Sint-Jozef, nederige timmerman en model voor arbeiders
Broeders en zusters, goedendag!
De evangelisten Matteüs en Marcus noemen Jozef timmerman of meubelmaker. Zopas hebben we gehoord dat de mensen in Nazaret bij het horen van Jezus zich de vraag stelden: Is Hij niet de zoon van de timmerman? (Mt 13,55, cf. Mc 6,3). Jezus beoefende het vak van zijn vader.
Het Griekse woord tekton, gebruikt om het werk van Jozef aan te duiden, wordt op verschillende wijzen vertaald. De Latijnse kerkvaders hebben het vertaald als timmerman. We moeten hierbij bedenken dat in de tijd van Jezus hout werd gebruikt niet slechts om werktuigen en meubelen te maken, maar ook om huizen te bouwen die bestonden uit opstaande balken en terrasdaken bestaande uit dekplanken en aarde.
Zwaar beroep
Met andere woorden timmerman of meubelmaker was een algemene bepaling die gebruikt werd, zowel om houtbewerkers aan te duiden als mensen die in de huizenbouw actief waren. Het was een zwaar beroep. Men moest immers werken met zwaar materiaal zoals hout, stenen en ijzer. Onder economisch opzicht was het geen waarborg voor grote verdiensten. Dat kan men afleiden uit het feit dat Maria en Jozef wanneer zij Jezus in de Tempel opdroegen slechts een koppel tortels of duiven (cf. Lc 2,24) offerden zoals de Wet voor de armen voorschreef (cf. Lev 12,8).
Aanstoot
Dus, de opgroeiende Jezus heeft van zijn vader dit beroep geleerd. Wanneer Hij dan als volwassene zijn prediking aanvat stellen zijn dorpsgenoten verbaasd de vraag: Waar heeft Hij die wijsheid vandaan? En de macht om wonderen te doen? (Mt 13,54), en ze namen aanstoot aan Hem (cf. v. 57) omdat Hij de zoon van de timmerman was en sprak als een schriftgeleerde. Hieraan namen ze aanstoot.
Arbeiders
Dit feit uit de levensbeschrijving van Jozef en van Jezus doet mij denken aan alle arbeiders ter wereld, vooral aan hen die uitputtende arbeid verrichten in mijnen en bepaalde werkplaatsen; ik denk aan hen die uitgebuit worden met zwartwerk; aan de slachtoffers van arbeidsongevallen – waarvan er recent in Italië verschillende gebeurden - aan kinderen die verplicht worden te werken en aan hen die op vuilnisbelten op zoek zijn naar iets om te ruilen … Ik veroorloof mij te herhalen wat ik reeds zegde: de verborgen arbeiders, arbeiders die uitputtend werk doen in de mijnen en in bepaalde werkplaatsen. Laten we aan hen denken.
Kinderarbeid
Aan hen die met zwartwerk worden uitgebuit, aan hen die in het geheim worden betaald, zonder pensioenrechten, zonder iets. En als je niet werkt, heb je geen enkele zekerheid. Zwartwerk bestaat vandaag en veel. Laten we denken aan de slachtoffers van arbeidsongevallen; aan de kinderen die verplicht worden te werken. Dat is verschrikkelijk! Kinderen die op hun leeftijd moeten kunnen spelen worden gedwongen als volwassenen te werken. Denken we aan de kinderen, de sukkels, die in het afval op zoek gaan naar iets om te ruilen. Zij allen zijn onze broeders en zusters die op dergelijke wijze de kost verdienen, met werk dat hun waardigheid miskent! Laten we daaraan denken. En dat gebeurt vandaag in de wereld. Vandaag gebeurt dit!
Werklozen
Maar ik denk ook aan hen die zonder werk zitten. Veel mensen gaan aan de poorten van fabrieken en ondernemingen aankloppen: Is er geen werk? – Neen, dat is er niet, neen … Gebrek aan werk! Ik denk ook aan hen die zich gekwetst voelen in hun waardigheid omdat ze geen werk vinden. Bij thuiskomst: Heb je iets gevonden? – Nee, niets … ik ben bij Caritas langs geweest en zo breng ik wat brood mee. Wat je waardigheid geeft is niet brood meebrengen naar huis. Je kunt het bij Caritas krijgen, maar dat geeft je geen waardigheid.
