Toekomstige rechters naar cursus in Hasseltse gevangenis (video)
Voor het vierde jaar op rij richt het Centrum voor Religie, Ethiek en Detentie een cursus in voor studenten van de KU Leuven én gedetineerden. De eerste twee academiejaren vonden de lessen plaats in Leuven Centraal. Vorig jaar werden ze, net als volgend semester, gegeven in de gevangenis van Hasselt. Het gaat om het vak Gevangenisstraf als doorleefde realiteit, dat aan de KU Leuven aangeboden wordt aan studenten van richtingen als theologie, criminologie en strafrecht.
Onder de video lees je een interview met docenten Pieter De Witte en Geertjan Zuijdwegt, die ook deeltijds gevangenisaalmoezenier zijn.
Wat houdt het vak precies in?
Pieter De Witte • Het vak ontstond als pilootproject van het service-learning initiatief aan de universiteit: leren vanuit een engagement. Inhoudelijk analyseren we het thema straf en doen we de studenten nadenken over wat nu eigenlijk een goede straf is.
De helft van de tijd doceren wij, de andere helft bespreken we de lesinhoud in kleine groepen. Die verwerking in groep is heel belangrijk. Daar openen twee heel verschillende werelden zich voor elkaar: die van de universiteit en die van de gevangenis. Het is vooral uit die ontmoeting dat beide partijen veel leren.
Geertjan Zuijdwegt • Stereotypen worden in vraag gesteld. Studenten krijgen een genuanceerd beeld van mensen ‘binnen’. Je ziet dat die gevangenis toch een diepe indruk maakt. En dat is ook logisch. Ik merk dat trouwens zelf ook als aalmoezenier.
Je gaat anders naar de wereld kijken, omdat je diepten van ellende ontdekt waarvan je het bestaan niet vermoedde.
Voor veel studenten is die les een hoogtepunt in hun opleiding.
Pieter • Ik heb die impact zelf ook gevoeld toen ik begon als aalmoezenier. Het grote verloop van gedetineerden in de arresthuizen waar ik werkte, maakte al snel één ding duidelijk: armen en allochtonen zijn oververtegenwoordigd.
Je wordt je heel bewust van je eigen witte middenklassenbubbel.
Geertjan • Sterker nog, op een gegeven moment begint het op te vallen dat onze instituties zelf door een middenklasse waardenkader worden gedomineerd. We willen dat gedetineerden dat omarmen, maar hebben weinig oog voor wat er aan positiefs in hun eigen waardenkader zit: zorg voor de familie en de buurt, bijvoorbeeld. Daar is binnen het systeem geen oog voor.
Zodra iemand in de gevangenis belandt, wordt hij vaak alleen maar bekeken vanuit wat er fout gaat met hem. Dat zit ingebakken in het systeem.
Goedmenend personeel en mooie projecten in de gevangenis veranderen daar niks aan.
Wat is jullie idee over een goede straf?
Pieter • Stel dat je zegt: een goede straf moet mensen beter maken, dan moet je niet voor opsluiting kiezen. We weten al ruim 100 jaar dat mensen niet als betere burgers uit de gevangenis komen.
Je kan ook zeggen: een straf moet vooral rechtvaardig zijn. Er is een eis tot gerechtigheid bij slachtoffers en bij de samenleving. Maar ook vanuit dat oogpunt is de gevangenisstraf een hele zware straf. We hadden ooit lijfstraffen. De gevangenis zou daar een humaan alternatief voor zijn. Maar is dat zo?
Als je gedetineerden vraagt om te kiezen tussen een lijfstraf of opsluiting, dan kiezen er veel de lijfstraf. Dat is iets om over na te denken.
Geertjan • Zo gek is dat niet. Opsluiting maakt, bedoeld of onbedoeld, veel meer kapot dan een lijfstraf: vaders en moeders die hun kinderen jarenlang niet zien, je zin voor verantwoordelijkheid die wordt uitgehold, de onvermijdelijke aanpassing aan een verkleuterend systeem.
Pieter • Voor de duidelijkheid, dit is geen pleidooi voor straffeloosheid, noch voor de lijfstraf. Maar deze vraag toont dat we niet goed weten wat te doen met misdaad en straf. Lijfstraffen vinden we wreedaardig, maar het ergere leed dat de gevangenisstraf toebrengt bagatelliseren we gemakkelijk.
Geertjan • Als je aan leedtoevoeging vasthoudt, en daders daarom een tijd uit de samenleving wil halen, en je wil tegelijk een ernstige poging doen om hen op het rechte pad krijgen, dan moet je gaan naar kleine detentiehuizen, waar de meest schadelijke effecten van een gevangenisinstelling vermeden worden en een zo normaal mogelijke situatie wordt gecreëerd.
Vanwaar komt jullie gedrevenheid?
Pieter • Het begon bij ons allebei met vrijwilligerswerk in de gevangenis. Ik begon ermee toen ik aan het doctoreren was in de theologie. Op een bepaald moment voelde ik de nood om van achter mijn bureau te komen en iets relevants te doen voor mensen. Ik was nochtans louter uit intellectuele interesse aan de studie theologie begonnen, vast van plan niet in het onderwijs of het pastorale veld aan de slag te gaan. Maar kijk, nu geef ik les en ben ik gevangenispastor.
Geertjan • Ook mijn weg hiernaartoe was niet echt logisch. Van huis uit ben ik protestants. Tijdens mijn studies theologie ben ik katholiek geworden.
Acht jaar geleden ben ik samen met mijn echtgenote gevormd in de paasliturgie, terwijl ons zoontje zijn doopsel ontving.
Net als Pieter ben ik tijdens mijn doctoraat vrijwilligerswerk gaan doen in de gevangenis. Ik had ook wat gehad met enkel in de bibliotheek zitten.
Het begon met bezoek aan één gedetineerde in Leuven Centraal, en via via kwam ik dan bij de aalmoezeniersdienst uit. Nu werk ik nog altijd een dag in de week in die gevangenis. Via de aalmoezeniersdienst leerde ik Pieter kennen, en zo ben ik bij het Centrum beland. Het eerste wat we deden, was ons gevangenisvak bedenken. Het had heel wat voeten in de aarde om het van de grond te krijgen, maar nu loopt het al een paar jaar, en het loopt fantastisch.