In het spoor van Sint-Livinus
Cotthemroute Sint-Lievens-Houtem wisselt religieuze erfgoed af met natuur
In een hyperverbonden wereld is wandelen verbinding maken met jezelf en delen met vrienden. Elkaar leren kennen en vragen tijd gunnen. Koesteren. De stilte laten bovendrijven. Alvast de Cotthemroute in Sint-Lievens-Houtem leent zich daar uitstekend toe. Smalle kerkwegels, waarvan je het bestaan niet vermoedt als je er te snel voorbijloopt, leiden wandelaars in geen tijd van het centrum van de gemeente naar de plaatsen waar de heilige Livinus zich in de zevende eeuw als zwerfmonnik moet hebben opgehouden. Sint-Lievens-Houtem wordt wel eens de poort naar de Vlaamse Ardennen genoemd en dat is niet verwonderlijk, want als wandelaar voel je aan de kuiten hoe de Dendervlakte er zachte glooiingen opwerpt.
Ruim duizend jaar geleden kwam de Sint-Lievensprocessie op gang vanuit Gent. Dat was een belangrijke volksbedevaart die jaarlijks op 12 november werd gestapt, op de naamdag van Sint-Lieven. Nadat Karel V (1500-1558) de processie verbood, raakte de traditie in de vergetelheid. Enkel de Houtemse Jaarmarkt, een door de Unesco erkende vee- en paardenmarkt, herinnert nog aan de processie met het gebeente van Sint-Lieven. Die vindt immers jaarlijks plaats op 11 en 12 november en vindt haar oorsprong bij de bevoorrading van de middeleeuwse bedevaarders.
Precies onder het kolossale afdak van de Markt in Sint-Lievens-Houtem komen de twee lussen samen die de twaalf kilometer lange Cotthemroute uitmaken. Eeuwenlang gebruik van dezelfde paden, te voet of met paard en kar, leidde tot een natuurlijk erosieproces. In combinatie met losgewoelde aarde die afspoelde met het regenwater ontstond aldus een aantal goed bewaarde holle wegen, paden die lager liggen dan het omliggende land. Ze maken deel uit van het 110 kilometer lange netwerk van ‘trage wegen’ op het grondgebied [node:field_streamers:0] van Sint-Lievens-Houtem, die het religieuze erfgoed van de streek met elkaar verbinden. Op diezelfde wegen zou de Ierse bisschop Livinus als missionaris zijn geloof hebben verkondigd. Het kwam hem duur te staan. Hem werd het zwijgen opgelegd door hem de tong uit te rukken en vervolgens werd hij op gruwelijke wijze vermoord, aldus de overleveringen. Is het om die reden dat de fluisterwandeling Cotthemroute wandelaars inspireert tot stilte?
Langs de hele route treffen we geregeld kapelletjes, Maria- beelden en kruisen aan. Het zijn bakens in het landschap die getuigen van de band die de plattelandsbewoners vroeger hadden met religie. Een landbouwer plantte een kruis om een rijke oogst af te smeken, een andere deed het om zijn geliefde te laten genezen. Niet zelden zijn ze gewijd aan Sint-Lieven.
De kleine, witte Sint-Annakapel, op een kruispunt van onverharde veldwegen, speelt een sinistere rol in de geschiedenis. Hier mochten tot de galg veroordeelde misdadigers nog een laatste keer bidden en hun zonden opbiechten. Een holle weg, de Rot, leidt ons vervolgens naar de Balei. Daar, op het hoogste punt van de streek, wachtte de galg op de terdoodveroordeelde. Thans oogt de plek een stuk gastvrijer. Een bronzen Romeinse legioensoldaat herinnert de voorbijganger aan de Romeinse aanwezigheid in het zuiden van Oost-Vlaanderen. Aan zijn voeten loopt de Romeinse heerbaan die Boulogne-sur-Mer via Velzeke verbond met Tongeren.
Het mooiste deel van de Cotthemroute wordt bewaard voor het einde. Het Cotthembos is ongetwijfeld een van de hoogtepunten van deze wandeling. Het natuurgebied is een verzameling van bossen, open kouters en houtkanten en holle wegen in de vallei van de Cotthembeek. Hier wordt de stilte slechts doorbroken door het gebeitel van een bonte specht.