Thuiskomen
Dak- en thuisloze mensen krijgen het bijzonder moeilijk als het weer winters wordt. Waar vinden ze brood, bad en bed? Het is geen leven zonder warmte en beschutting. Wie geeft om hen? Wie laat hen voelen dat ze er mogen zijn? Met Welzijnszorg zijn de voorbije weken stappen gezet in de strijd tegen armoede en ongelijkheid.
Ook al vind je een onderkomen, het is geen thuis zolang je ver weg bent van familie en vrienden. Vluchtelingen voelen het scherp aan. Een mooie woning is geen thuis voor wie er zich opgesloten voelt in eenzaamheid. Het zijn buren, mantelzorgers, familieleden en vrienden die kunnen zorgen voor een warm thuisgevoel. Warme samenhorigheid blijft een verre droom voor wie lijdt onder scheiding of gemis.
Maar in ieders hart blijft het verlangen leven naar een echte thuis, waar we graag gezien worden en anderen met goedheid mogen omringen. We zien uit naar een plek, een kring waar onze honger naar liefde een begin van antwoord vindt. In deze tijd van het jaar zijn we dankbaar voor hen bij wie we ons thuis mogen voelen.
We proberen zelf ook een thuis te worden voor wie zoekt naar begrip en erkenning. Merkwaardig hoe ons hunkeren naar een echte thuis hier op aarde nooit volledig beantwoord wordt. Ons verlangen reikt zoveel verder. We hopen thuis te mogen komen in een goedheid zonder grenzen, in God die liefde is. We dromen ervan kind aan huis te worden bij Hem en er te delen in de gemeenschap van Vader, Zoon en Geest.
Niet alleen wij verlangen naar een thuis. Ook in God is er een groot verlangen om een thuis te vinden bij mensen. We vieren het met Kerstmis. Gods Zoon werd als een mensenkind uit Maria geboren. Hij is het mensgeworden verlangen van God om dicht bij ons te zijn. Vanaf het begin zocht Hij onderdak, maar vond het moeilijk. Hij kwam ter wereld op een plek waar dieren schuilen. Zijn wiegje was een voederbak. Vanaf het begin en ook later deelde Hij het leven met mensen allerhande. Hij was één van hen.
Soms werd Hij enthousiast onthaald, maar dikwijls ook tegengewerkt en buiten gekeken. Hij zag uit naar een gastvrije ontvangst. Hij hoopte onthaald te worden als Iemand die van God gezonden is. Het werd Hem niet gegund. Ze stelden Hem terecht buiten de stad. In zijn opstanding bleef zijn verlangen overeind om dicht bij ons te zijn. Telkens weer biedt Hij aan om in ons hart te wonen.
Ook vandaag wil Hij tot ons komen. Zijn Woord blijft klinken in ons midden. Hij breekt het Brood om ons tot voedsel te zijn. Zijn Geest zoekt een woonplek in mensen en gemeenschappen die voor Hem openstaan. Merkwaardig hoe de Heer blijft naderen en verlangen dat wij Hem binnenlaten in ons bestaan. Mag Hij thuiskomen bij jou en mij? Of wordt Hij een dak- en thuisloze in onze wereld?
Met Kerstmis wensen we dat mensen steeds meer een thuis worden voor elkaar. We zijn dankbaar als kinderen thuis te mogen komen bij God, door Hem gekend en geliefd. We bidden dat ons hart en onze gemeenschappen de Heer altijd weer goed mogen ontvangen als Hij bij ons komt inwonen. Zalig kerstfeest!
Bisschop Koen Vanhoutte