Oude spreekwoorden: waar of niet waar?
Sommige spreekwoorden zouden moeten worden verboden. Bijvoorbeeld ‘Spreken is zilver, zwijgen is goud.’ Dat geloof ik al lang niet meer. Je kunt mensen vaak nog dieper pijn doen door te zwijgen dan door eerlijk uit te spreken wat je beweegt.
Wie iets durft uit te spreken van zijn diepste binnenkant, steekt zijn nek uit.
Hij reikt anderen de hand. Hij legt een steen waarop je kunt verder bouwen en dan wordt bijna alles mogelijk. Wie zwijgt, verschanst zich. Je kunt dan wel niet gekwetst worden als je zwijgt, maar je gaat er ook niet van leven.
Jezus was een man van het woord, van lange verhalen en kleine prikkelende gelijkenissen.
Zelfs als hij iemand genas, sprak hij woorden als Je geloof heeft je gered. Eerlijke, directe woorden, die je aan het denken zetten. En jullie, wie zeggen jullie dat ik ben? vraagt hij op een dag aan zijn vrienden. En dan laat hij hen rustig vertellen wat ze denken. Ook op andere momenten hoort Jezus zijn vrienden graag hardop nadenken, zodat hij kan inschatten wat er in hen omgaat en kan inspelen op hun grote hart of hun kleine kantjes.
Ik stel me voor hoe ze eindeloos met elkaar kletsten terwijl ze over de veldwegen liepen of ’s avonds bij elkaar zaten. Over de politieke toestand in het land, over de armoede van de mensen, over kennissen die ziek of gehandicapt waren, over de talloze regeltjes van hun godsdienst. En hoe Jezus daar dan met een paar woorden klaarheid in bracht.
Maar niet alle spreekwoorden zijn onzin.
Soms worden er in rusthuizen en ziekenhuiskamers dingen gezegd die jarenlang ongezegd zijn gebleven.
Zinnen die veel pijn hadden kunnen wegnemen. Gelukkig is het nooit te laat. Want ‘Zo lang er leven is, is er hoop.’