Tweelingbroers Jop en Olivier lieten zich op hun 16de samen dopen
Enkele maanden geleden ontvingen in Turnhout twee opvallende catechumenen het doopsel, het vormsel en de eerste communie: de 16-jarige tweeling Jop en Olivier Reijbroek. Ze kwamen op een wondere manier tot hun geloof: via sociale media. Beiden volgen de opleiding Onthaal, Organisatie en Sales in Turnhout. Een gesprek.
Jop en Olivier zijn intussen 17. Wanneer we ze ontmoeten, horen we meteen dat hun wieg wellicht ergens ten noorden van de grens met Nederland moet gestaan hebben. En ja, geboren in Tilburg kwam de tweeling via Weelde in Turnhout terecht.
Jullie werden niet als kind gedoopt. Kregen jullie van huis uit geen geloof mee?
Olivier: Ik zou niet zeggen dat we atheïstisch zijn opgevoed, want op school kregen we wel godsdienstles, maar veel deden we daar niet mee. Onze moeder gelooft wel op de een of andere manier, maar niet per se in het christendom. Onze vader en onze twee oudere zussen zijn niet gelovig. We ontdekten het christendom dus vooral op onze eigen manier. Zelf neigde ik eerst een periode naar de islam. Achteraf bekeken moet ik toegeven dat dat onder groepsdruk was van enkele bevriende moslims. Het maakte wel dat ik het christendom ging verkennen, allereerst via sociale media.
Na enige tijd bleek dat ook mijn broer met het geloof bezig was.
Zo raakten we daarover met elkaar in gesprek en niet zo lang daarna nam Jop het initiatief om de parochie te contacteren en te vragen of we konden worden gedoopt.
Hoe was jij dan op het spoor van het christelijke geloof gekomen, Jop?
Jop: In tegenstelling tot m’n broer overwoog ik nooit om moslim te worden. Wel gelijkaardig is dat ook ik het christendom begon te ontdekken via sociale media, vooral TikTok en Instagram, en bovendien in dezelfde periode.
De filmpjes die ik zag, zetten me aan het denken.
Zo begon ik stilaan gelovig te worden. Uiteindelijk nam ik contact op met diaken Bart in de parochie. Zo konden we instappen in het voorbereidingstraject. Eigenlijk nogal laat, want dat was pas in november en met Pasen werden we al gedoopt. Het ging dus behoorlijk vlug allemaal.
Het christelijke geloof ontdekken op TikTok en Instagram… hoe ging dat?
Olivier: Het is best wel makkelijk om in korte tijd veel informatie over het christendom te krijgen langs die weg. Zodra je één filmpje bekeken hebt, zorgt het algoritme ervoor dat je voortdurend gelijkaardige dingen ziet verschijnen. Zo ging de bal aan het rollen: plots zag ik heel veel dingen over het geloof voorbijkomen. Daarin vond ik antwoorden op de vragen waarmee ik zat.
Waren dat nieuwe vragen of speelden die vroeger ook een rol in jullie leven?
Jop: Ik had vroeger ook wel een periode waarin ik daarover zat na te denken. Ik dacht dat het niet anders kon dan dat er een God bestond. Dat waaide toen over. Tot het enige tijd geleden opnieuw de kop opstak. En het merkwaardige is dus dat dat bij ons allebei tegelijk gebeurde, ook al wisten we dat aanvankelijk niet van elkaar. Ik woon immers bij onze vader in Weelde, terwijl m’n broer bij onze moeder in Turnhout woont. Het is dus niet zo dat we elkaar elke dag uitvoerig spreken.
Olivier: Die samenloop is inderdaad op zich al veelzeggend.
Door mijn contacten met moslims werd mijn verlangen om gelovig te worden gewekt, maar de islam sprak me niet aan.
Dus kwam ik bij het christendom uit en daarin vond ik wel m’n draai. Ik had nooit eerder gedacht aan een geloof in God en vandaag zou ik niet meer zonder dat geloof kunnen.
Welk soort filmpjes kregen jullie dan te zien op TikTok?
