog zijn er wereldwijd moeders in de weer voor hun kinderen of die van anderen. Onvermoeibaar en onverwoestbaar. In de lijn van al wie hen is voorgegaan, met de uitdagingen die in elke tijd anders en toch weer hetzelfde zijn.
Aan hen allen een bijzonder mooie moederdag!