‘In relaties zoek ik echtheid’
Vanuit spirituele honger herontdekte opbouwwerker Eddy De Pauw het katholieke geloof, vandaag niet meer uit zijn leven weg te denken
„Ik ben maar een gewone mens hoor”, antwoordt Eddy De Pauw (51) wat schaapachtig op onze vraag naar een interview. Over zijn geloof daarentegen is de Merelbekenaar heel wat minder schroomvol. Nochtans heeft zijn baan als opbouwwerker op het eerste gezicht weinig te maken met geloof. Toch laat de vader van vier jongvolwassen kinderen zijn leven de jongste tijd almaar meer inspireren door de figuur van Jezus Christus.
– Wat houdt uw baan precies in?
In ontmoetingshuis De Brug in Aalst werk ik deeltijds met jongeren uit kwetsbare gezinnen. Ik help hen met de opbouw van een identiteit en toekomst. Voorts ben ik deeltijds verantwoordelijk voor de buurtopbouw in de sociale woonwijk Ten Rozen in Aalst. Ik ben er aanspreekpunt voor de zowat 250 gezinnen en ik help hen zoeken naar concrete oplossingen in probleemsituaties. Desgewenst verwijs ik door naar professionele instanties, maar ik stimuleer zo veel mogelijk de hulp tussen buren onderling. Zo kan een alleenstaande weduwe na schooltijd wel eventjes op de kinderen van de buurvrouw passen terwijl die boodschappen voor haar meebrengt. Opbouwwerk verloopt vaak moeizaam, maar je kunt heel wat bereiken als je vertrekt van de krachten van mensen zelf.
– Wat maakt u gelukkig?
Ik hou van mensen die zichzelf zijn en bij wie ik mezelf kan zijn. Authenticiteit in relaties, van welke aard dan ook, vind ik belangrijk en maakt me gelukkig. Al werd ik door de jaren wel voorzichtiger op dat vlak. Vertrouwen dient te groeien. Dat merk ik bij de jongeren in De Brug. Zodra er een band is gegroeid, vinden er vaak diepgaande gesprekken plaats. Ook schoonheid in de natuur, de kunst of de muziek kan me diep ontroeren. Als kind kon ik minutenlang een vlinder achternalopen, terwijl ik de rest van de wereld vergat. Ook als volwassene kan ik me makkelijk openstellen voor wat zich aandient in het nu. Wat niet wil zeggen dat ik me nooit zorgen maak. Toen mijn vrouw enkele jaren geleden borstkanker kreeg, hadden we het niet makkelijk. Het dwong ons de dood recht in de ogen te kijken en maakte dat ik authenticiteit in relaties nog meer op prijs ging stellen. Ook mijn geloof speelt daarin een rol.
– Wat voedt uw spirituele honger?
Ik genoot een klassieke gelovige opvoeding. Wekelijks naar de kerk gaan hoorde daarbij. Ik herinner me dat ik op zondag geregeld naast mijn vader op het oksaal mocht staan om mee te zingen met het koor. Sociale bewogenheid kreeg ik dan weer van mijn moeder mee. Zij bracht geregeld eten naar de buren, terwijl we het zelf niet breed hadden. Mijn spirituele honger werd echter pas echt gevoed door een franciscaan in het middelbaar. Hij kon zo fascinerend vertellen over de Bijbelse profeten dat het leek of hij ze persoonlijk had gekend. Op zoek naar antwoorden op geloofsvragen kwam ik als volwassene terecht bij een Bijbelgroep van de evangelische Kerk. Voor het eerst in mijn leven las ik de evangeliën van a tot z. Vooral de Bergrede vind ik prachtig. Als we die met z’n allen zouden realiseren, zou de Kerk openbloeien en de wereld een paradijs zijn. Niet voor niets legt Jezus de lat hoog. Niet om ons een onhaalbaar ideaal op te dringen, maar om ons uit te dagen te groeien naar zijn voorbeeld. Als opbouwwerker praat ik weinig over mijn geloof, tenzij mensen me er zelf op aanspreken. Toch laat ik me in mijn denken, spreken en handelen almaar meer leiden door het evangelie en door de figuur van Jezus. Zo probeer ik minder vlug te oordelen. Inmiddels volg ik het laatste jaar theologische opleiding aan het Hoger Diocesaan Instituut in Gent, op diverse vlakken een verrijking.
– Wat bent u van plan met die theologische opleiding?
Specifieke plannen zijn er niet, al sta ik voor aanbiedingen open, bijvoorbeeld voor een baan als pastoraal werker. Als opbouwwerker doe ik nu al vaak aan pastoraal, echter zonder dat het zo wordt benoemd, tenzij bij Afrikaanse gezinnen bij wie de Bijbel op de salontafel ligt. We zien wel of zich een nieuwe deur opent.
– Van welke Kerk droomt u?
Van een Kerk die zichtbaar is, niet in structuren, ook al zijn die nodig, maar in de manier van leven van gelovigen. Er gebeuren heel veel goede werken, zowel binnen als buiten de Kerk. Alleen is het in de Kerk niet altijd zichtbaar vanuit welke inspiratiebron ze gebeuren. Daarover zijn we als gelovigen vaak te schroomvol. Nochtans hebben we een hoopvolle boodschap te vertellen. De advent is daartoe een uitgelezen tijd. Wie verlangt niet naar licht op duistere momenten? Dat licht is er, voor iedereen.