Pastores blijven mens altijd nabij
Kerkelijk standpunt euthanasie staat pastoraal engagement niet in de weg
De katholieke Kerk beschouwt euthanasie vanouds als een moreel onaanvaardbare daad. Sinds de Belgische wetgever in 2002 euthanasie onder bepaalde voorwaarden mogelijk maakte, groeide er evenwel een pragmatische houding. In katholieke ziekenhuizen blijkt euthanasie mogelijk onder de strikte voorwaarden die de wet oplegt en na een palliatieve ‘filter’, waarbij aan de patiënt alle palliatieve zorgmogelijkheden worden toegelicht. Slechts één katholiek ziekenhuis in Vlaanderen zou vandaag de uitvoering van euthanasie nog weigeren.
Tijdens een studiedag van de faculteit kerkelijk recht aan de KU Leuven werd dan ook vastgesteld dat veel Vlaamse katholieken zich geruisloos verzoend lijken te hebben met de euthanasiewet van 2002. Met de uitbreiding van die wet naar minderjarigen of naar personen die uitzichtloos psychisch lijden, ligt dat echter anders.
De bisschoppen van Nederland plaatsten in 2011 grote vraagtekens bij de toediening van de ziekenzalving of de communie aan personen die om euthanasie vragen, omdat aldus de indruk kan ontstaan dat de pastor akkoord gaat met de levensbeëindiging. Ook op het verzoek van een euthanasievrager of zijn naasten om een kerkelijke uitvaart mag in Nederland niet zomaar worden ingegaan. Het is aan de pastor om daarover te oordelen.
In Vlaanderen groeide onder pastores en kerkmensen een praktijk om euthanasievragers nabij te blijven, hen pastoraal te omkaderen met gesprek en eventueel gebed of sacrament. Dat betekent niet dat pastores geen enkele ethische vraag stellen bij euthanasie in het algemeen of bij de beweegredenen van een bepaalde patiënt. Uit onderzoek blijkt echter dat pastores de basishouding van niet veroordelen en aandacht schenken aan de vragen van de patiënt bovenaan op de agenda plaatsen. Ze sluiten aan bij wat hoogleraar zorgethiek Axel Liégeois „het schroomvolle nabij-zijn” noemt, dat voorafgaat aan een voor of tegen euthanasie. Daarbij wordt ook verwezen [node:field_streamers:0] naar de mogelijkheid om als gelovige het geweten te volgen, een begrip dat zijn plaats heeft in de kerkelijke traditie.
Eva Buelens werkt als pastor in de afdeling maag- en darmziekten van het UZ Gasthuisberg en is verbonden aan de faculteit theologie en religiewetenschappen. Bij Vlaamse ziekenhuispastores peilde ze naar de begeleiding van euthanasievragers. „Ook gelovige mensen vragen euthanasie”, zegt ze. „Bij het overwegen van het verzoek komen veel vragen naar boven. Soms zijn mensen bang dat God hen of hun vraag zal veroordelen. Bij wie een ander godsbeeld hanteert zal die zorg minder aan de orde zijn. De vraag naar levensbeëindiging wortelt vaak in de angst voor het sterven en voor de pijn, voor controleverlies, voor het gevoel anderen tot last te zijn alsook in een diep gevoel van zinloosheid.”
Of pastores bij euthanasievragers worden geroepen, hangt af van tal van factoren, onder meer of zij de patiënt al kennen of een goed contact hebben met het medische personeel. Pastores willen, samen met de andere zorgverleners, de vragen over het levenseinde met de patiënt verhelderen. Waarom vraagt hij of zij naar euthanasie? Welke zorgen of vragen heeft de persoon nog? Hoe ervaart de familie die vraag? Welke rol speelt zijn of haar levensbeschouwing?
Eva Buelens: „Sommige patiënten willen nog gezegend worden of de ziekenzalving ontvangen. De pastores die ik interviewde zeggen niet resoluut ‘nee’ tegen patiënten die daar om vragen. Veel pastores ervaren een spagaat tussen een principiële opstelling en de pastorale praktijk, gericht op de concrete zorgen van mensen. Het willen ondersteunen van mensen houdt voor hen veelal in dat je ook de optie openhoudt om een ziekenzalving toe te dienen. Dat ritueel wordt immers ervaren als het verlengde van het gesprek. Soms worden we echter ook gevraagd om een zegengebed uit te spreken, terwijl we niet weten dat er later euthanasie zal worden toegepast.”
Reageren op dit artikel? Dat kan op www.kerkenleven.be