Jop: In mijn geval ging dat vooral over de Bijbel, maar er waren ook getuigenissen bij van mensen over wat het geloof voor hen betekent.
Olivier: Ja, en korte filmpjes met Bijbelverzen hielpen ons om het geloof in het dagelijkse leven toe te passen. Zo leerden we negatieve gebeurtenissen in het leven in een breder perspectief te plaatsen: de teleurstelling of het verdriet van nu zijn niks vergeleken bij de vreugde in het paradijs.
Hoe beleefden jullie het catechumenaat in de parochie?
Jop: Op voorhand wisten we niet goed hoe het zou verlopen. We wisten ook amper iets over de precieze betekenis van het doopsel. Dat is gaandeweg duidelijker geworden.
Konden jullie dan niet terugvallen op jullie kennis uit de godsdienstlessen op school?
Jop: Niet echt. Tegenwoordig gaat het in die lessen vooral over vragen uit het leven en zo, maar over de godsdienst zelf krijg je niet zoveel te horen.
Olivier: Ik denk dat we in de voorbije jaren in de lessen godsdienst hooguit twee keer de Bijbel hebben bovengehaald, bijvoorbeeld. Dus op school leer je daarover nog amper iets.
Vonden jullie aansluiting bij de lokale geloofsgemeenschap in Turnhout?
Olivier: Ja, bij Inspirelli Turnhout. Dat is de plaatselijke jongerenwerking van IJD. Jongerenpastor Nick Hannes zette ons op hun spoor. Elke drie weken komen ze samen en wij sluiten daarbij geregeld aan.
(Lees verder onder de foto)
Wat is voor jullie de kern van het geloof? Waar gaat het om als je christen bent?
Olivier: Ik probeer het geloof zo concreet mogelijk in mijn dagelijkse leven toe te passen.
Het geeft me een positieve ingesteldheid en helpt me om beter met problemen om te gaan.
Het geloof leverde me een heel ander perspectief op de wereld en het leven.
Jop: Dat geldt ook voor mij. Vroeger keken we een pak negatiever tegen alles aan.
Olivier: Precies. Nu beseffen we dat er altijd iemand is die van ons houdt, wat er ook gebeurt. Dat maakt het makkelijker om achter het negatieve iets positiefs te vinden: het gebeurt misschien om een reden, je kunt erdoor groeien. Vroeger geloofden we niet, dus was het negatieve gewoon negatief. We staarden ons daar blind op en zagen allereerst het slechte van de mens.
Heeft dat dan ook te maken met hoe jullie nu met mensen omgaan? Is er op dat punt iets veranderd tegenover vroeger?
Olivier: Ja, nogal wat mensen zijn depressief, en in onze leeftijdscategorie neemt dat sterk toe. Dat heeft te maken met alle negatieve actualiteit, maar ook met de invloed van sociale media. Iedereen wil altijd maar lijken op idolen, en dat brengt veel druk met zich mee.
Jop: Mensen gaan het leven op sociale media verwarren met het echte leven.
Olivier: Ook wij worstelen daar allebei mee en vergelijken ons soms nog met onrealistische voorbeelden. Toch is het makkelijker dan vroeger om dat wat meer los te laten.
Jop: Vroeger ging ik best wel vaak uit van vooroordelen. Dat doe ik nu nog amper. In de Bijbel staat dat God de zonde haat, maar niet de persoon. Wanneer iemand zondigt, denk ik daaraan en dat helpt me om de persoon niet af te rekenen op die zonde.
Olivier: Ik sta ook gewoon veel optimistischer in het leven. En dat is merkbaar aan ons.
Ook onze moeder zegt dat de omgang met ons veel aangenamer is dan vroeger, toen we niet geloofden.
Ik merk ook dat het beleven van een persoonlijke relatie met Jezus voor jullie erg belangrijk is. Neemt gebed daarin een belangrijke plaats in?
Olivier: Precies. Het is een vorm van liefde, geen dwang. Het is als vriendschap. Elke avond praat ik met God over wat er is gebeurd die dag, deel ik wat ik kwijt wil, vraag ik om vergiffenis. Gewoon praten, zoals je met een therapeut zou praten, zeg maar.
