De onzichtbare Maria
Toen wij lang geleden ons huis kochten, groeide er een wingerd tegen de muur van ons stadstuintje. In de herfst kleurden de bladeren rood en vielen daarna af. Toen pas ontdekten we in een hoek een verweerd Mariabeeldje. We wisten niet goed wat we ermee aan moesten. Het was nog voordat retro hip werd en we wilden liever niet uitpakken met een stuk geloof dat in onze ogen eerder oubollig was. Dus lieten we de wingerd elk jaar weer zijn gang gaan.
In de zomer was onze Maria onzichtbaar, maar ze was er wel.
Ze luisterde naar alle gesprekken die passeerden: de warmte en drukte van gezinsmaaltijden, de kwinkslagen als er vrienden op bezoek waren, de stille zorgen over de kinderen, de kleine ergernissen van het werk, de analyse van de meest uiteenlopende wereldproblemen. De idealen werden in de loop van de jaren wat kleiner, maar de hoop bleef taai.
En Maria bleef glimlachen.
In de loop der jaren leerde ik dat Maria op God lijkt. Ze is er altijd. We mogen haar vergeten, maar ze laat ons niet in de steek. Ze heeft alles gehoord, maar ze zet ons niet onder druk. Alleen af en toe vangen we een glimp van haar op. En misschien haalt ze dan het beste in ons naar boven.
De laatste jaren zie ik haar vaker dan vroeger.
Misschien wordt de wingerd oud, of ben ik het zelf?
Binnenkort ga ik vast met haar praten. Voor sommige onderdelen van je geloof heb je nu eenmaal een heel leven nodig.