'Oud zijn is even belangrijk - en mooi - als jong zijn!'
Geliefde broeders en zusters, goedendag!
We hebben de catechese over de Heilige Jozef beëindigd. Vandaag starten we een catechesetocht die inspiratie zoekt in Gods woord over zin en waarde van de ouderdom. We gaan nadenken over de ouderdom. Sinds enkele tientallen jaren staat deze leeftijd voor een waarlijk 'nieuw volk': de bejaarden. Nooit zijn we in de geschiedenis van de mensheid zo talrijk geweest. De dreiging uitgesloten te worden is er vaak: nooit zo talrijk geweest, nooit groter dreiging van uitsluiting.
Bejaarden worden vaak gezien als ‘een last’.
In de dramatische eerste periode van de wereldwijde epidemie hebben zij de hoogste prijs betaald. Ze waren al het zwakke en verwaarloosde deel. In leven keken we niet erg naar hen uit. We hebben ze zelfs niet zien sterven. Ik heb een verklaring gevonden over de rechten van de bejaarden en de plichten van de samenleving. Uitgegeven door regeringen, niet door de Kerk. Een burgerlijke zaak: goed en belangrijk. Bejaarden hebben rechten. Het zou goed zijn dit te lezen.
Dringende kwestie
Tegelijk met migratie is ouderdom een van de dringendste kwesties die de menselijke familie in deze tijd moet aanpakken. Het gaat niet slechts om een getalsmatige verandering. In het geding is de eenheid van de leeftijden van het leven, met andere woorden: het gaat om de maatstaf voor het verstaan en het waarderen van het menselijke leven in zijn geheel. We stellen ons de vraag: is er vriendschap, verbondenheid tussen de verschillende leeftijden van het leven of hebben scheiding en uitsluiting de overhand?
Demografische winter
We leven allen in een heden waarin kinderen, jongeren, volwassenen en bejaarden samenleven. Maar de proporties zijn veranderd. De levensduur is massaal verlengd en, in grote streken van de wereld, is het kindertal gering. Er wordt zelfs gesproken over een demografische winter. Een onevenwicht dat vele gevolgen heeft. De heersende cultuur heeft de jongvolwassene als enig model, dat wil zeggen: een zelfredzaam individu dat immer jong blijft.
Maar, is dat waar dat de jeugd de volle zin van het leven heeft terwijl de ouderdom slechts de leegte en het verlies vertegenwoordigt?
Is dat waar? Slechts de jeugd bezit de volle zin van het leven en de ouderdom is de leegte van het leven, verlies van leven? De verheerlijking van de jeugd als enige leeftijd waardig om het menselijk ideaal te vertolken, samen met het misprijzen voor de ouderdom, gezien als broosheid, aftakeling of handicap, is het heersende beeld van de heersende machten in de twintigste eeuw. Hebben we dit vergeten?
Wel zorgplannen, geen bestaansprojecten
De verlenging van het leven heeft een structurele invloed op de geschiedenis van enkelingen, gezinnen en samenlevingen. We moeten ons de vraag stellen: zijn de spirituele kwaliteit en de gemeenschapszin, voorwerp van denken en liefde, aangepast aan dit gegeven? Moeten bejaarden misschien verontschuldigingen aanbieden voor hun overleven ten koste van anderen? Of kunnen ze geëerd worden omwille van de gaven die ze aanbrengen aan levenszin voor allen? Immers, bij de vertolking van de zin van het leven – en precies in de zogenaamde 'ontwikkelde' culturen – heeft ouderdom weinig invloed. Waarom? Omdat ouderdom beschouwd wordt als een leeftijd die weinig bijzondere inhoud te bieden heeft evenmin als eigen zingeving aan het leven. Meer nog, het ontbreekt aan aanmoediging van mensen om hen op te zoeken en het ontbreekt de gemeenschap aan vorming om ze te erkennen. Dus, voor een leeftijd die een bepalend deel van de samenlevingsruimte inneemt en gaat over een derde van het hele leven zijn er – soms – zorgplannen, maar geen bestaansprojecten. Zorgplannen, ja. Maar geen projecten om volop te kunnen leven. Dit is een leegte in het denken, in de verbeelding, in de creativiteit.
In dit denken is de bejaarde man, de bejaarde vrouw, wegwerp materiaal. In deze wegwerpcultuur fungeren bejaarden als wegwerp materiaal.
Verloren schat
Jeugd is zeer mooi, maar eeuwige jeugd is een zeer gevaarlijke begoocheling.
