Positieve reacties uit werkveld op verklaring over levenseinde
Gisteren publiceerden de Belgische bisschoppen de verklaring Uw hand in mijn hand. (Lees: 8 quotes: Zo zien onze bisschoppen pastorale zorg bij het levenseinde.) Enkele reacties van pastores en experts.
Chris Gastmans ~ professor medische ethiek, KU Leuven
Kwetsbaarheid wordt in onze samenleving beschouwd als tegenstrijdig met de menselijke waardigheid. In Uw hand in mijn hand lees ik een mooi, tegendraads pleidooi voor verbondenheid als antwoord en voor onthaast sterven. Zorg in verbondenheid transformeert kwetsbaarheid tot waardigheid.
Tegen de achtergrond van getouwtrek over een comateuze patiënt onlangs nog in Frankrijk, vind ik de paragraaf die therapeutische verbetenheid afkeurt, ook erg belangrijk.
Verder maken de bisschoppen onderscheid tussen het ter sprake brengen van euthanasie, het concrete verzoek en de uitvoering. Dat is inderdaad geen rechte lijn.
Euthanasie is hoe langer hoe meer een symbolisch geladen containerbegrip. Wie het woord in de mond neemt, mag onmiddellijk actie verwachten.
Het is niet goed overhaast de euthanasieprocedure op te starten. Eerst moet de vraag zelf uitgeklaard worden.
Ik waardeer de erkenning van het spanningsveld waarin een pastor terecht kan komen. De vrijheid van een pastor om zelf gewetensvol te onderscheiden hoe hij of zij een patiënt met doodsverlangen best kan bijstaan, heeft een keerzijde: je hebt weinig houvast. Daarin je weg zoeken, is niet vanzelfsprekend. In de klinische praktijk noemen we dat moral distress, moreel ongemak. Daartegenover staat de raad van de bisschoppen om er open over te communiceren en aan zelfzorg te doen.
Maar waar of bij wie kan een pastor met zijn zorgen terecht? Dat had ik graag concreter gezien.
Marc Desmet ~ Palliatief arts en jezuïet, Jesse Ziekenhuis
Ik herken in dit document onze dagelijkse praktijk en het is fijn te vernemen dat de bisschoppen daarachter staan. In internationaal perspectief is het niet zo vanzelfsprekend dat pastores patiënten nabij blijven zelfs bij de uitvoering van een euthanasie (ook al houdt dat geen goedkeuring in). De bisschoppen zien pastores als verbindende figuren.
Pastores verbreden het perspectief van een euthanasievraag door verbinding te leggen met zorgpersoneel, familieleden en andere betrokkenen.
Ook de paragraaf over het verrijzenisgeloof spreekt me erg aan en ik herken er mijn eigen spirituele zoektocht in. Zo beschreef ik in een van mijn boeken de merkwaardige zin uit het Credo: Ik geloof in Jezus Christus ... die neergedaald is ter helle. Die zin kunnen we in deze context herontdekken. Gelovigen mogen Christus nabij weten als ze door een hel gaan, zelfs wanneer die hel euthanasie is.
Rituelen en sacramenten blijven ook in die omstandigheden belangrijk om ervaringen te kanaliseren. Een pastor die goed kan onderscheiden wat zinvol is in gegeven omstandigheden, kan daarmee veel bereiken. Een sacrament als de ziekenzalving - dat zoals de bisschoppen schrijven bedoeld is als steun bij ziekte en niet zozeer bij het sterven - kan een patiënt ook helpen om zelf tot onderscheiding te komen.
Ik vind het goed dat de bisschoppen de sacramenten niet uitsluiten voor mensen in een euthanasieprocedure.
Wat de twijfels van pastores in deze context betreft: het is maar goed dat die twijfels er zijn. In de context van ons palliatief team in het Jesse Ziekenhuis - en ik vermoed evenzeer elders - is er zeker ruimte om daarover open te communiceren.
Roeland Polspoel, pastor psychiatrie Sint-Annendael Diest
Dit is een van de zeldzame officiële vicariale beleidsteksten die in de ware zin van het woord pastoraal zijn. Er is nergens een belerend vingertje van een alwetend magisterium dat weet wat waar of onwaar, goed of slecht is. Net zoals pastores in het werkveld dat ook niet weten. In ethische zaken is zwart/wit-denken immers per definitie problematisch.
Een van de grote verdiensten is dat niet wordt ingegaan op de Waarheid, maar op het gelovig omgaan met een ethische problematiek.
De tekst nodigt ons uit na te denken of we in lijn met het evangelie omgaan met onze medemensen, die aangeven een grote lijdensdruk te ervaren, die zo groot is dat leven voor hen op die manier ondraaglijk wordt.
Als pastor worden we niet gevraagd politiek positie te kiezen om een beleid te veranderen, maar wel om bewust om te gaan met onze evangelische waarden. Het nabij zijn bij een lijdende mens staat in de tekst heel centraal, wat heel erg aansluit bij pastores die concreet pastoraal bij mensen aanwezig willen zijn, vooral als ze zich alleen voelen staan. Pastoraal vanuit presentie dus.
Als pastor word je soms geconfronteerd met beslissingen rond levenseinde die je niet oké vindt, zo erkent de tekst.
Maar ook andere zorgverleners, allereerst de artsen die de beslissing moeten goed- of afkeuren, staan onder een morele druk. Zeker in de psychiatrische context, waar het vaak gaat om aanhoudend psychisch ondraaglijk lijden. Zorgverleners zitten met de reflex empathisch om te gaan met het lijden van mensen, en willen dus ook begripvol zijn voor hun vraag naar levensbeëindiging.
Ook medisch personeel constructief nabij zijn zonder ideologische starheid, is een aspect dat zou mogen benadrukt worden.
Zoals in een theologische beleidstekst gebruikelijk is, worden hier ook Bijbelse teksten gebruikt, maar ze zijn wel op een heel begrijpelijke en pastorale manier gebruikt: niet om een ideologisch punt te maken, maar om mensen te ondersteunen in hun omgaan met wat niet gemakkelijk is in het leven. Proficiat voor de schrijvers van dit pastoraal bruikbare document.
Koen De Fruyt, diensthoofd identiteit Broeders van Liefde
Het overkomt me niet elke dag dat officiële documenten uit kerkelijke hoek me ontroeren. Reden te meer om hier iets over te zeggen wanneer dit wel gebeurt. De recente verklaring van de bisschoppen van België over pastorale zorg bij het levenseinde heeft me geraakt.
Wat de bisschoppen hier in zeer toegankelijke taal zeggen, getuigt van een levensnabije benadering.
Of het nu gaat over levenseinde, kwetsbaarheid en fundamentele verbondenheid, over het verlangen van mensen om te sterven of over het bijzonder fijne maatwerk dat pastores in dat grensgebied tussen leven en dood en tussen mensen en mysterie bieden … in al wat ze schrijven, geven ze blijk van een groot inlevingsvermogen en een sterke mensbetrokkenheid.
Geen oordelende of veroordelende woorden klinken hier, maar diepe empathie voor wat nakend of gewenst sterven met mensen doet én hoe zij hier tastend proberen mee om te gaan. En: een grote waardering voor de verbindende rol die pastores hier in vaak delicate omstandigheden opnemen.
Ontroerend om te lezen: een herderlijk schrijven die naam waardig.