Theoloog wordt schooldirecteur ~ Deze 3 deden het
Hans Debel is directeur in de Heilige Familie in Ieper. Daarvoor werkte hij als docent Bijbelwetenschappen aan de KU Leuven en het Grootseminarie in Brugge. Pieter Vyncke is directeur van het Sint-Bernarduscollege in Oudenaarde. Hij begon als godsdienstleerkracht in 2010 en verzorgde nadien de graadcoördinatie en internationalisering van de school. En Frederik Glorieux is directeur van het Sint-Vincentiuscollege in Anzegem, voordien docent bij Vives Kortrijk. Thomas godsdienstonderwijs interviewde hen bij het begin van het schooljaar. Enkele fragmenten.
Hoe helpt je theologische opleiding je als schooldirecteur?
Pieter Vyncke • Je proeft van een heleboel menswetenschappen, visies en levensbeschouwingen. Ik vond dit tijdens de opleiding al een verrijking en ik neem het ook mee in mijn huidige job.
Frederik Glorieux • De brede opleiding komt van pas in de omgang met de mensen in je team. Sommige collega-directeurs hebben een zeer technisch managementprofiel en zijn strikter in hun personeelsbeleid.
Ik neem ruim de tijd voor de functioneringsgesprekken en probeer die steeds te voeren vanuit een positieve insteek zonder mogelijke werkpunten te schuwen.
Ik denk dat het geloof in deze kracht voortkomt uit de opleiding.
Hans Debel • Vanuit onze opleiding zijn we bovendien gevoeliger voor alle vragen rond katholieke identiteit. Ik denk na over het samenspel tussen traditie en actuele context en hoe je tegen de achtergrond van de traditie een katholieke school kan waarmaken met leerlingen en leerkrachten. Dat betekent voor mij ook gevoelig zijn voor de relatie met de lokale kerkgemeenschap.
Is directeur zijn een roeping?
Glorieux • Voor mij zeker wel. Ik wilde het en wel op deze school. Ik tel mijn uren niet en kan er elke dag staan met een glimlach.
Debel • De vorming van jonge mensen is een van de boeiendste dingen die ik ken en het sluit aan bij wat ik al altijd wou doen en kan.
Wat wordt de grootste uitdaging dit jaar?
Debel • Met de vijf katholieke secundaire scholen van Ieper starten we in september met een ambitieus nieuw concept voor de eerste graad.
Eerstejaars kunnen over de scholen heen 'horizons' kiezen aansluitend bij hun talenten en interesses: tweewekelijks krijgen ze dan op woensdag les in een andere school.
We hopen hen op deze manier beter te kunnen oriënteren in functie van het tweede jaar en de tweede en derde graad. En van zodra er duidelijkheid is in het wetgevend kader, moeten we ook de tweede en derde graad moderniseren.
Glorieux • Ons pedagogisch project op punt stellen, uitschrijven en implementeren. Een geheel dat gedragen wordt door leerkrachten, leerlingen en ouders en dat open, dynamisch en en uitnodigend is.
Hoe stel je de katholieke dialoogschool voor aan ouders en leerlingen?
Vyncke • Voor veel directeurs is moeilijk om te doorgronden en daardoor nemen ze het niet altijd op in de visie en missie van de school. Het Sint-Bernarduscollege is op levensbeschouwelijk vlak heel actief. Kerkbezoek, een project rond armoede, bezinningsdagen in een abdij, een interlevensbeschouwelijk debat (dit jaar met Khalid Benhaddou, de deken van Oudenaarde, rabbijn Malinsky en een vertegenwoordiger van het vrijzinning humanisme). We hebben ook een sportdag samen met leerlingen met een beperking.
Ook voor de collega’s zijn bezinningen, een gezinsdag, een abdijweekend.
Debel • Op onze school woont een zustergemeenschap en dat maakt de band met de traditie meteen zichtbaar. Dagelijks wandelt wel een van hen over de speelplaats. De populatie in Ieper is nog niet heel divers, wat het element dialoog wat minder uitdagend maakt. Het gaat vooral om de dialoog met de secularisatie. We hebben een sterke pastorale werking met gedreven leerkrachten.
Glorieux • Ook wij zijn een zusterschooltje. De levensbeschouwelijke diversiteit is niet groot, maar toch kreeg ik al van ouders de vraag of hun kinderen verplicht zijn de godsdienstlessen te volgen. Het antwoord is duidelijk: het vak hoort bij onze missie en visie.
Bij het korps voel ik wel degelijk een nood aan levensbeschouwing is een duidelijke visie rond de katholieke dialoogschool.
Daarvan maken we de komende jaren zeker werk.
Hoe ga je om met de levensbeschouwelijke diversiteit van leerkrachten?
Glorieux • Voor de nieuwe verwoording van de missie deden we een aantal groepsvormende activiteiten met stellingen rond levensbeschouwing. Sommigen zijn van mening dat het niet hun ding is en dat mag. Maar niemand in mijn team geeft blijk van een hardnekkige tegenkanting.
Debel • Onlangs hielden we een bevraging onder de leerkrachten over de vieringen op school. Uit de resultaten bleek een grote levensbeschouwelijke diversiteit. Toch staat een meerderheid achter de vieringen, in tegenstelling tot wat je van het gemiddelde in de samenleving zou kunnen verwachten.
De vieringen zijn voor veel leerkrachten een evident aspect van het project van de school.
Wat is voor jullie de taak van een godsdienstleerkracht vandaag?
Glorieux • Ik merk dat godsdienstleerkrachten door de leerlingen vaak aangeduid worden als vertrouwenspersoon. Persoonlijke meningen komen in dat vak sneller aan bod en de leerkracht is er getuige van zijn eigen identiteit.
Voor sommige leerlingen is die 2 uren godsdienst ook een vorm van rustpunt in een drukke weekplanning.
Debel • Godsdienst is een vak zoals alle andere en moet ook zo behandeld worden. Een leerling die nood heeft aan een paar uur ondersteuning moet je daarvoor niet standaard uit een les godsdienst halen. Zo maak je er een tweederangsvak van. Wat het vak wel anders maakt, is de verwevenheid met het pedagogisch project, ook al zijn die twee in principe duidelijk van elkaar gescheiden. De godsdienstleerkrachten zijn vaak toch de eersten om zich mee te engageren voor de pastorale werking.
Houden jullie aan eucharistievieringen op school?
Hans • Niet zozeer aan eucharistie, wel aan gebedsvieringen met Bijbelse inslag en die aanleunt bij de leefwereld van de jongeren. Een eucharistie vraagt een dragende gemeenschap en die ontbreekt op school. Daarzonder mis je de schoonheid van de viering. Je moet het sacrament beveiligen tegen dit soort van verwatering.
Eucharistie moet bron en hoogtepunt zijn. Als je ze niet kan vieren als hoogtepunt van de gemeenschap, dan kan je dat beter niet doen.
Bron: Thomas Godsdienstonderwijs