
Wat ik paus Franciscus wil zeggen ~ Open kaart (6)
De nieuwste vraag komt telkens bovenaan de pagina. Praat zelf mee in de reacties onderaan het artikel. Hou je reactie beperkt tot 1 veld en tot het onderwerp van de vraag.
Bestel 'Open kaart over de kerk' om in jouw groep aan de slag te gaan met de vragen van de Synode over synodaliteit. Twijfel je nog? Lees eerst: Wat is een synodaal gesprek en hoe begin ik eraan?
#5

Niek Everts (pastor bij dak- en thuislozen in ‘t Vlot) • Ik zie de kerk graag als een moeder; een liefdevolle, troostende, verbindende aanwezigheid. Ze staat voor geweldloos verzet, maar neemt wel duidelijke standpunten in. Niet gefrustreerd, niet straffend, maar het positieve benoemend. Een moeder zorgt ervoor dat al haar kinderen tot hun recht komen in hun eigenheid en zoekt ook wat daarvoor nodig is. Het liturgisch aspect hoort daarbij, maar de aanwezigheid komt op de eerste plaats.
Ellen De Beleyr (psycholoog en muzikant) • Een bloem.
Zoals een bloem iedere voorbijganger blij maakt met haar schoonheid en parfum, zo zou de kerk de schoonheid van het christelijk geloof moeten verspreiden.
Tina De Bisschop (godsdienstleerkracht) • Ook weer een vraag waar ik enorm lang over getwijfeld heb, omdat de kerk volgens mij een beetje van alles is – en misschien ook wel moét zijn als ik er verder over nadenk. In elke vergelijking zit iets moois.
Voor mezelf kies ik dan toch ‘tankstation’: een plek om regelmatig naartoe te gaan en terug vooruit te kunnen. Misschien soms op het laatste nippertje ‘ga ik er nog geraken?’, en soms met nog ruim wat in de tank, uit voorzorg voor wat komen gaat. Soms ook voor een lekkere extra als tussenstop naar een volgende aanmeerplek, soms echt uit noodzaak.
#4

Niek Everts (pastor bij dak- en thuislozen in ‘t Vlot) • Een stem geven aan groepen en mensen die geen stem hebben. Dat is voor mij de sociale taak van de kerk. Verder gaan dan liefdadigheid, onze nek uitsteken, meedoen op plekken waar de sociale actie al gebeurt, samen met andersgezinden. Meer buiten het kerkgebouw treden, in de samenleving gaan staan en van daaruit kijken wat nodig is. Grootouders voor het klimaat vind ik een heel mooi voorbeeld.
Ellen De Beleyr (psycholoog en muzikant) • De vele initiatieven vanuit liefdadigheidsinstellingen blijven nodig om de gaten in het sociaal vangnet te vullen: ze vangen mensen op die uit de boot vallen.
Tina De Bisschop (godsdienstleerkracht) • Ik voel een enorme saamhorigheid en verbondenheid, die niet alleen gelovigen samenbrengt en oproept tot solidariteit met naasten. Ik ben enorm onder de indruk van de golf van hulp die op gang is gekomen op mijn school naar aanleiding van de oproep voor hulp voor mensen uit Oekraïne.
#3

Niek Everts (pastor bij dak- en thuislozen in ‘t Vlot) • We zouden nog meer mogen inzetten op het politieke aspect; opkomen voor rechtvaardige structuren. Neem nu de hongerstakers in de Begijnhofkerk. Ik ben zwaar ontgoocheld als een staatssecretaris zich christendemocraat noemt en tegelijk het discours versterkt dat mensen zonder papieren profiteurs zijn.
Ik zou dan graag zien dat de kerkleiding de ware toedracht blootlegt: dat hun situatie het gevolg is van een slavensysteem. Ze werken keihard zodat wij goedkoop kunnen eten.
De kerkleiding moet opkomen voor eerlijke verhalen.
Ellen De Beleyr (psycholoog en muzikant) • We moeten meer aandacht hebben om een warm welkom te blijven bieden aan mensen die zoekend zijn in hun geloof, twijfelend een stap zetten richting de kerk. Zeker naar de jeugd en jonge gezinnen is een open, verwelkomende houding belangrijk. Daarbij is het belangrijk om mogelijkheden te voorzien om te evangeliseren.
Binnen de kerk zijn we goed in liefdadigheid: sterk werkende liefdadigheidsinstellingen zoals de Sint-Vincentiusbeweging of de Sint-Michielsbeweging hebben hun oorsprong in de kerk en blijven gevoed door het geloof. Ze maken een werkelijk verschil voor mensen aan de rand van de maatschappij, bv. mensen in armoede, asielzoekers… Het is pijnlijk om te zien hoe deze organisaties binnen onze welvarende maatschappij nog steeds zo hard nodig zijn.
Tina De Bisschop (godsdienstleerkracht) • Ik ben enorm zoekend naar een gemeenschap om bij te horen, dus ik voel me zelf verwaarloosd wat betreft liturgie.
Ik weet dat er mooie dingen gebeuren in de eucharistievieringen, maar ik lijk er toch – met zoals veel gelovigen - geen aansluiting bij te vinden.
Ook in het algemeen denk ik dat de Kerk nog een weg heeft af te leggen in verbinding maken met álle gelovigen. Ik ben al een aantal keer teleurgesteld hierin door uitspraken uit het Vaticaan, en ik hoop op en kijk uit naar de stappen die Paus Franciscus daar nog in zal zetten.
#2

