Vrede in het na-christelijk tijdperk, Thomas Merton [boek]
De Amerikaanse trappist Thomas Merton (1915-1968) wordt wel eens de bekendste monnik van de 20ste eeuw genoemd. Hij schreef over contemplatie, maar ook over sociale kwesties, zoals racisme en dus ook kernwapens.
Op het hoogtepunt van de koude oorlog, in een tijd waarin een kernoorlog waarschijnlijk leek (denk aan de Cubacrisis), vraagt Merton zich af hoe je op een echt christelijke manier kan kijken naar oorlog en vrede.
Zijn kernwapens wel te verzoenen met de christelijke moraal?
Mertons tekst heeft een woelige geschiedenis. Zijn orde verbood publicatie omdat het niet passend was dat een monnik zich met dit soort van onderwerpen bezighield. Toch deed de tekst de ronde via gestencilde kopieën die van hand tot hand gingen. Tot in het Vaticaan toe. De invloed van Mertons ideeën op de encycliek Pacem in Terris (Vrede op Aarde) van paus Johannes XXIII is onmiskenbaar ook al is een directe link niet aantoonbaar.
Pas in 2004 verschijnt de Engelse uitgave en nu is er dus de eerste Nederlandse vertaling. Vertaler Willy Eurlings is voorzitter van de Stichting Mertonvrienden van de Lage Landen. Hij vertaalde meerdere teksten van Thomas Merton en ook een biografie.
We vroegen hem of Merton ook lessen heeft voor onze tijd. Onder het interview kan je enkele fragmenten uit het boek lezen.
Thomas Merton. Vrede in het na-christelijk tijdperk: het boek dat niet mocht worden uitgegeven. Vertaling Willy Eurlings. Voorwoord Jim Forest. Damon, 2022, ISBN 9789463403382,192 pagina’s,19,90 euro.
Bestel dit boek bij de uitgever
Interview met vertaler Willy Eurlings
Hoe actueel is Mertons visie op vrede?
Willy Eurlings • De aanleiding voor de vertaling was natuurlijk de oorlog in Oekraïne. Het boek bevat nog altijd een belangrijke wake-upcall. Merton wil christenen eraan herinneren dat Christus vrede is komen brengen. Wat betekent het dat Christus vredevorst genoemd wordt? Vrede is zoveel meer dan het uitblijven van oorlog. Eigenlijk zijn we dat vergeten.
Merton analyseert het begrip rechtvaardige oorlog van Augustinus, dat tot op vandaag de kern vormt van het spreken over oorlog en vrede door christenen. Hij komt tot een aantal criteria die moeten voldaan zijn:
- louter defensief,
- onderhandelen moet onmogelijk geworden zijn,
- proportioneel: niet meer ellende veroorzaken dan er zonder oorlog geweest zou zijn,
- geweld moet controleerbaar blijven.
Vervolgens toont hij met voorbeelden aan dat oorlog een eigen dynamiek krijgt als die eenmaal begonnen is. Oorlog kan bij aanvang wel een rechtvaardige respons zijn, maar wat gebeurt er daarna? Denk bijvoorbeeld aan de massale bombardementen op burgerdoelen in Dresden en Japanse steden tijdens WOII.
De oorspronkelijke motivatie voor een oorlog verdwijnt maar al te vaak uit beeld wanneer de oorlog zich verder ontwikkelt.
Daarin zit de grote actualiteit van Mertons analyse. Kijk bijvoorbeeld naar de westerse oorlogen in Irak en Afghanistan die begonnen als een oorlog tegen terreur. Of de oorlog in Oekraïne. Natuurlijk is het rechtvaardig dat Oekraïne zich verdedigt. Maar dragen de massale westerse wapenleveringen of de stellige oorlogsretoriek van sommige westerse politici wel bij tot vrede?
Merton dringt erop aan om langer te blijven nadenken waar we mee bezig zijn.
Wat bedoelt Merton met het na-christelijke tijdperk?
Willy Eurlings • Wij beschouwen ons in het westen nog vaak als de behoeders van christelijke waarden. Volgens Merton is dat meestal niet meer dan een façade.