Wat je waardigheid geeft is je brood verdienen.
Als we aan onze mensen, aan onze mannen en aan onze vrouwen niet de mogelijkheid geven hun brood te verdienen, dan is dat sociale onrechtvaardigheid. Hier, in dat land, in dat werelddeel. Regeerders moeten alle mensen de mogelijkheid bieden hun brood te verdienen want dat verdienen geeft hen waardigheid. Werk is een erkenning van waardigheid. Dat is belangrijk.
Veel jongeren, veel vaders en veel moeders beleven het drama van geen werk te hebben dat hen toelaat gerust te leven, dagelijks te leven. Vaak wordt het zoeken zo dramatisch dat ze op het punt komen elke hoop te verliezen en elk verlangen te leven. In deze tijd van pandemie hebben vele mensen hun werk verloren – we weten het - en sommigen, vermorzeld door die ondraaglijke last, kwamen op het punt om zich van het leven te beroven. Vandaag wil ik ieder van hen en hun gezin gedenken.
Laten we het even stil maken en die mannen en vrouwen gedenken, wanhopend omdat ze geen werk vinden.
Werk als weg naar heiligheid
Men houdt onvoldoende rekening met het feit dat werk een wezenlijk bestanddeel is van het menselijk leven en ook op de weg van de heiligheid. Werken dient niet slechts om het gepaste levensonderhoud te verwerven. Het is ook een wijze om onszelf uit te drukken, ons nuttig te voelen en de grote els van het concrete leven te leren dat het geestelijk leven behoedt voor spiritualisme. Spijtig genoeg is werk vaak gijzelaar van sociale onrechtvaardigheid en, meer dan een middel tot menswording is het een randgebied van het bestaan. Vaak stel ik mij de vraag: met welke ingesteldheid verrichten wij ons dagelijks werk? Hoe gaan we om met vermoeidheid? Zien we slechts het verband van onze activiteit met onze toekomst of zien we ook het verband met de toekomst van de anderen? Inderdaad, werk is een wijze om onze persoonlijkheid te vertolken en die is van nature relationeel. Werk is ook een wijze om onze creativiteit te ontplooien. Ieder werkt op zijn/ haar wijze, met een eigen stijl. Hetzelfde werk, maar met een andere stijl.
Kerk
Het is fijn te bedenken dat Jezus zelf heeft gewerkt en dat hij die kunde precies van de Heilige Jozef heeft geleerd. We moeten ons vandaag de vraag stellen wat we kunnen ondernemen om de waarde van de arbeid terug te vinden. Welke bijdrage kunnen wij als Kerk bieden om de arbeid te bevrijden uit de logica van de loutere winst zodat hij kan beleefd worden als een fundamenteel recht en fundamentele plicht van de persoon waarvan hij de waardigheid uitdrukt en doet toenemen.
Gebed Paulus VI
Geliefde broeders en zusters, om al deze redenen wil ik vandaag samen met jullie het gebed uitspreken dat de Heilige Paulus VI tot de Heilige Jozef richtte op 1 mei 1969:
Heilige Jozef,
patroon van de Kerk,
gij die aan de zijde van het mens geworden Woord
elke dag hebt gewerkt om je brood te verdienen,
uit Hem kracht puttend om te leven en te zwoegen;
gij die de angst om morgen hebt gekend,
de bitterheid van de armoede, de onzekerheid van het werk:
gij die vandaag jouw voorbeeld laat stralen,
nederig ten aanzien van de mensen
maar zeer groot voor God,
bescherm de arbeiders in hun harde dagelijkse bestaan,
behoed hen voor ontmoediging,
voor doelloze opstandigheid,
en ook voor de bekoringen van de genotszucht;
en bescherm de vrede in de wereld,
vrede alleen kan de ontwikkeling van de volkeren bewerken.
Amen.
- Vertaling uit het Italiaans: Marcel De Pauw msc
- Lees alles van paus Franciscus op Kerknet.