De tuinman en de dood
Er waren Belgische slachtoffers bij de aanslag in Manhattan. Net zoals er bij de aanslagen in Brussel ook mensen werden getroffen die in ons land beschutting hadden gezocht voor de dreiging elders.
Het doet me denken aan het verhaal van de tuinman en de dood uit het gedicht van P. N. van Eyck, waar een Perzische edelman vertelt dat zijn tuinman in de vroege ochtend de Dood ontmoet en op het paard van zijn meester vlucht naar Ispahaan. Als de edelman even later zelf de Dood ontmoet, vertelt die hem dat hij verbaasd was de tuinman daar aan te treffen, omdat hij de opdracht had hem ’s avonds te gaan halen in Ispahaan.
Je kunt je dood niet ontlopen, is de boodschap. Waar je ook bent, de dood kan je altijd treffen.
We weten allemaal dat we doodgaan. Liefst nog niet meteen, maar ooit. De meesten van ons sterven gelukkig niet op gewelddadige wijze, maar omdat ze oud en versleten zijn. Sommigen omdat ze een dodelijke ziekte oplopen. Hoe ouder je wordt, hoe meer gaten er om je heen vallen.
Je voelt de pijn en je weet dat je ooit zelf aan de beurt bent. Maar je weet niet wanneer.
Af en toe denk je eraan. Als je ouders sterven. Als een goede vriend getroffen wordt door een ongeneeslijke ziekte. Als je bijna-maar-net-niet frontaal in botsing komt met een vrachtwagen. Als je een rare pijn voelt in je buik en even denkt: wat als…? Als de bladeren vallen. Als je op het journaal iets hoort over een maatregel die in werking zal treden in 2030 en je denkt: dat zal ik wellicht niet meer meemaken…
Doodgaan kun je niet oefenen.
Maar wie leeft met een open hart en in verbondenheid met wie rondom hem en boven hem is, wordt altijd gedragen. Ook over de dood heen laten we elkaar niet los, hoe moeilijk dat ook is. Als je doodgaat, wordt alles anders. Maar het puurste van een mens, dat wat hem verbindt met God en zijn medemensen, gaat nooit verloren.