Als het werkelijk de bedoeling was van Christus om vrede te brengen en als wij Jezus werkelijk willen navolgen, dan moeten we ons steeds afvragen wat het effect is van ons handelen en spreken op de ander.
Doen we dat wel genoeg? Als we in de Oekraïnecrisis alleen maar verkondigen dat wij aan de goede kant staan, dan vergeten we de Russische jongens die slecht bewapend het slagveld op gestuurd worden.
Merton is ook kritisch voor de pers die soms de neiging heeft om conflicten op de spits te drijven.
Wie zou het boek moeten lezen?
Willy Eurlings • Ik denk in de eerste plaats aan christelijke politici en journalisten.
Christenen hebben nood aan een fundamentele onderbouwing van wat het betekent om als christen in de wereld te staan. Welke christelijke keuzes kunnen we nu maken?
Voor Merton gaat het er steeds om contemplatief te leven, dat wil zeggen diep-christelijk, zonder het contact met de mensen te verliezen.
Dat heeft niet alleen met oorlog en vrede te maken. Merton schreef ook over rassendiscriminatie en over contact tussen verschillende religies.
In de laatste hoofdstukken verbreedt hij zijn analyse en noemt hij als één van de grootste gevaren van de moderne wereld het nationalisme. Ook dat is heel actueel, denk maar aan Donald Trump in Amerika en Giorgia Meloni in Italië.
Lees fragmenten uit: Vrede in het na-christelijk tijdperk, Thomas Merton
Voor de christen houdt de leer van de menswording verplichtingen in ten aanzien van God en van de mens.
Als God mens is geworden, is het geen christen ooit geoorloofd onverschillig te staan tegenover het lot van mensen.
Wie gelooft dat Christus het Woord is dat vleesgeworden is, gelooft dat ieder mens in zekere zin moet worden beschouwd als Christus. Want allen zijn minstens potentieel lid van de mystieke Christus. Wie kan met absolute zekerheid van een ander mens beweren dat God niet in hem leeft? … We zijn dus leerlingen van Christus en noodzakelijkerwijs onze broeders hoeder.
En de vraag die ons wordt gesteld betreft alle mensen. Op dit moment betreft dat het hele menselijke ras.
We kunnen deze vraag niet negeren. We kunnen niet onverantwoordelijk en onchristelijk instemmen met het demonische gebruik van kernwapens voor de vernietiging van een hele natie, een heel continent, of zelfs van het hele menselijke ras. Of wel? De vraag wordt nu gesteld. Dit is de vraag die het onderwerp vormt van dit boek. Misschien wordt ze al te laat gesteld.
…
We moeten erkennen dat de geest van individualisme en verwarring ons heeft gereduceerd tot een ethiek van “ieder voor zich, en redde wie zich redden kan”. Deze ethiek, helaas soms geheiligd met christelijke formules, is niets anders dan de wereldse ethiek van de welvarende samenleving, gebaseerd op het onjuiste uitgangspunt dat, als iedereen maar geld verdient voor zichzelf, het algemeen welzijn automatisch zal volgen op basis van de werking van economische wetten.
Een ethiek van nauwelijks verhuld egoïsme is niet langer een christelijke ethiek.
Ook kunnen we het ons niet veroorloven dit naar het nationaal niveau te tillen en te veronderstellen dat de wereld zich zal aanpassen als ieder land vóór alles zijn eigen voordeel zoekt. Integendeel, we zijn verplicht om onze horizon te verbreden en onze verantwoordelijkheid te erkennen om een internationale gemeenschap op te bouwen waarin het recht van alle volken en andere groepen zal worden gerespecteerd en gegarandeerd. We kunnen er niet van uitgaan dat een vredige wereldgemeenschap helemaal vanuit zichzelf zal ontstaan uit de chaos van een meedogenloze machtsstrijd – we moeten werken, offers brengen en samenwerken om de fundamenten te leggen waarop toekomstige generaties een stabiele en vreedzame internationale gemeenschap kunnen bouwen. Iedere christen is bij deze taak betrokken en dus heeft iedere christen de plicht om informatie te zoeken en zijn geweten te vormen zodat hij zijn eigen bijdrage kan leveren aan verstandige politieke actie om dit te bereiken.
