Vluchtheuvel
BRIEF VOOR DE VEERTIGDAGENTIJD
Het is soms echt een waagstuk om als voetganger heelhuids een drukke straat in een grootstad over te steken. Het verkeer is ingewikkeld en oogt chaotisch. Je bent blij als je ergens halverwege halt kunt houden op een vluchtheuvel. Tijd om even op adem te komen. Tijd om even achterom te zien en vooral je verdere stappen goed voor te bereiden. Op die veilige plek ontkom je even aan wat soms bedreigend op je af lijkt te komen. Je weet wel dat je er niet kunt blijven. Dit is ook niet de bedoeling. Het is geen vlucht om voorgoed te ontsnappen aan het verkeer. Het is een tijdelijke, misschien wel noodzakelijke halte om straks met nieuwe moed je weg te vervolgen.
Niet enkel het verkeer, maar ook ons leven kent soms een druk verloop. Er komt veel op ons af. Er is veel te doen. Er wordt veel van ons verwacht. Soms hollen we van het een naar het ander. We dreigen wel eens over onze eigen voeten te vallen. De veertigdagentijd biedt enkele vluchtheuvels aan om rust te vinden en onze levenswijze tegen het licht te houden. We worden uitgenodigd om te groeien in stilte en gebed. Soms zijn we het verleerd en vinden we er geen tijd voor. En toch is er diep in ons een verlangen om te onthaasten, in te keren, bij onszelf te komen en God te ontmoeten die woont in ons hart. Op weg naar Pasen zoeken we best een vluchtheuvel om met het Evangelie in de hand te kijken waar de weg van de navolging van Jezus ons wil brengen.
‘Niet enkel het verkeer, maar ook ons leven kent soms een druk verloop’
Bij zo’n halte kan het soms pijnlijk duidelijk worden dat we een tijd op een verkeerd spoor zaten. We waren niet echt aan het groeien in goedheid voor de mensen. We stelden onszelf te veel voorop. We voelen aan dat het tijd is voor ommekeer. Zomaar verder gaan, is geen optie meer. We kiezen dan voor een nieuwe weg van mild geduld, van vrede en verzoening met God en mensen.
We hebben wel eens zo’n stopplaats nodig om scherper te zien dat we niet alleen zijn op de wereld. De wereld draait niet om onszelf. Op een vluchtheuvel is er nieuwe aandacht voor het gewoel van mensen in het drukke levensverkeer. Het begint ons op te vallen hoeveel mensen moeite hebben om mee te kunnen in onze drukdoende, soms doldraaiende wereld. Er zijn mensen die zoveel missen om hun leven waardig uit te bouwen. In de veertigdagentijd zullen we dieper aanvoelen hoeveel nood er is aan Broederlijk Delen en warme solidariteit met mensen in het Zuiden.
Als je een woordenboek openslaat, merk je nog een lichtjes andere betekenis van het woord ‘vluchtheuvel’. We kunnen het gemakkelijk verstaan met de bijzonder natte periode die we gekend hebben. In gebieden met watersnood prezen mensen zich gelukkig als hun huis gebouwd was op een wat hoger gelegen stuk grond. Op die hoogte konden ze ontsnappen aan de dreigende water-ellende. Ze wisten zich gered. Ze voelden zich opgelucht. Ze konden het dreigende water ontvluchten.
De veertigdagentijd is een tijd om ons doopsel te gedenken en intenser te beleven. We kennen rondom ons de dreigende macht van kwaad en haat, van zonde en dood, van ziekte en oorlog. We dreigen te verdrinken in zoveel boosheid en onmenselijkheid. Ons doopsel brengt ons niet in een stormvrije zone. Ons doopsel zegt ons telkens weer dat we in storm en ontij nooit definitief verloren zullen gaan. We mogen altijd weer vertrouwen op Jezus, Gods reddende Hand, die ons nooit in het niets laat vallen. Wie gedoopt is, mag met Jezus opstaan uit alles wat ons bedreigt. Hij tilt ons op uit ontmoediging en angst. Het wordt een vreugde om met Pasen onze dankbaarheid en vreugde uit te zingen omdat Hij er voor ons is in goed een kwade dagen.
’k Wens je een gezegende tocht naar Pasen, met vluchtheuvels die je leiden naar momenten van verdieping en solidariteit, van bekering en sterke hoop.