Stephan Sanders, een intellectueel gaat weer naar de kerk
Stephan Sanders is als filosoof, schrijver en presentator van tv-programma’s een van de bekendste denkers in Nederland. Net als in Vlaanderen is dat vaak genoeg om godsdienst not done te vinden. Maar Sanders is een dwarsdenker. Misschien moet ik maar gelovig worden, liet hij zich onlangs ontvallen. Het magazine Trouw interviewde hem daarover, en hij legt uit:
Ik werd zo wanhopig van de parmantigheid waarmee niet-gelovers hun stellingen verdedigen, dat ik alleen daarom al sympathie begon te krijgen voor religieuzen. Stephan Sanders
Half voor de grap begon Sanders bij vrienden te verdedigen dat je toch best gelovig zou kunnen zijn. Voor zichzelf ging hij een beetje proefgeloven, om te kijken of het mij stond. En ik merkte dat voor mij religie wel degelijk van belang was.
In datzelfde interview zegt Sanders:
De maakbaarheidsgedachte is eigenlijk veel aanmatigender dan de geloofsuitingen die ik aantref in het christendom van nu, de evangelicals en andere strikte groepen even buiten beschouwing gelaten. We vinden de twijfel eerder bij de gelovigen dan bij de mensen die zo zeker weten dat er helemaal niets is.
Als gelovige zat Sanders in het beginnersklasje, zo gaf hij laconiek toe. Het woord God in de mond nemen, voelde nog raar.
Ik probeer het woord God uit te spreken zonder te giechelen.
Of de kerk nu het volgende station was, wilde Trouw weten. Sanders wilde het proberen. Dat doet hij dus nu. En hij brengt er meteen maandelijks verslag over uit.
Stephan Sanders, voor het eerst weer naar de kerk
We halen enkele mooie passages uit zijn eerste verslag, om je goesting te doen krijgen het hele stuk te lezen:
Het heeft iets willekeurigs om op een zondag zomaar op je fiets te springen, beetje christelijk tijdstip, op weg naar klokgebeier en devotie. Er zit een camera op je schouder gemonteerd, en die registreert precies wat jij denkt:
Zie toch die rare, wiebelige man die ineens in groepsverband wil gaan geloven.
Het is gewoon geworden, 's zondags naar de kerk. Gewoon, als in: niet excentriek. Het heeft toch een paar maanden geduurd voordat die schoudercamera werd uitgeschakeld.
Het helpt in dit verband dat de kerk die ik bezoek een kapelaan en een diaken kent die niet beieren. Ze blijven enkelvoudig spreken, ook als ze de zeer grote woorden gebruiken die nu eenmaal vallen tijdens zo'n mis.
Tegelijkertijd zocht ik, razende criticus die ik ben, toch ook naar deemoed in mezelf. Je bent hier niet gekomen om een knalharde recensie af te leveren.
Je bent hier om minder vervuld te raken van jezelf en je eigen onmetelijk wijze oordeel, dat werkelijk à la minute één of vijf sterretjes uitdeelt.
En tegelijkertijd het besef dat ik niet zozeer het geloof heb gekozen, zoals je dat zegt van een politieke partij. Het geloof heeft mij gekozen, zoals de homoseksualiteit dat ook deed toen het helemaal niet gelegen kwam.
‘Kunt u later nog eens terugkomen, er is nu niemand thuis.’ Heerlijke zin, die je als puber gedachteloos uit je mond krijgt. Maar jij was er, jij was al die tijd gewoon thuis.