…
Ons vertrouwen stellen in de macht van geld is net zomin christelijk als te vertrouwen op de bom.
In beide gevallen is overheersing het doel, niet wederopbouw, en christelijke sociale actie moet werken aan een volledige vernieuwing van sociale structuren overal waar deze niet meer adequaat functioneren. (p.133)
…
Zeggen dat het christendom de openbaring van liefde is betekent niet gewoon dat christenen fijne, liefhebbende mensen zijn (of zouden moeten zijn). Het betekent dat liefde de sleutel is tot het leven zelf en tot de hele betekenis van de kosmos en van de geschiedenis.
Wanneer christenen dus liefdeloos zijn beroven ze alle andere mensen van toegang tot de centrale waarheid die betekenis geeft aan alle bestaan.
…
We moeten dus toegeven dat, wanneer het evangelie van de vrede niet langer meer overtuigt als het uit de mond van christenen komt, dat wellicht komt doordat christenen geen levend voorbeeld meer zijn van vrede, eenheid en liefde.
…
De waarheid is dat extremisten aan beide kanten eigenlijk gelijk hebben. Zij aanschouwen in elkaar het spiegelbeeld van hun eigen haat, angsten, achterdocht en moordlustige bedoelingen. Ieder veronderstelt de gewelddadige doelstelling bij de ander en beschouwt die als vanzelfsprekend. De veronderstelling klopt: ze is gebaseerd op de ervaring van de eigen, ongetwijfeld gewelddadige, bedoelingen.
Het christelijke probleem is niet wie van de twee kanten het morele recht heeft om de eerste bom te gooien, maar om de giftige en verblindende rook van oorlogszuchtige aannames te laten vervliegen.
De opdracht begint bij onszelf. (p.135)
…
We hebben de neiging om de waarheid op allerlei manieren te verdraaien om onszelf ervan te overtuigen dat non-combattanten eigenlijk ook oorlogvoerenden zijn en dat onze 'aanval' in werkelijkheid een 'verdediging' is en de 'verdediging' van de vijand feitelijk een aanval is. Met dergelijke tactieken zorgen we ervoor dat we niet in staat zijn om het licht en de genade te ontvangen zonder welke we niet kunnen oordelen als spirituele mensen en leden van Christus. Zonder deze speciale gave van het licht blijven we blijkbaar volledig onmachtig om de superioriteit te zien of te waarderen van spirituele wapens, gebed, opoffering, onderhandelen en geweldloze middelen in het algemeen. (p.135)
…
Waar nu behoefte aan is, is dus niet gewoon de christen die een innerlijke voldoening ervaart door de woorden en het voorbeeld van Christus, maar de christen die probeert Christus volmaakt te volgen, niet alleen in zijn persoonlijk leven, niet alleen in gebed en boetedoening, maar ook in zijn politieke betrokkenheid en in al zijn sociale verantwoordelijkheden. …
Elke ware christelijke spiritualiteit, zelfs die van de christelijke contemplatief, is en moet altijd diep betrokken zijn op mensen, omdat 'God mens werd, zodat de mens als God kan worden' (Sint-Ireneüs).
De christelijke geest is er een van mededogen, van verantwoordelijkheid en betrokkenheid. Ze kan niet onverschillig staan ten opzichte van lijden, onrecht, dwaling en onwaarheid. (p.163)
…
We moeten ons bewust worden van het giftige effect van de massamedia die geweld, wreedheid en sadisme voortdurend onder de aandacht houden van ongeïnformeerde en onverantwoordelijke mensen.
…
Het is niet langer redelijk of juist om alle beslissingen over te laten aan een grotendeels anonieme machtselite die ons allemaal, door onze passiviteit, naar de ondergang voert. We moeten ons laten horen.
Vond je dit interessant? Deel dit artikel via Facebook of via e-mail.
Thomas Merton. Vrede in het na-christelijk tijdperk: het boek dat niet mocht worden uitgegeven. Vertaling Willy Eurlings. Voorwoord Jim Forest. Damon, 2022, ISBN 9789463403382,192 pagina’s,19,90 euro. Inkijkexemplaar (pdf)