Samen verantwoordelijk zijn
Nieuwe parochies werken volop aan samenstelling van nieuwe parochieploeg
Een wezenlijke stap in de uitbouw van de nieuwe parochies in het bisdom Gent is de vorming van een parochieploeg. Nog vóór het einde van dit pastorale werkjaar zou elk van de nieuwe parochieploegen aan de bisschop moeten worden voorgesteld. Bevestigt hij de ploeg, dan wordt ze door de plaatselijke deken officieel aangesteld tijdens een liturgische viering.
Hoewel het terrein van heel wat nieuwe parochies samenvalt met dat van een voormalig dekenaat, werden de dekenale ploegen of stuurgroepen van de voormalige dekenaten niet zomaar omgevormd tot de nieuwe parochieploegen. In zijn nota Oriëntaties bij de nieuw te vormen parochieploeg stuurt het bisdom daarentegen aan op de vorming van een nieuw team, dat ook op een welbepaalde manier zal werken.
„De nieuwe parochieploeg is niet zomaar de optelsom van de vertegenwoordigers van de voormalige parochieploegen van de oude parochies”, licht Peter Malfliet, woordvoerder van het bisdom Gent, het beleid toe. „De leden moeten bereid zijn zich als team gedurende zes jaar in te zetten voor de nieuwe entiteit die de nieuwe parochie is. Bekwaamheid, bereidheid tot vorming en tot instappen in dat nieuwe project zijn dan ook de voornaamste criteria om iemand op te nemen in de ploeg.”
Hoe vind je in deze tijd geschikte, nieuwe parochieploegleden? Sommige nieuwe parochies, zoals die in het dekenaat Wetteren en de parochie in Sint-Niklaas, deden een beroep op de gelovigen om kandidaten voor te stellen die volgens hen beantwoordden aan het vooropgezette profiel. De parochie in Lokeren-Moerbeke pakte het anders aan. „Na mijn aanstelling als pastoor-deken vormden we een tijdelijke parochieploeg met de meest vanzelfsprekende kandidaten”, zegt Geert Catrysse. „Ieder lid bracht drie kandidaten aan voor de nieuwe parochieploeg, [node:field_streamers:0] onder wie telkens twee nieuwe mensen. Zo vormden we een team met enkele nieuwe gezichten. Daarbij vroegen we enkele mensen om een keuze te maken voor het ene of het andere engagement, om waar mogelijk overlappingen te voorkomen. De nieuwe leden namen intussen al deel aan enkele vergadering. Zo kunnen ze zelf ervaren wat het engagement inhoudt en uiteindelijk beslissen of ze ermee doorgaan. Wanneer we nog een drietal vergaderingen achter de rug hebben, is het proces allicht rond.”
Ook in Deinze verliep het proces anders. „Bij ons groeide de nieuwe ploeg uit de parochieraad”, legt pastoor-moderator Rudy Van Acker uit. „Al ruim drie jaar houden we elke maand een parochieraad. Daarin zijn medewerkers uit de hele nieuwe parochie vertegenwoordigd. Zo slaagden we erin een volledig nieuwe ploeg samen te stellen.”
Net als in de dekenale ploegen het geval is, neemt, volgens de diocesane richtlijnen, ieder parochieploeglid bij voorkeur een bepaald domein van de pastoraal ter harte. „Bij ons is dat echter nog niet voor de onmiddellijke toekomst”, zegt Geert Catrysse. „Misschien doen we het later wel. We willen nu allereerst een sterk team vormen dat het geheel van de pastoraal behartigt.”
De nieuwe parochieploeg is echter geen superwerkgroep die alles moet doen. Lokale verankering van het beleid blijft hoe dan ook onontbeerlijk. Een uitgebreider, adviserend parochieberaad, zoals in Deinze – al verkiest men daar liever de klassieke benaming ‘parochieraad’ – is alvast een geschikt middel om die band te verzekeren. „Ook de lokale kernploegen geven vorm aan de praktische werking ter plaatse van het beleid van de parochieploeg. Hoe beide niveaus op elkaar dan concreet moeten worden afgestemd, zal gaandeweg almaar duidelijker worden”, meent Peter Malfliet.