Tomas Halik: ‘Onze kerken zijn leeg, net als het graf. Hij leeft!
Door de maatregelen in de strijd tegen Covid-19 zijn onze kerken vandaag leger dan ooit, stelt de Tsjechische priester Tomas Halik vast in een opiniestruk dat onder meer werd vertaald en gepubliceerd door Trouw. Ze doen hem denken aan het lege graf van Christus. Een goed teken dus!
Jarenlang heb ik nagedacht over Friedrich Nietzsches welbekende verhaal van De dolle mens, schrijft Halik en hij citeert ‘de dolle’ wanneer die op het einde van het verhaal het requiem van God zingt en vraagt: Wat zijn deze kerken nu eigenlijk nog tenzij het graf van God?
Ik moet toegeven dat de kerk ook voor mij lange tijd leek op een op kille tombe van een dode God. Tomas Halik
Maar dit jaar zijn die kerken zo leeg als het lege graf van Jezus. Als de leegte van de kerkgebouwen ons doet denken aan de lege tombe, laat ons dan niet de stem van boven negeren: ‘Hij is niet hier. Hij is opgestaan. Hij gaat voor jullie uit naar Galilea.’
Christenen zouden deze tijd dan ook moeten aangrijpen voor een radicale verandering van kerk en christendom, betoogt Halik.
Onze wereld is ziek. Bij de aanvang van deze ongewone vastentijd, dachten velen van ons dat de epidemie een kortdurende black-out teweeg zou brengen, een tijdelijke ineenstorting, waarna de dingen snel weer terug zouden keren naar het normale. Dat zal niet gebeuren. En al zouden we het proberen, het zou niet goed uitpakken. Na deze mondiale ervaring zal de wereld niet meer hetzelfde zijn als voorheen. En dat zou ook niet zo moeten zijn.
Als de kerk geen serieuze poging waagt om de wereld een compleet ander gezicht van het christendom te laten zien, zal leegte de toekomst van de kerk zijn.
Naar het Galilea van de zoekers
Halik vindt dat christenen zich te veel hebben bezig gehouden met het bekeren van ‘de wereld’, en minder met het bekeren van zichzelf. Daarmee bedoelt hij een radicale verandering van een statisch ‘christen zijn’ in een dynamisch ‘christen worden’.
De ommezwaai naar ‘virtuele vroomheid’, knielen voor een beeldscherm, heeft iets vreemds.
Misschien zouden we in plaats daarvan juist de waarheid van Jezus’ woorden moeten testen: ‘Waar twee of drie in mijn naam bijeen zijn ben ik in hun midden.'
En het hedendaagse Galilea waarheen de Levende ons voorgaat, is volgens hem de wereld van de religieuze zoekers. Niet om hen zo snel mogelijk te bekeren en in de institutionele en mentale mallen van onze kerk te persen. Halik: Ook Jezus, die de ‘verloren schapen van het huis van Israël’ zocht, leidde hen niet terug binnen de grenzen van de joodse religie van die tijd. Hij wist dat nieuwe wijn in nieuwe wijnzakken moest.
Het is tijd voor een bredere en diepere oecumene, voor een gedurfder zoeken naar ‘God in alle dingen’.
Halik eindigt met een oproep om Christus opnieuw te zoeken: Laten we de Levende niet onder de doden zoeken en niet in de war raken als hij ons als een vreemde voorkomt. We zullen hem herkennen aan zijn wonden, aan zijn stem, wanneer hij tot ons spreekt, aan de Geest, die vrede brengt en angst verjaagt.