Oud zijn is even belangrijk – en mooi – als jong zijn.
Laten we ons dat herinneren. De verbondenheid tussen de generaties, die aan het menselijke de leeftijden van het leven schenken, is onze verloren schat en die moeten we terugvinden. Moet teruggevonden worden, in deze wegwerpcultuur en in deze cultuur van de productiviteit.
Jongeren en de dromen van ouderen
Gods woord heeft veel te zeggen over deze verbondenheid. Zojuist hebben we de profetie van Joël gehoord: Profeteren zullen uw zonen en uw dochters, uw ouderen zullen dromen krijgen (3,1). Men kan dit als volgt verstaan: als de ouderen weerstand bieden aan de Geest, door hun dromen in het verleden te begraven, dan slagen jongeren er niet meer in te zien wat ze moeten doen om de toekomst mogelijk te maken.
Wanneer echter de ouderen hun dromen met jongeren delen, zien jongeren goed wat ze moeten doen.
Jongeren die niet langer de dromen van de ouderen bevragen, en alleen dromen zien die niet verder gaan dan hun neus lang is, hebben moeite met het dragen van hun heden en met het verdragen van hun toekomst. Als grootouders terugplooien in zwaarmoedigheid, zullen jongeren zich nog meer buigen over hun smartphone. Het scherm blijft misschien aan, het leven echter dooft voortijdig. Bestaat de ergste terugslag van de wereldwijde epidemie niet in het verdwalen van de jongeren? Ouderen bezitten de rijkdom van het geleefde leven waarop ze elk ogenblik een beroep kunnen doen. Zullen ze alleen maar kijken naar de jongeren die hun visioen verliezen of zullen ze hen begeleiden en hun dromen aanwakkeren? Wat zullen de jongeren doen met de dromen van de ouderen?
Een gave voor alle leeftijden
De wijsheid van de lange weg die de ouderdom naar zijn afscheid begeleidt, moet beleefd worden als een gave van levenszin en niet verbruikt worden als stilstand ter overleving. Als aan de ouderdom niet de waardigheid terug geschonken wordt, een menswaardig leven passend, dan zal hij zich opsluiten in een vernedering die allen van liefde berooft. Deze uitdaging aan menselijkheid en beschaving vraagt om onze inzet en om de hulp van God. Vragen we dat aan de Heilige Geest. Door deze catecheses over de ouderdom zou ik iedereen willen aanmoedigen gedachten en gevoelens te wijden aan de gaven die hij met zich brengt en schenkt aan de andere leeftijden van het leven.
De ouderdom is een gave voor alle leeftijden van het leven. Het is een gave van rijpheid, van wijsheid.
Het Woord van God zal ons helpen de zin en de waarde van de ouderdom te onderkennen. Moge de Heilige Geest ook aan ons de dromen en visoenen schenken waaraan we nood hebben. En ik zou willen onderlijnen, zoals we aan het begin in de profetie van Joël gehoord hebben, dat het belangrijke niet alleen is dat de bejaarde zijn plaats van wijze heeft, van beleefde geschiedenis in de samenleving, maar ook dat er een gesprek is dat deelneemt aan de discussie met de jongeren.
Jongeren moeten discussiëren met ouderen en de ouderen met de jongeren. Die brug zal de overdracht zijn van de wijsheid in de mensheid.
Ik hoop dat deze gedachten voor ons allen nuttig zijn om de werkelijkheid te bevorderen die de profeet Joël ter sprake bracht. Dat in de dialoog tussen jongeren en ouderen, de ouderen dromen aanbrengen en dat de jongeren die zouden aannemen en verder dragen. Laten we niet vergeten dat in de cultuur – zowel in het gezin als in de samenleving – de ouderen als de wortels van de boom zijn: zij bezitten de hele geschiedenis en de jongeren zijn als de bloesems en vruchten. Zonder sap, laten we zeggen zonder 'doorstroming' vanuit de wortels zullen ze nooit bloeien. Laten we de dichter niet vergeten die ik al vaak genoemd heb: Al wat een boom aan bloesem krijgt, komt van wat hij ondergronds heeft (Francisco Luis Bernàrdez). Al het mooie van een samenleving heeft te maken met de wortels van de ouderen. Om die reden, zou ik in deze catecheses de figuur van de oudere voor het voetlicht willen brengen, zodat men goed zou verstaan dat de oudere geen wegwerp materiaal is.
De oudere is een zegen voor de samenleving.
- Vertaling uit het Italiaans: Marcel De Pauw msc
- Lees alles van paus Franciscus op Kerknet.