De ‘vastenfocus’ van het jaar – zou dat duidelijker zijn?
De kop is eraf. Aswoensdag is voorbij en één voor één rijgen de vastendagen zich aan elkaar, als een grijs peloton. ‘Bij de katholieken legt iedereen zijn eigen aandachtspunten’, hoor ik internetpastor Nikolaas Sintobin vertellen in een mooie bijdrage op de radio. ‘Er zijn heel weinig algemene regels over wat je wel of niet moet doen in de vasten.’
Dat klopt: wij zijn al lang geen fundamentalisten meer die letterlijk allerlei voorschriftjes toepassen. We zijn fier op onze gewetensvrijheid en het past ook perfect in onze postmoderne tijden, maar het maakt het beleven van de vasten in de praktijk wel een stuk lastiger.
Als moslim kun je op begrip en respect rekenen als je in de pauze op het werk niet eet of drinkt.
Collega’s en buren zullen je vragen of het lukt. Ze gaan je ontzien, ze supporteren en leven mee, ook al is het niet hún ramadan.
Niets van dat alles bij ons katholieken. We weten niet eens van elkaar wat ons ‘vastenpunt’ is, als we er al iets aan doen.
Het is dus ondoenbaar om mee te leven met andere vastenbelevers.
De ene drinkt geen alcohol, maar lijkt wat achter te lopen omdat februari sinds enkele jaren is uitgeroepen tot onthoudingsmaand. De andere eet geen chocolade of snoep, maar weet niet goed wat te doen met de op bezoek aangeboden aperitiefhapjes. Is dat snoep? En kun je de gastheer en -vrouw schofferen door ze gewoon te weigeren?
We missen een draagvlak.
Voornemens die meer naar de kern gaan, zoals elke dag dankbaar zijn of iets weggeven, zijn nog moeilijker te communiceren. Hoe meer uitleg je nodig hebt bij iets wat je doet, hoe meer je er tegenop ziet om het telkens opnieuw te vertellen. En als iedereen iets anders doet, is het volkomen onoverzichtelijk en geef je het sneller op. Daarom munt de katholieke vasten uit door halfslachtigheid: veel mensen willen er wel iets aan doen, maar missen iets om in mee te stappen. Zelfs aan mijn medeparochianen kan ik niet zomaar tussen neus en lippen vragen wat hun ‘vastenpuntje’ is dit jaar. Ze zouden dat ongepast en drammerig vinden.
Misschien moeten we toch eens wat meer streven naar iets als ‘de vastenfocus van het jaar’.
Zodat we er samen tegenaan kunnen gaan. Elkaar kunnen stimuleren, bemoedigen, vergeven als het al eens niet lukt. Ernaar informeren, zodat het een gespreksonderwerp wordt, op zijn minst in de kleine groep die we nog zijn. Het hoeft niet elk jaar dezelfde focus te zijn, zodat er in de loop der jaren voor elk wat wils is. Het moet een ruim genoeg punt zijn, zodat iedereen het nog op zijn of haar eigen manier kan invullen. Maar toch concreet genoeg om herkenbaar te zijn in het dagelijks leven.
Dit jaar had dat bijvoorbeeld kunnen zijn: ‘Elke dag iets doen voor het klimaat, omwille van wie na ons komt.’ Dat kan zijn in je eetgewoontes of qua vervoer of in je koopgedrag of noem maar op. We zouden elkaar daarin zeker kunnen inspireren en er naar hartenlust over uitwisselen.
Het zou het lange peloton van vastendagen enige vastigheid bieden.
Zodat we onderweg de richting niet kwijtraken en samen herboren aankomen op Pasen.