De schoonheid van schaduw
Een fietstocht onder de stralende zon, langs bomen en kabbelend water, langs maïsvelden en grasland dat met wisselend succes groen probeert te blijven. En dan opeens het geluid van een vliegtuig. Blijkbaar fiets ik in de aanvliegzone van de luchthaven kilometers verderop. Maar nog voordat ik mijn hoofd kan optillen om de hemel af te speuren, zie ik voor me in het gras een grote, langsvarende schaduw. De contouren van het vliegtuig rollen voorbij over de grond: groot en snel en niet tegen te houden.
Ik heb er nooit bij stilgestaan dat ook vliegtuigen een schaduw werpen.
Af en toe neem ik het vliegtuig, omdat het snel en praktisch is. Het is een heel andere manier van je verplaatsen dan met de trein. Vliegen blijft iets waarbij je de wetten van de aarde ontstijgt. Los van zwaartekracht, van ons grijs wolkendek, van kruispunten, stoplichten en slagbomen. Zelfs de tijd doet niet altijd mee en blijft achter of loopt voor als je het vliegtuig neemt. Wie vliegt is even ‘van de wereld’.
En toch heeft zo’n vliegtuig een doodgewone schaduw, als de zon erop schijnt. Zoals alles wat we kennen. Mijn kleinzoon en ik kietelen elkaars schaduw als we in de late namiddag gaan wandelen. Hij rent weg zodat ik zijn schaduw niet te pakken krijg. Hij gilt van plezier als ik even later mijn schaduwvingers over zijn schaduwrug laat glijden. Met schaduwen kun je ook spelen.
Heeft alles wat vliegt, ook een schaduw? Ik heb het nooit gemerkt, er misschien ook niet op gelet.
Hebben meeuwen en zwaluwen, merels en Vlaamse gaaien ook een schaduw? Misschien vliegen ze gewoon te snel en kunnen mijn ogen hun schaduw niet volgen? Mijn kleinzoon schudt zijn hoofd. ‘Alleen Lucky Luke is sneller dan zijn schaduw’, weet hij zeker. En hij geeft een kleine demonstratie van hoe snel de beroemde cowboy zijn pistool kan trekken.
Niets op aarde blijft onopgemerkt. Altijd is er wel iemand die op zijn minst de schaduw ziet. Als ik me oefen, kan ik binnenkort misschien zelfs de schaduw van engelen zien. Want die zijn er gelukkig in elk mensenleven. Meestal aan de rand van ons blikveld, maar daarom niet minder onmisbaar. Mensen als engelen die ons zien zoals we zijn en toch van ons blijven houden.
En wie weet zie ik ooit, in het verre verschiet, wel de schaduw van God.
Schaduw is geen negatief begrip. In deze hete zomer waren we steeds vaker bewust of onbewust op zoek naar schaduw. Eindelijk begrijp ik beter wat Psalm 121 zo mooi zingt:
De Heer is je wachter, de schaduw aan je rechterhand. Hij waakt over je leven en houdt de wacht.