Van shopaholic tot heldin van ecomode
Als tiener was ik nog verslaafd aan shoppen, kun je je dat voorstellen? Rond mijn twintigste had ik daar helemaal genoeg van.
Mijn kasten puilden uit, maar ik voelde me leeg vanbinnen.
Ik ging vegetarisch eten. Dat heb ik een tiental jaar volgehouden, nu ben ik minder strikt daarin. Door intens met gezonde en eerlijke voeding bezig te zijn, ging ik me vragen stellen over de impact van de keuzes die ik elke dag maakte als consument. En dus ook bij mijn kleerkast. Kon ik maar een manier vinden om stijlvol gekleed te gaan en toch niet al te veel schade aan te richten aan het milieu!
En zeker ook zonder slechte arbeidsomstandigheden of kinderarbeid te bevorderen. Die 2 hangen voor mij samen. Je kunt niet bekommerd zijn om het milieu, maar niet inzitten met uitbuiting van mensen.
Tussen de fairtrade kledij van dat moment vond ik mijn stijl niet. Dan maar naar tweedehandswinkels. Maar de kleding die je daar vindt, legde net dezelfde weg af als die in doorsnee zaken. Het enige verschil is het uitgestelde proces. Het werd een hele zoektocht om fairtrade en ecomode te koppelen. En die zoektocht liet me niet meer los.
Van duurzame winkel naar dito buurt
Intussen had ik wat ervaring in de verkoop om mijn studies (opvoedster in de jeugd- en gehandicaptenzorg, beeldende kunst en fotografie) te betalen. Ja, ik ben iemand die nogal veel hooi op de vork neemt. Soms is dat ook best vermoeiend. Mijn moeder is zelfstandige, ik heb het wellicht van haar. Al groeide ik op bij mijn oma, die me altijd maar probeerde af te remmen. Het had overduidelijk het omgekeerde effect op mij!
Zo kwam de eerste winkel van Today is a good day, in de Nationalestraat in Antwerpen, er bijna vanzelf. Nu ja, vanzelf gaat het natuurlijk nooit. Als je de producten betaalbaar wil houden voor de klant, zijn de winstmarges veel kleiner dan bij massakledij.
Je moet dit soort kledij niet verkopen om er rijk van te worden. Maar de klanten komen terug en maken reclame. Dat stemt me hoopvol.
Ik begrijp best dat mensen vaak de makkelijkste weg kiezen. Dat ze niet na een zware werkdag nog eens alle etiketten op voeding of kledij gaan lezen om de best mogelijke ecologische keuze te maken. Maar als iedereen binnen de mogelijkheden van zijn budget al bewuster omgaat met eerlijke productie, dan staan we al een heel eind verder.
Naar het voorbeeld van de aangrenzende Kammenstraat droomde ik van een verbindend verhaal voor de winkels van de Nationalestraat. Ik ging ze allemaal af met mijn voorstel.
Daaruit ontstond Quartier Nationale, een vereniging die de buurt op de kaart moet zetten als duurzaam alternatief voor de grote winkelketens op de Meir. Simpel was dat niet. Op de duur stond ik meer in andere winkels dan in de mijne. En niet iedereen bleek even enthousiast over duurzaam ondernemen. Ik had het wellicht opgegeven, als we dankzij sponsoring niet iemand hadden kunnen aanwerven om die taken van mij over te nemen. Dat beetje hulp uit onverwachte hoek gaf me een nieuwe boost. Opgeven is toch zonde van al die tijd die je er al hebt ingestoken!
Eigen collectie in de rekken
Nu ben ik heel trots mijn eerste eigen collectie te kunnen voorstellen in de winkel. Binnenkort trek ik naar Bangladesh om daar met eigen ogen het productieproces te bekijken. Niet dat ik niet vertrouw op het internationaal erkend keurmerk dat de kledij daar krijgt - je moet ergens beginnen - maar nu het om mijn eigen ontwerpen gaat, wil ik het graag van dichtbij volgen.
Less is more
Ik wil nog altijd zo weinig mogelijk spullen in huis hebben. Koop ik een nieuw kledingstuk of een juweel, dan mag het best wat kosten. Maar dan doe ik tegelijk 2 spullen weg. Vroeger had ik een mooie bibliotheek met kunstboeken. Ik heb ze allemaal weggegeven. Had er toch al maandenlang niet meer in gekeken. Wel lang getwijfeld, hoor. Zo’n bib is ook een stuk van je identiteit en ik vind het nog altijd tof om bij mensen thuis naar hun boeken te kijken.
Tegelijk is zo’n boekenkast ook een beetje een pseudo-identiteit. Het is meer om aan anderen te laten zien wie je bent (of wie je zou willen zijn). Je identiteit zit niet in een boekenkast, maar in jezelf. Ik koop nog wel boeken, maar ik geef ze door. Het leven wordt zoveel lichter als je minder spullen meesleurt.
Mijn motto is: Travel light. Daar word ik gelukkig van. Mijn raad: Als je in iets investeert, koester het dan ook.
Zonder diepe verbondenheid geen ecologie
Over de klimaatproblematiek wordt vaak moraliserend gedaan. Je krijgt dan beelden te zien van honden die in de pan worden gehakt en zo. Vreselijk! Maar je kunt niet aldoor depressief rondlopen. Het klimaatdebat heeft een positieve insteek nodig. Die vind ik in de diepe overtuiging dat alles verbonden is met elkaar.
Uiteindelijk is dat ook wat alle godsdiensten en overtuigingen gemeen hebben: dat je de ander behandelt zoals je zelf behandeld wilt worden.
Daarvoor hoef je nog geen hippie te worden. Het is gewoon plezanter om goed te zijn voor de ander. Je voelt jezelf gewoon beter in je vel. Het is tijd dat we van kwantiteit (altijd meer hebben) naar kwaliteit gaan (beter leven met elkaar).