Vasten is... verbondenheid ontdekken door tralies heen
Buurman voor assisen
Het moet zo’n tien jaar geleden geweest zijn, of toch bijna. Een vriendin van mij was opgeroepen als jurylid in een assisenzaak. De man die zij mee had moeten veroordelen kende ik toevallig vrij goed. Hij woonde bij ons in de buurt. Zijn zaak deed heel wat stof opwaaien en op zo’n moment blijft er niet veel over van de goede buur die hij tot dan toe was.
Een misdadiger was hij voortaan. Geen buur, zelfs geen mens.
Tijdens het hele proces was mijn vriendin onder de indruk gekomen van de andere kant die deze man ook duidelijk had, ondanks de zware feiten. Ook ik kende die andere kant, en die verdwijnt niet plotsklaps na één daad, hoe verschrikkelijk die ook is.
Gedetineerden ontmoeten op basis van gelijkwaardigheid
Het was rond die tijd, dat het project Tralies uit de weg ontstond: ontmoetingen tussen gedetineerden en vrijwilligers. Op basis van gelijkwaardigheid als mens. We hebben het dan over diepe levensvragen. Wie ben ik? Waar kom ik vandaan? Waar sta ik nu? Hoe wil ik vooruit geraken? Wie of wat helpt mij daarbij?
Menige vrijwilliger leerde in die gesprekken met gedetineerden een diepte in zichzelf kennen, die hem of haar tot dan toe onbekend was.
Net als ik, trouwens. In de wereld buiten denken mensen niet zo vaak na over dergelijke vragen. Veel contacten blijven aan de oppervlakte. Grote zinvragen worden nauwelijks gedeeld. Tot er een deuk komt in dat leven. Zo’n deuk is zelden prettig, maar toch kun je er iets positiefs uit halen. Om het met een liedje van Leonard Cohen te zeggen: There is a crack in everything, that’s where the light comes in.
Wat heeft mij voor ongeluk behoed?
Hoe vaak heb ik me intussen niet afgevraagd wat mij ervoor behoed heeft om niet in mijn ongeluk te trappen? Net zoals de mensen die ik in de gevangenis tegenkom. Oké, ieder heeft zijn verantwoordelijkheid. Maar ik kan moeilijk geloven dat ik mijn geluk enkel aan mezelf te danken heb. En zo geloof ik ook niet dat gevangenen hun ongeluk enkel aan zichzelf te wijten hebben.
De erkenning die gedetineerden voelen wanneer je hen niet gelijkschakelt met hun ergste daad, kan een weg openen naar herstel.
Ooit ontmoette ik een vrouw in de gevangenis. Ze had zwaar familiaal geweld gekend en was op het laatst zelf over de rooie gegaan. Kan je zo iemand dan helemaal afschrijven? Bovendien, wie hoort in zo’n context eigenlijk echt thuis in de gevangenis?
Pas op, we zullen tijdens onze gesprekken met gedetineerden nooit misdaden ontkennen of goedpraten, maar we willen wel het hele verhaal zien.
Iedereen heeft meer aan herstel dan aan wrok
Niet alleen de gedetineerde, maar ook zijn of haar slachtoffers en de hele samenleving. Ooit komt een gevangene weer vrij. Hoe hebben we dan liefst dat hij of zij terugkeert naar onze buurt?
We maken de kloof tussen vrije burgers en gedetineerden erg diep. Trekken de muren van de gevangenis zo hoog mogelijk op. Maar de waarheid is dat het verschil tussen mensen binnen en buiten in de meeste gevallen niet zo groot is. Wie eerlijk in zijn hart kijkt, weet dat wel.
Stilstaan bij eigen tekortkomingen maakt liefde vrij
Stilstaan bij eigen tekortkomingen hoeft niet neerslachtig te maken. Ik zou zelfs zeggen, wel integendeel. Door je fouten toe te geven, voel je de liefde terug stromen die je zo lang tegenhield.
Werken aan herstel en vergeving van gebroken relaties tussen mensen onderling en tussen God en de mensen, is een opdracht die tot de kern van mijn geloof behoort.
Ik denk dat daar vandaag misschien meer dan ooit nood aan is. Vergeving vragen, schenken en ontvangen en zo ruimte geven aan nieuw leven. Is dat niet de meest deugddoende ervaring die je kan hebben?
Denise Hoedt