Paus: ‘Het geheim van de Heilige Giuseppina Bakhita’ [catechese]
Geliefde broeders en zusters, goedendag!
Op onze weg van de catechese over de apostolische ijver – we denken na over de apostolische ijver – laten we ons vandaag inspireren door het getuigenis van de Heilige Giuseppina Bakhita, een Soedanese heilige. Jammer dat Soedan reeds maanden verscheurd wordt door een vreselijk gewapend conflict waarover vandaag weinig gesproken wordt. Laten we voor het Soedanese volk bidden dat zij in vrede mogen leven! De bekendheid van de Heilige Bakhita heeft alle grenzen overschreden en heeft allen bereikt aan wie identiteit en waardigheid wordt geweigerd.
Geboren in Darfur – het gemartelde Darfur! - in het jaar 1869, werd zij door haar familie ontvoerd en tot slavin gemaakt. Haar ontvoerders noemden haar “Bakitha” wat “gelukkige” betekent. Zij kwam bij acht meesters terecht – de een verkocht haar aan de ander… Het lichamelijke en morele lijden waarvan zij als klein meisje slachtoffer werd, heeft haar zonder identiteit gemaakt.
Zij heeft kwaadaardigheden en geweld geleden. Op haar lichaam had zij meer dan honderd littekens.
Zijzelf getuigde: “Als slavin heb ik nooit gewanhoopt, want ik ervaarde een geheimzinnige kracht die mij steun gaf”.
Herstellers van menselijkheid
Met dit voor ogen stel ik mij de vraag: wat is het geheim van de Heilige Bakhita? We weten dat vaak de gekwetste persoon op haar beurt kwetst. Een verdrukte wordt makkelijk een verdrukker. Daarentegen bestaat de roeping van de verdrukten erin vrijheid te bewerken voor zichzelf en voor de onderdrukkers, en zo herstellers van menselijkheid te worden. Slechts in de zwakheid van de verdrukten kan men de kracht van Gods liefde openbaren die beiden bevrijdt.
De Heilige Bakhita vertolkt zeer goed deze waarheid.
Op een dag geeft haar beschermheer haar een klein kruisbeeld. Zij, die nooit wat bezeten had, bewaarde het op jaloerse wijze als een schat. Door er naar te kijken ervaart zij een inwendige bevrijding omdat zij zich begrepen en geliefd weet en derhalve bekwam om te begrijpen en te beminnen. Dat is het begin. Zij voelt zich begrepen, zij voelt zich bemind en als gevolg hiervan is zij bekwaam om anderen te begrijpen en te beminnen. Zij zal zeggen “De liefde van God heeft mij voortdurend op geheimzinnige wijze vergezeld … De Heer heeft mij erg bemind. Men moet iedereen beminnen… Men moet mede lijden!”
Dat is de ziel van Bakhita.
Immers, mede-lijden betekent zowel lijden met de slachtoffers van het vele onmenselijke dat aanwezig is in de samenleving, als ook medelijden met wie vergissingen en onrechtvaardigheden begaat, niet door te vergoelijken maar door te vermenselijken. Dat is de lieftalligheid die zij ons leert: vermenselijken. Als we meegaan in de logica van de strijd, van de verdeeldheid onder ons, van de slechte gevoelens, de één tegen de ander, dan verliezen we de menselijkheid. Vaak denken we dat we nood hebben aan menselijkheid, om meer menselijk te worden. Dat is het werk dat de Heilige Bakhita ons leert: vermenselijken, onszelf vermenselijken en de anderen vermenselijken.
Parabel van vergiffenis
De Heilige Bakhita, eens christen geworden, werd omgevormd door de woorden van Christus die zij dagelijks overwoog: “Vader, vergeef hun, want zij weten niet wat ze doen” (Lc 23,34). Daarom zegde zij: “Indien Judas aan Jezus vergiffenis had gevraagd, dan zou hij ook barmhartigheid ervaren hebben”. We mogen zeggen dat het leven van de Heilige Bakhita een existentiële parabel van de vergiffenis is geworden. Hoe mooi is het van iemand te zeggen “hij was bekwaam, zij was bekwaam om altijd te vergeven”. Zij was bekwaam dit steeds te doen, meer nog: haar leven is een existentiële parabel van de vergiffenis. Vergiffenis schenken om daarna zelf vergiffenis te ontvangen..
Vergeet dit niet: vergiffenis is de liefelijkheid van God voor ons allen.
De vergiffenis heeft haar vrij gemaakt. De vergiffenis, eerst ontvangen van de barmhartige liefde van God en daarna de geschonken vergiffenis heeft van haar een vrije vrouw gemaakt, blij en bekwaam te beminnen.
Bakhita heeft het dienen kunnen beleven niet als een slavernij, maar als uitdrukking van een vrije gave van zichzelf. Dat is heel belangrijk: onvrijwillig slavin gemaakt – ze werd als slavin verkocht – heeft zij daarna vrij gekozen om slavin te zijn, om de lasten van anderen op haar schouders te dragen.
De Heilige Giuseppina Bakhita wijst ons, door haar voorbeeld, de weg uiteindelijk bevrijd te zijn van onze slavernijen en angsten.
Zij helpt ons om schijnheiligheden en egoïsme bij onszelf te ontmaskeren, om onze wrok en vijandigheid te overwinnen. Zij blijft ons steeds aanmoedigen.
Geliefde broeders en zusters, vergiffenis neemt niets weg maar voegt iets toe – wat voegt vergiffenis toe? – waardigheid. Vergiffenis neemt niets van je weg maar voegt waardigheid toe aan je persoon, doet de blik verschuiven van jezelf naar de anderen om ze te zien als even kwetsbaar als wijzelf, maar steeds broeders en zusters in de Heer. Broeders en zusters, vergiffenis is bron van ijver die barmhartigheid wordt en oproept tot een nederige en blije heiligheid, zoals die van de Heilige Bakhita.
Vertaling uit het Italiaans door: Marcel De Pauw msc