Paasvreugde
”De kerkelijke en de wereldse kalender kennen dit jaar een opmerkelijke samenloop van omstandigheden. Aswoensdag viel samen met Valentijn en Pasen valt op 1 april. Valt dat wel te rijmen, de hoogdag voor de christenen die tegelijk een dag vol grappen en grollen is? Zeker en vast. Pasen is ons meest vreugdevolle feest. We hebben die dag dus beslist reden tot vrolijkheid.
Vóór de dag van de vreugde aanbreekt, is er natuurlijk eerst nog Goede Vrijdag. De kruisdood sloeg destijds de leerlingen met verstomming. Ze hadden de tekenen niet begrepen, zagen hun dromen uiteenspatten aan het kruis. De Messias, op Wie ze zo vele generaties hadden gewacht, stierf voor hun ogen. Zo hadden ze de toekomst beslist niet gedroomd. Dat de dood het laatste woord kreeg – zo dachten ze toch – verpulverde alles waarin ze geloofden. Geen wonder dat Petrus zelfs ontkende dat hij Jezus kende. Wat restte hem immers nog?
Ook vandaag is de dood de ultieme gruwel die ons treft. Onontkoombaar voor ieder mensenkind. Democratischer dan wie of wat dan ook, want hij treft iedereen, zonder uitzondering. Een grote bron van angst en verdriet. Eraan denken of erover praten doen we niet graag, terwijl we dat juist wel zouden moeten doen. Het lijvige magazine Overleven na de dood, waarover we verderop in dit nummer schrijven, opent onze blik op het levenseinde. Hoopvolle stemmen keren de dood binnenstebuiten.
Wat de leerlingen niet wisten, weten wij ondertussen wel. Dat de dood, hoe dramatisch ook, niet het laatste woord moet krijgen. In de oudheid koesterde men een somber en weinig aantrekkelijk beeld van het dodenrijk. Maar volgens de evangelist Lucas schetst Jezus aan het kruis een veel hoopvollere verwachting, wanneer Hij zich richt tot de berouwvolle misdadiger aan zijn zijde en zegt: „Voorwaar, Ik zeg [node:field_streamers:0] u: Vandaag nog zult gij met Mij zijn in het paradijs.” Paradijs? Dat ene woordje opent een heel andere blik op ons bestaan na de dood.
Was de dood nu het einde, of toch niet? De leerlingen moesten nog twee dagen worstelen met die vraag. Daarom verdiepen we ons in dit nummer ook in Stille Zaterdag, de dag die al te vaak vergeten wordt. „De dag staat tussen de spanning van het verdriet en de hoop op nieuw leven dat er nog niet is”, merkt Inge Cordemans terecht op. Elke gelovige beleeft geregeld zijn Stille Zaterdag, momenten waarop we twijfelen tussen hoop en wanhoop, tussen angst en vertrouwen.
Dat is niet erg, zolang die momenten van twijfel ons telkens naar Pasen voeren, de dag waarop ons geloof groter wordt dan onze twijfel. „Met Pasen ervaar je dat God een mens niet in de steek laat”, zegt bisschop Lode Aerts deze week in Kerk & leven. Doordat Jezus zelf de dood niet uit de weg gaat en ons een hoopvol beeld schetst van wat we na de dood mogen verwachten, wordt God een bondgenoot in ons donkerste moment.
Dat betekent geenszins dat sterven voor christenen een akkefietje wordt. De pijn van het levenseinde en het afscheid is geen greintje kleiner voor ons dan voor niet-gelovigen. Het past niet om het verdriet van rouwenden weg te wuiven of te minimaliseren. Wel kunnen we hun een troost aanreiken, die diepere gronden heeft dan louter de mooie herinneringen aan onze overleden geliefden.
Pasen maakt ons niet immuun voor verdriet, maar geeft ons een fundamentele reden tot vreugde. Wanneer u zondag naar de paasmis trekt en nadien de (klein)kinderen paaseieren ziet rapen in de tuin, besef dan wat een prachtig geschenk we ontvingen. Een schat die we generatie na generatie, nu al tweeduizend jaar lang, mogen en kunnen doorgeven aan elkaar.”
Reageren op dit artikel? Dat kan op www.kerkenleven.be