Jop: Hetzelfde geldt voor mij, maar ik doe dat ook tijdens de dag. Bij het opstaan en eten, natuurlijk, maar soms begin ik ook gewoon zomaar met God te praten. Zo probeer ik te werken aan een persoonlijke relatie met Hem.
Hoe reageren jullie leeftijdsgenoten op jullie keuze voor het geloof? Spreek je er openlijk over op school?
Jop: Onze gelovige vrienden waren in elk geval erg blij met onze keuze om gedoopt te worden en we versterken elkaar in het geloof. Ook onze moslimvrienden vinden het positief, al blijven er tegelijk natuurlijk punten van discussie.
Olivier: Ik denk dat onze keuze een positieve invloed heeft. Zo wil mijn beste vriend zich ook laten dopen. En we hopen nog meer mensen over de streep te trekken. Zo zijn we achter de schermen volop bezig met het uitbouwen van een christelijke jeugdorganisatie – niet per se katholiek, maar christelijk in het algemeen – waarmee we jongeren tot Jezus willen helpen brengen.
Ik denk dat heel wat leeftijdsgenoten diep vanbinnen zoeken naar geloof, maar ze hebben een duwtje in de rug nodig.
Wellicht lukt dat makkelijker door de getuigenis van leeftijdsgenoten.
Hoe gaan jullie dat dan aanpakken, ook allereerst via sociale media?
Jop: Ja, maar momenteel zijn we nog niet online. We zitten nog in de voorbereidende fase. Christelijke Jeugdorganisatie wordt de naam, maar we zijn het logo en de huisstijl nog aan het ontwerpen, met de hulp van een grafisch ontwerper.
Olivier: We hebben er zin in, maar door schoolwerk en hobby’s duurt het even om van start te kunnen gaan. Hopelijk kan dat binnenkort.
We willen allerlei mensen bereiken, gelovig of zoekend.
Door iets te vertellen over ons geloof in Jezus hopen we anderen te helpen.
Jullie omschrijven jullie organisatie als ‘christelijk’. Was het voor jullie een bewuste keuze om gedoopt te worden in de katholieke kerk?
Olivier: We verlangden op dat moment sterk naar het doopsel, en dat speelde bij die keuze een belangrijke rol. Ik ga wel af en toe naar de kerk, maar mezelf puur katholiek noemen zou ik ook niet kunnen. Ik ben ook wat meer evangelicaal aan het worden.
Jop: Voor mij is het vergelijkbaar.
Eigenlijk probeer ik gewoon te doen wat Jezus deed.
Een vakje als ‘katholiek’ of ‘protestant’ waarin ik zou thuishoren, heb ik nog niet echt gevonden.
Olivier: Precies, het gaat over Jezus en de Bijbel, zonder dat we een exclusieve band hebben met één Kerk.
Maakt dat ook dat jullie minder last hebben van de ‘ballast’ die aan de kerken kleeft? Denk maar aan de recente commotie over het kindermisbruik in de katholieke Kerk. Die heeft jullie keuze niet bevraagd?
Olivier: Op zich niet, maar wellicht waren we daarvoor nog wel iets meer katholiek. Nu goed, we zoeken onze weg nog verder in het christendom. We zien wel waar we eindigen.
En intussen hopen jullie vooral zelf aan christelijke gemeenschapsvorming te doen met jullie organisatie.
Jop: Klopt. Wat we beogen is niet zoiets lokaal als Inspirelli. We hopen zelfs internationaal mensen te kunnen bereiken en zullen daarom ook filmpjes in het Engels produceren. Vaak zijn jongeren bang om de beslissing te nemen christen te worden: ze willen wel, maar durven niet. Hen daarin bemoedigen, is wat we willen doen.
Olivier: Die aarzeling komt vaak ook door groepsdruk. Als je je engageert om op een ernstige manier christen te worden, wordt dat al snel vreemd gevonden. Dan kan een getuigenis van een andere jongere helpen. In mijn eigen klas zijn er nu een vijftal jongeren die met trots kunnen zeggen dat ze christen zijn.
Succes!