Niek Everts (pastor bij dak- en thuislozen in ‘t Vlot) • Ina Koeman, stadsdominee geweest. Ze is nu met pensioen, maar was jarenlang bezielster van het Protestants Sociaal Centrum. Ook in de gevangenis was ze actief.
Ze slaagt erin echt te luisteren en de verhalen van mensen te vertalen naar de Bijbel, zowel als op de barrikaden van de samenleving.
Ze is voor mij een leermeester in presentie (aanwezigheidspastoraal). Het bisdom Antwerpen is met Attent en de Werkgroep Presentie bezig om dit beter op de kaart te zetten. Ze trekt en sleurt daaraan, onvermoeibaar en over levensbeschouwelijke grenzen heen.
Ellen De Beleyr (psycholoog en muzikant) • Ik heb veel waardering voor de Schot Magnus MacFarlane-Barrow, oprichter en CEO van Mary’s Meals, die wereldwijd samen met lokale vrijwilligers voor meer dan 2 miljoen kinderen eten voorziet op school. De organisatie van zo’n groot project, waarbij nederigheid, liefde voor de mens en geloof centraal blijven staan, is een bewonderenswaardig getuigenis.
Er is een duidelijke emancipatorische visie: Mary’s meals kan enkel blijven bestaan als lokale gemeenschappen mee instaan voor het bereiden en bedienen van het voedsel.
Mary’s meals is voor mij een voorbeeld van een missie, geroepen door Maria, waarbij het gebed in de organisatie centraal blijft staan.
Tina De Bisschop (godsdienstlerares) • Ik vind het een lastige vraag want er zijn er teveel! Ik merk dat dat ze allemaal hun geloof handen en voeten geven en vooral ook woorden. Mensen rond mij – volwassenen, mijn studenten en leerlingen – die openlijk getuigen over wat hun geloof voor hen betekent, in deze tijd: daar heb ik waardering voor.
In een tijd waarin het niet evident is om zelfs nog maar op verkenning te gaan naar dat geloof en verwonderd zijn over wat je vindt en dat delen met anderen…
Daar heb ik zoveel respect voor. Geen echte keuze dus, maar een shoutout naar alle gelovigen rond mij.
#1

Niek Everts (pastor bij dak- en thuislozen in ‘t Vlot) • Zeker. Ik ben weliswaar actief vanuit een zijlijn, maar krijg daarvoor toch alle ruimte en er wordt naar mij geluisterd. Twee jaar geleden, toen de wereld stilviel, mochten wij ‘t Vlot in de aanpalende Heilig Hartkerk organiseren. We doen dat nog steeds en de medewerking van andere kerkmensen groeit. Ook de bisschop komt wel eens langs.
Ook heel positief is dat de daklozen ook de weg vinden naar de kerk voor de eucharistie of een aanbidding. Zo is er een man die de Heilig Hartparochie leerde kennen via ‘t Vlot en die nu misdienaar is en koffie schenkt na de mis.
In de 20 jaar dat ik hier nu mee bezig ben, zag ik de angst voor dak- en thuislozen wegebben.
Er wordt meer en meer gezocht naar verbinding. De parochie is een laboratoriumplek voor het bisdom. Op die manier telt ook het talent van onze dak- en thuislozen mee.
Ellen De Beleyr (psycholoog en muzikant) • Binnen onze parochie ben ik aangesproken als doopselcatechiste. Op de maandelijkse doopselvoorbereiding kunnen ouders elkaar ontmoeten en in gesprek gaan over de betekenis van de doop, waarbij ik mee de geloofsgemeenschap representeer. Met mijn getuigenis en begeleiding wil ik hen vanuit de parochie welkom heten.
Ik probeer ouders aan elkaar voor te stellen die hun kindje samen gaan dopen, hen zoveel mogelijk met hun voornaam aan te spreken en hen te bedanken voor hun inbreng tijdens het stellingengesprek. Ik stel me enerzijds nederig op en kwetsbaar op, waarbij ik openheid, interesse wil tonen in hun visie. Zo laagdrempelig mogelijk. Tegelijk durf ik vanuit mijn geloof te getuigen: wat we onze kinderen willen meegeven en wat het geloof voor me betekent in mijn leven.
Tina De Bisschop (godsdienstleerkracht) • Absoluut. Ik heb het geluk gehad om jarenlang catechese en 'vormsel op latere leeftijd' te mogen geven en daar mijn talenten te mogen inzetten om mijn ervaringen en mijn geloof door te geven. Ook in mijn godsdienstlessen kan ik mijn talenten gebruiken: spreken met leerlingen en studenten over levensbeschouwelijke zaken, hen taal en inzichten geven, doorpraten over zaken die hen en mij bezighouden.