Samen zorg opnemen
Medewerkers vicariaat Vlaams-Brabant en Mechelen stellen zich een halve dag per week dienstbaar op in zorginstellingen
Eind vorig jaar ontvingen de medewerkers van het vicariaat Vlaams-Brabant en Mechelen een opmerkelijke brief van het vicariale team caritas. Met de goedkeuring van de vicariale raad kregen ze immers vrijblijvend de kans zich tijdens hun werktijd in te zetten als vrijwilliger in een zorginstelling. Door de stijgende coronabesmettingen kampten heel wat organisaties en instellingen met een personeelstekort waardoor spirituele zorg – waaraan kwetsbare mensen vooral in deze tijd nood hebben – dreigde ondergesneeuwd te geraken. Iedere vicariale medewerker kon dat tekort helpen opvangen en zich, afhankelijk van de verdere ontwikkeling van de pandemie, een halve dag per week dienstbaar opstellen voor wie ziek, oud of kwetsbaar is, zowel in de samenleving als in de zorginstellingen.
Elly Mattheus, begeleider gemeenschapsopbouw in de pastorale regio Tienen, moest geen twee keer nadenken over het tijdelijke aanbod. Sinds januari houdt ze op donderdagvoormiddag haar agenda vrij voor woon-zorgcentrum Onze-Lieve-Vrouw Ster der Zee in Scherpenheuvel-Zichem, op een boogscheut van de basiliek. Daar ondersteunt ze de dienst zingeving en spiritualiteit.
„De beklijvende beelden in het tv-journaal en de vaak schrijnende verhalen uit de ziekenhuizen, de woon-zorgcentra of andere zorginstellingen lieten me niet los”, zegt ze. „Je zag dat het personeel zich uit de naad werkte. Ik zocht al langer een manier om tastbaar een steen te verleggen. Dat lukt vandaag, soms met iets verrassend eenvoudigs.”
Elly Mattheus is aanwezig in de gesloten afdeling van het woon-zorgcentrum waar ouderen met een cognitief probleem, zoals dementie, verblijven. „Mijn taak? Met hen een kleine wandeling maken of hen helpen bij het ontbijt, maar voornamelijk naast iemand zitten en er zijn”, zegt Mattheus. „Soms zeggen ze niets, maar mijn aanwezigheid volstaat. Soms vertel ik hun dat [node:field_streamers:0] ik werd geboren in de stille Kempen. Spontaan zingen ze dan In de Stille Kempen, op de purp’ren hei. Die vreugde van dat zingen is onwaarschijnlijk mooi. Aanvankelijk leek het alsof ik een vreemdeling was die op bezoek kwam, maar nu ervaar ik dat ik een tochtgenoot mag zijn. De bewoners laten me toe om met hen verbinding aan te gaan en oog en oor te hebben voor de mens in het verleden, het heden en de toekomst. Zij zijn ook in mij aanwezig, ze maken een andere mens van me. Enig enthousiasme is me niet vreemd, maar zij bepalen het tempo.”
Laagdrempelige momenten bieden ook en soms verrassend kansen tot meer diepgaande ontmoetingen, zo blijkt. „Laatst sprak ik met een bewoner die zich wat ongelukkig voelde”, legt Elly Mattheus uit. „Ze vertelde haar levensverhaal en dat ze dagelijks naar de basiliek wandelde om er een kaars aan te steken. Ik stelde voor samen een Weesgegroet te bidden, zoals ze dat zo vele jaren had gedaan. Tijdens het bidden zag je haar stralen. Vervolgens vertelde ze me opgetogen via welke weg ze naar de basiliek stapte en hoe blij ze was bij Onze-Lieve-Vrouw. Het geloof bracht haar even tot rust. Achteraf brandde ik in de basiliek voor haar een kaars, ik maakte daarvan een foto en bezorgde die haar. Dolgelukkig was ze. Ik geloof steevast in dat soort kleine successen. Ze komen niet in het journaal of in de geschiedenisboeken, maar voor die ene persoon maken ze een wereld van verschil. Luisteren naar die verhalen maakt ook mij gelukkig, hoewel ze vaak hun kwetsbaarheid blootleggen, hun afhankelijkheid zowel als de vraag: ‘Welke waarde heb ik nog?’ Sommige verhalen houden me wel even bezig, maar ik hoef het niet alleen te dragen. Vrijwilligers en medewerkers van de dienst zingeving en spiritualiteit doen prachtig werk. Als ik zie hoe zij met de bewoners omgaan, zie ik Gods Liefde. Nee, dit laat me niet los. De Kerk kan hier beslist iets betekenen.”