Plek in mijn hart - Barbara Mertens [column]
De liefdevolle blik in haar donkere ogen was me al een paar keer opgevallen, vooral als ze lacht en haar gezicht helemaal opentrekt. En Nour lacht vaak.
Allebei zijn we te gast in het klooster van San Salvatore in het Italiaanse Cori, waar een zesdaagse interreligieuze ontmoeting plaatsvindt: Open deuren of Porte aperte. De deuren van het klooster van de gemeenschap van Deir Mar Moussa staan letterlijk de hele dag open. Met een zestigtal zijn we om er binnen en buiten te lopen en elkaar te ontmoeten.
Nour kwam pas op het einde toe. Ze was speciaal uit Berlijn overgevlogen om met de gemeenschap de tienjarige afwezigheid van hun stichter, de Italiaanse Jezuïet Paolo Dall’Oglio, te herinneren. Zonder echt kennis gemaakt te hebben genieten we op weg naar de Sint-Ignatiuskerk in Rome samen met enkele zusters en broeders lachend van heerlijk Italiaans ijs. Wat later zitten we in tranen naast elkaar in de kerk, verbonden door die ene plek, die ene Jezuïet die ons beiden dierbaar is.
De avond voor mijn vertrek zitten we opnieuw naast elkaar, dit keer tijdens het avondmaal. Ik vraag haar of ze Syrië mist. Ik mis Deir Mar Moussa, zegt ze. Dan vertelt ze hoe ze als jonge moslima drie jaar in het woestijnklooster werkte om boeken te inventariseren. Ik mis mijn vrienden, maar die zijn intussen verspreid over de hele wereld. Ik mis mijn familie, maar misschien ben ik door de jaren heen in Europa te anders geworden.
Langzaam zoekt haar verhaal zich een plek in mijn hart. Achter haar warme, liefdevolle glimlach schuilen het lijden en de trauma’s die haar leven tekenden. Toch straalt ze rust uit. Ze geniet voelbaar van elk moment waarop we in het klooster en bij elkaar te gast zijn. Zo komen we onvermoed een stukje thuis bij elkaar.