Uniformiteit als levensregel is niet christelijk, eenheid wel!
Broeders en zusters, goedendag!
Op onze catechetische weg over de Brief aan de Galaten hebben we scherp kunnen aflijnen wat voor de Heilige Paulus de centrale kern is van de vrijheid: het feit dat wij, door de dood en verrijzenis van Jezus Christus, bevrijd werden van de slavernij van zonde en dood. Met andere woorden: we zijn vrij omdat we bevrijd werden, bevrijd door genade - niet door ervoor te betalen – bevrijd door de liefde die de hoogste en nieuwe wet werd van het christelijke leven. Liefde: wij zijn vrij omdat we om niets werden bevrijd. Dat is het kernpunt.
Parresia
Vandaag zou ik willen beklemtonen hoe deze nieuwheid van leven ons openmaakt om elk volk en elke cultuur te aanvaarden en tegelijkertijd elk volk en elke cultuur openmaakt voor een grotere vrijheid. De Heilige Paulus zegt inderdaad dat het, voor wie Christus aanhangt, niet meer van belang is of men jood of heiden is. Want in Christus Jezus heeft besnijdenis noch onbescheidenheid enig belang, maar alleen geloof zich uitend in liefde (Gal 5,6). Geloven dat we werden bevrijd en geloven in Jezus Christus: dat is het geloof dat zich uit in liefde. De aanklagers van Paulus – de fundamentalisten die daar waren aanbeland – vielen hem aan op deze nieuwheid door te beweren dat hij deze stelling had ingenomen uit pastoraal opportunisme, dat wil zeggen om aan allen te behagen. Daarom zou hij de traditionele eisen van zijn strengere godsdienstige traditie hebben afgezwakt. Dit is dezelfde redenering als die van de hedendaagse fundamentalisten.
De geschiedenis herhaalt zich. Het wordt duidelijk: de kritiek op elke evangelische vernieuwing is niet slechts van vandaag, maar heeft er al een lange geschiedenis op zitten.
Hoe dan ook, Paulus hult zich niet in stilzwijgen. Hij antwoordt met parresia - dit is een Grieks woord dat wijst op moed, durf- wanneer hij zegt: Tracht ik nu de mensen te winnen of God? Zoek ik soms de gunst van de mensen? Als ik nog de gunst van mensen zocht, zou ik geen dienaar van Christus zijn! (Gal 1,10). Reeds in zijn eerste brief aan de christenen van Tessalonica had hij dergelijke woorden gebruikt wanneer hij over zijn prediking zegt: Wij hebben ons nooit afgegeven met vleierij, gij weet het, noch met bedekte hebzucht, God is onze getuige. Wij hebben geen eerbewijzen van mensen gezocht (1 Tes 2,5-6). Dat zijn de wegen van doen alsof, een geloof dus dat geen geloof is maar wereldsheid.
De bevrijdende nieuwheid van het Evangelie
Het denken van Paulus blijkt opnieuw van een geïnspireerde diepte te zijn. Het geloof aanvaarden betekent voor hem niet afzien van het hart van cultuur en traditie, maar slechts van wat een hinderpaal zou kunnen zijn voor de nieuwheid en zuiverheid van het Evangelie. Immers, de vrijheid die ons verworven werd door de dood en verrijzenis van de Heer komt niet in conflict met culturen en tradities die we ontvangen hebben. Integendeel, het brengt hierin een nieuwe vrijheid, een bevrijdende nieuwheid, namelijk die van het Evangelie. De bevrijding die we door het doopsel ontvangen hebben, stelt ons inderdaad in staat de volle waardigheid van kinderen van God te ontvangen zodat wij, terwijl we verbonden blijven met onze culturele wortels, tegelijkertijd ons openstellen voor het universalisme van het geloof. Geloof dat elke cultuur doordringt, de aanwezige kiemen van waarheid ervan erkent en doet openbloeien zodat de goedheid die ze bevatten volledig wordt. Aanvaarden dat wij door Christus werden bevrijd – door zijn lijden, zijn dood en zijn verrijzenis – betekent de verschillende tradities van elk volk aanvaarden en tot volheid brengen. De echte volheid.
