Syrië na aardbeving: franciscanen tonen echte broederlijkheid
Al sinds Kerstmis verblijft Barbara Mertens in het klooster van Mar Moussa in Syrië. Op 6 februari werd ze al heel vroeg wakker geschud, niet door de wekker voor het ochtendgebed, maar door de aardbeving in Turkije. Het klooster ligt ver genoeg van het epicentrum om geen schade te lijden, maar heel de gemeenschap leefde meteen mee met de slachtoffers in het noorden van het land.
Jacques Mourad, de verantwoordelijke van de gemeenschap die binnenkort tot aartsbisschop wordt gewijd, trok naar het zwaar getroffen Aleppo. Hij las de angst en wanhoop in de ogen van de mensen, meer nog dan in de ergste dagen van de oorlog. Maar hij zag ook veel solidariteit.
Alle kerkgemeenschappen in Syrië engageren zich samen om hulp te bieden.
Vanuit Libanon reden al vrij snel auto’s met hulpgoederen in file de grens over naar het noorden van Syrië, terwijl andere grensovergangen gesloten waren.
Echte minderbroeders
Afgelopen weekend trok Barbara naar Homs samen met Nouhad, een vrijwilligster in Mar Moussa. Daar ontmoette Nouhad haar vriendin Salpi, die ze had leren kennen op de Franciscan March, een spirituele wandeltocht van de franciscanen. De herinnering maakte duidelijk warme gevoelens los bij de twee. Vooral de stille dag waarin vergevingsrituelen centraal stonden, had diepe indruk gemaakt.
Het getuigenis van Nouhad en Salpi zegt veel over de rol van de franciscanen in het door oorlog verscheurde Syrië.
Nouhad: ‘Bij hen vond ik mijn spirituele zelf. De broeders zijn zo betrokken op de gewone mensen. Ze leven nog bescheidener en eenvoudiger dan wij. Ze delen eten uit, zitten mee op de vloer. Ze kunnen je kijk op jezelf en God veranderen. Echte minderbroeders zijn het, altijd dienstbaar.’
Barbara Mertens: ‘Het enthousiasme van Nouhad en Salpi was hartverwarmend, te meer omdat ik als stafmedewerkster van TAU ook in de franciscaanse beweging actief ben. Ik vroeg hen om me in contact te brengen met een van de minderbroeders. Zo kwamen we op het spoor van een bijzonder verhaal van broederlijkheid tussen de brokstukken in Aleppo.’
Tekst gaat verder onder de foto's.
Broederlijkheid tussen brokstukken in Aleppo
Vanuit Aleppo vertelt minderbroeder Khukaz Mesrob over die noodlottige februari-ochtend. ‘Het hele klooster begon te beven. We zochten beschutting onder de tafel.’ Toen het beven ophield, trokken de broeders naar buiten om de schade op te meten. De koepel was al zwaar beschadigd in de oorlog en nu leek de klokkentoren het te gaan begeven.
Maar veel tijd om daarover te piekeren was er niet. ‘De mensen hier beschouwen het klooster als hun tweede thuis. Ze zochten hier dan ook meteen hun toevlucht.’
Sommigen kwamen op blote voeten, anderen in hun pyjama. Het was erg koud en het regende.
In het klooster werden alle ontmoetingsruimten, vergader- en leslokalen herbouwd tot slaapzalen. ‘Na de tweede beving ‘s middags kwam er een nieuwe golf mensen bij. De eerste drie nachten hebben we niet geslapen. We bleven waken bij sommige mensen die vergingen van de angst.’ Voor zoveel mensen moest er ook eten worden gemaakt. De broeders hadden de handen vol.
Gelukkig kregen ze hulp van jongeren uit parochie, die net als Nouhad en Salpi zoveel aan de minderbroeders te danken hebben. ‘Hun hulp was voor ons een grote steun.’
De vluchtelingen zijn onder de indruk van de vrijgevigheid van de jongeren van de parochie.
Hun geest van hoop, hun gebed en hun kracht maken indruk.
Enkele weken na de aardbeving denken de broeders al aan de wederopbouw. ‘Ingenieurs en architecten bestuderen de staat van de huizen: welk huis moet worden verlaten, welk is herstelbaar? We organiseren ook psychologische ondersteuning omdat veel mensen bang zijn om weer in hun huis te gaan slapen’, zegt broeder Khukaz.
Moslims en christenen, één in de grootste nood
De minderbroeders franciscanen vormen een kleine maar erg dynamische kloosterorde in Syrië. Aleppo telt drie kloosters met een handvol broeders. Naast Damascus en Lattakia leven er verder enkele broeders in kleine dorpen in het noorden, die nog steeds door IS en Al Qaeda gecontroleerd worden. Ook vóór de aardbevingen waren de religieuzen hier al een toonbeeld van broederlijkheid.
Zo bieden ze sinds de oorlog psychologische hulp en organiseren ze creatieve workshops zoals theater, musical en tekenen in hun school Terre Sainte in Aleppo.
Moslims zijn er even welkom als christenen.
Ongeveer 2.500 mensen krijgen er ‘s middags een warme maaltijd. Kwetsbare gezinnen en ouderen kunnen ook financiële hulp krijgen. Er worden voedselpakketten gemaakt, melk en pampers verzameld en uitgedeeld. Momenteel verblijven daar bovenop 500 slachtoffers van de aardbeving. En naast al die solidariteit ontvangen de minderbroeders en hun vrijwilligers ook nog eens 1.200 kinderen en jongeren voor de wekelijkse catechese en zetten ze activiteiten voor vrouwen op.
Of de christenen in Aleppo zich niet door God in de steek gelaten voelen na de oorlogsellende, diepe armoede en nu de zware aardbevingen?
Broeder Khukaz: ‘Toch geloven we dat God ons beschermt. Het leven is wat het is, het enige wat blijft is Gods liefde. En wij zijn de hand van God, zijn glimlach, zijn liefde. Elke liefdesdaad is een daad van God. Langs die weg kunnen we op God vertrouwen. Dat deze gebeurtenissen ons mogen leren hoe we Hem meer kunnen zien en voelen.’
Salpi zegt het zo: ‘De franciscanen zijn voor ons als zoals een moeder voor haar kind.’
Als je je nergens meer veilig voelt in de wereld, dan is je moeders schoot de enige plaats waar je wil zijn.
‘Door het voorbeeld van de franciscanen na de aardbeving begrijp ik hoeveel liefde God in elke mens gelegd heeft. Ook wij kunnen het aan anderen geven. Zonder de franciscanen zouden vele mensen al gestorven zijn.’
Bekijk de website van de franciscanen in Syrië en overweeg een online donatie.