Mustafa Kör - Ben jij liefde
Enkele jaren geleden leerde ik Mustafa Kör kennen naar aanleiding van een interview voor Kerk & Leven. In enkele bijdragen in De Standaard had hij verslag gedaan van alle hindernissen die een rolstoelgebruiker kan tegenkomen tussen Opgrimbie en De Panne. Niet alleen was ik gecharmeerd door zijn ingehouden en tegelijk zwierige schrijfstijl, ook zijn persoonlijke geschiedenis triggerde me.
Mustafa Kör was ten tijde van dat interview net vader geworden en dat was eraan te zien. Hij straalde.
De man die als zoon van een arbeidsimmigrant had gewankeld tussen 2 culturen, die zijn broer was verloren na zelfdoding en vervolgens zelf nog eens door een auto-ongeluk verlamd was tot aan zijn middel, hij straalde van geluk.
Hij had het over de ontdekking van de literatuur als vrucht van de crisis waar hij doorgesparteld was.
En over zijn geloof in Allah, dat hij afgezworen had maar dat zijn zoontje op een of andere manier uit de krochten van zijn ziel opriep, al viert hij Kerstmis met de familie van zijn vrouw, danseres Silvia LeOn.
Toen Mustafa me naar aanleiding van zijn getuigenis over het vaderschap (op Kerknet) vertelde dat zijn dichtbundel Ben jij liefde (Vrijdag, 2016) eraan kwam, en dat die sterk autobiografisch was, kon ik niet wachten om hem te lezen.
Mijn favoriete quotes
- Ben jij liefde • De titel van de dichtbundel zegt veel, vooral omdat er geen leesteken staat achter wat toch lijkt op een vraag. In de hele bundel ontbreken overigens de leestekens. Geen paniek, daardoor ontstaat geen chaos. De dichtbundel blijft heel leesbaar, al is hij tegelijk doorwrocht en kun je er steeds nieuwe gedachten in vinden. Ben jij liefde, dus. De enige vraag die er echt toe doet. Door het ontbreken van het vraagteken is het tegelijk een vaststelling. Mustafa Kör draagt zijn dichtbundel op aan Silvia (LeOn), zijn vrouw, een danseres. Hun liefde is op zich al een ode aan de schoonheid van kwetsbaarheid.
- We doen maar wat moeder/geen kuur van uw aanbeden Allah/de wereld aan het spit en draaien maar • Het gedicht Onder een brug is een ode aan Körs overleden moeder. Hij keert terug naar het dorp in Turkije, het dorp van zijn vroege kindertijd. Hij heeft er quasi geen voeling meer mee. De betekenis die bidkralen en straatkatten voor zijn moeder hadden, ontgaat hem. Al lijkt hij zich ook maar node neer te leggen bij de zinloosheid van de ratrace in het Westen.
- Verfoei mij, beschimp mij lieverd/maar het was jouw storm/in de zeilen van mijn afvaart • Dan toch een letterteken in deze dichtbundel, als de leesbaarheid erom vraagt. Maar daarom koos ik dit fragment niet. Het is wellicht het diepste vers van de hele bundel, en gaat over de zelfmoord van zijn broer, waar de auteur mee blijft worstelen.
- Bidden tot de afgezworen hovenier/voor nader gevallen oogappels: ouders/onder een stolp • In Appels ziet Mustafa Kör zijn zoontje reiken naar de ooit verboden vrucht. Zal hij het kind vertellen over die eerste appel? Over techniek, kunst, god? Of hem zijn zondes gunnen? Zou hij het kind helpen om bij die appel te geraken? Maar hoe dan?
- Dat ik me derhalve geen illusies moest maken/klonk je mysterieus zoals het een Heer betaamt/Je was pas eenzaam als je een god was/zei je • Magistraal vind ik de manier waarop Kör zijn verhouding omschrijft met, laat ik maar zeggen, Diegene die tot hem blijft roepen. Die hem raakt en vloert. Het duurde even voor er barrevoets engelen/in mij trippelden en ik begreep: de enige zorg/die de mens hoort te hebben, is de eeuwigheid. Godsdienstigheid is aan Mustafa niet meteen besteed, gok ik. Maar de dichter Rumi, boegbeeld van de mystieke islam - die dichterbij het christendom ligt dan je zou vermoeden - spreekt hem enorm aan.
En verder, puur voor de schoonheid:
- Dromende vis op adelaarsklauw/zo wachtten wij op onze levens
- Pimpelmeesgewijs
- Hij verzucht, vorstelijk ja, en aait noblesse oblige/de kroon van zijn dwingeland welterusten
Bij deze dichtbundel wil je wegdromen naar Anatolië, huilen om wat verloren ging, kinderdromen in eer herstellen en dankbaar zijn om het leven, wat er ook van geworden is.