Stijn Fens in Tertio: ‘Ik heb altijd heimwee naar Rome’
Stijn Fens (1966) groeide op in een huis vol boeken. Zijn vader, de Nederlandse Volkskrant-columnist Kees Fens, bracht hem de liefde voor literatuur bij. Maar de jeugdherinnering die Fens’ leven nog het meest tekent, is een reis naar Rome op 12-jarige leeftijd. Toen paus Johannes Paulus II werd verkozen, sloeg bij mij als het ware de bliksem in. Als het hoofdkwartier van de katholieke kerk in Genève of in Brussel zou staan, had ik waarschijnlijk nooit voor dit vak gekozen. Het heeft voor mij te maken met Rome, met de stad, met de koepels, de fonteinen en de eeuwige botsing tussen het eeuwige en het tijdelijke. In het Vaticaan komt alles samen.
115 oude mannen
In oktober 1978 gingen we met het gezin naar Rome. Onze reis viel samen met het conclaaf waarin paus Johannes Paulus II werd gekozen. Mijn vader vond dat wij dat moesten meemaken. Tweemaal per dag nam hij ons mee naar het Sint-Pietersplein. 115 oude mannen die zich terugtrokken in een kapel en er pas uit mochten als ze een paus hadden gekozen: het raakte iets in mij. Toen op 16 oktober Johannes Paulus II werd gekozen, sloeg bij mij als het ware de bliksem in. Ik weet nog dat toen we terugliepen naar het hotel, ik tegen mijn vader zei: ‘Later als ik groot ben, wil ik een conclaaf verslaan’. Sindsdien staat veel in mijn leven in het teken van Rome.
Supermarkt
We hebben een miraculeuze paus. Het lijkt alsof Franciscus alles heeft uitgevonden: de aandacht voor de armen, voor het klimaat. Toch staat hij wel degelijk op de schouders van Johannes Paulus II en Benedictus XVI. Dat is ook zijn kracht. Je kunt het vergelijken met de nieuwe filiaalhouder van een supermarkt. De supermarkt is nog altijd dezelfde, maar de filiaalhouder staat nu voorin, lacht, heet je welkom en helpt zelf mee de schappen te vullen. Het assortiment is niet veranderd, het is alleen anders neergezet.
Franciscus is een heel politieke paus. Niet voor niets bracht hij de ‘groene’ encycliek Laudato Si’ uit in 2015, enkele maanden voor de VN-klimaatconferentie in Parijs.
Hij schaakt op het wereldtoneel. Zijn acties en zijn taal zijn effectiever dan die van zijn voorganger, maar eigenlijk zegt hij op veel gebieden hetzelfde.
Terug naar het begin
Ik geloof dat de toekomst van de kerk in de stad ligt. In Almere wordt momenteel een katholieke kerk gebouwd. Het merendeel van de communicanten is van niet-Nederlandse afkomst. Hetzelfde geldt inmiddels voor nieuwe priesters in Nederland. We gaan naar een heel andere kerk, maar hopelijk blijft er genoeg vitaliteit over om mee te kunnen gaan in dat nieuwe verhaal. De vraag is of er niet te veel energie is verspild aan de overlevingsdrang van de katholieke kerk. Het parochiemodel, met kerken die alleen op zondag tussen 10 en 11 uur open zijn, is een archaïsche structuur die niet meer past bij de huidige tijd.
De kerk moet zich heruitvinden. Misschien moeten we wel helemaal terug naar het begin, naar de huiskerken in het Bijbelboek Handelingen.
Of je katholiek moet zijn om goed over het Vaticaan te schrijven? Ik ben er nog steeds niet uit. Je hoeft mij niet uit te leggen hoe een mis in elkaar zit, maar als ik over misbruikschandalen schrijf – wat ik al 30 jaar doe –, vind ik dat de onderste steen boven moet. In mijn analyses kan ik keihard over de kerk zijn. Toch raakte het mij toen ik in 2010 op het schoolplein mijn kinderen stond te wachten en iemand achter mij zei: ‘Ach, die vieze oude man in Rome!’ Het was wel mijn paus. Die eeuwige strijd is misschien wel goed. Volgend jaar verschijnt mijn nieuwe boek over Rome. Daarin probeer ik uit te vinden waarom die stad mij zo fascineert.
Heimwee
Ik heb altijd heimwee naar Rome, ook nu. Dat verlangen wordt nooit helemaal ingelost. Als ik in het vliegtuig op de terugweg zit, heb ik buikpijn omdat ik weg moet en daarna bouwt het verlangen zich weer langzaam op. Het leven van een pelgrim heeft toch iets moois.