Inculturatie
In de roeping tot vrijheid ontdekken we de ware betekenis van de inculturatie van het Evangelie. Waarin bestaat die ware betekenis? Bekwaam zijn om de Goede Boodschap van Christus de Verlosser te verkondigen met eerbied voor wat aan goedheid en waarheid aanwezig is in de culturen. Dat is geen gemakkelijke zaak! Er bestaan veel bekoringen om het eigen model van leven te willen opdringen alsof dat het meest uitgegroeide en aantrekkelijkste zou zijn. Veel vergissingen werden begaan in de loop van de geschiedenis van de evangelisatie doordat men één enkel cultureel model wilde opleggen.
Uniformiteit als levensregel is niet christelijk! Eenheid wel. Uniformiteit niet!
Soms heeft men zelfs geweld niet geschuwd om het eigen standpunt te doen zegevieren. Laten we denken aan de oorlogen. Op die wijze heeft men de Kerk beroofd van de rijkdom van vele lokale vertolkingen die dragers zijn van de culturele traditie van hele volkeren. Dat is het tegendeel van de christelijke vrijheid! Bijvoorbeeld, het komt mij voor de geest wat men heeft beweerd over de pastorale werkwijze van pater Ricci in China en van pater De Nobili in India. (Men zei): Dat is niet christelijk! Jawel, dat is christelijk, want het behoort tot de cultuur van het volk.
Verenigde verscheidenheid
Samenvattend, de visie op vrijheid, eigen aan Paulus, is geheel verlicht en vruchtbaar door het mysterie van Christus. Door zijn menswording – zo zegt het Tweede Vaticaans Concilie – is Hij door een zekere zijnswijze – één geworden met elke mens (Gaudium et spes, 22). Dit betekent dat er geen uniformiteit is, er is integendeel verscheidenheid, maar verenigde verscheidenheid. Hieruit volgt dat men de culturele oorsprong van elke persoon moet eerbiedigen door haar op te nemen in een ruimte van vrijheid die niet beperkt wordt door enige dwang vanuit een alles overheersende cultuur. Dat is de betekenis van het zich katholiek noemen, van te spreken over katholieke Kerk. Dat is geen sociologische benaming om ons van andere christenen te onderscheiden. Katholiek is een bijvoeglijk naamwoord dat universeel betekent.
Katholiciteit is universaliteit.
Universele d.w.z. katholieke, Kerk wil zeggen dat de Kerk in zich, van nature, openstaat voor alle volkeren en culturen van alle tijden omdat Christus is geboren, gestorven en verrezen voor allen.
Dynamische visie op traditie
Anderzijds is cultuur, van nature voortdurend in verandering. Laten we hierbij denken aan de wijze waarop wij op dit historische moment van grote veranderingen geroepen zijn het Evangelie te verkondigen. Een steeds verder ontwikkelde technologie lijkt te overheersen. Als we nu over het geloof zouden spreken zoals dat in de voorbije eeuwen werd gedaan, dan zouden we het gevaar lopen door de nieuwe generaties niet begrepen te worden. De vrijheid van het christelijke geloof – de christelijke vrijheid – verwijst niet naar een onveranderlijke kijk op leven en cultuur, maar naar een dynamische visie, een dynamische visie ook op de traditie. De traditie groeit, maar steeds met dezelfde natuur. We beweren dus niet de vrijheid in eigendom te hebben. Het is een te behoeden gave. Het is eerder de vrijheid die aan elkeen vraagt voortdurend op weg te gaan met haar volheid voor ogen. Dat is de staat van de pelgrims. De staat van wie op weg is, een voortdurende uittocht: bevrijd van de slavernij op weg naar de volheid van de vrijheid. Dat is de grote gave die Jezus Christus ons geschonken heeft.
De Heer heeft ons om niets van slavernij bevrijd en heeft ons op pad gezet om in volle vrijheid de weg te gaan.
- Vertaling uit het Italiaans: Marcel De Pauw msc
- Lees alles van paus Franciscus op Kerknet.