Wido uit de Brabantse gouw
Historische studie over heilige Guido van Anderlecht is na zeven jaar klaar
Op dit ogenblik legt historicus Herman Loris uit Anderlecht de laatste hand aan zijn boek Wido van Anderlecht in kanonikale en Kamerijkse context. Dat historisch werk plaatst de verering van de heilige Guido van Anderlecht in het ruimere plaatje. De bekendste heilige van Brussel leefde in de tiende eeuw en is populair in binnen- en buitenland, niet in het minst bij kosters, pelgrims en landbouwers van wie hij de patroonheilige is. „Zeven jaar lang was ik voltijds bezig met dit boek. De Koninklijke Bibliotheek in Brussel werd zowat mijn tweede habitat”, zegt Herman Loris, ook doctor in de wetenschappen.
Sint-Guido, of in het Frans Saint-Guidon, is tot op vandaag zichtbaar in het Anderlechtse straatbeeld. Handelszaken, een school, een polykliniek en een metrostation dragen zijn naam. Zelfs in het wapenschild van de gemeente is hij terug te vinden. Iedereen in de streek kent hem, gelovig of niet. Dat is opmerkelijk, want in de collegiale kerk Sint-Pieter-en-Guido wordt hij slechts als tweede patroonheilige vernoemd. Volgens de overlevering was Guido (omstreeks 950-1012) een diep gelovige landbouwer die dienstdeed als koster in de Onze-Lieve-Vrouwekerk in Laken. Hij mislukte als koopman en trok naderhand op bedevaart naar Rome en Jeruzalem. Na zijn terugkeer naar Anderlecht zou hij bezweken zijn aan dysenterie. In de kerk staat hij afgebeeld als boer met rund en paard of als pelgrim met staf, gebedssnoer en pelgrimsinsignes.
„In 2011 vroeg pastoor-deken Jan Claes me een historische studie te schrijven over Wido, in voorbereiding op de feestelijkheden naar aanleiding van diens duizendste sterfdatum. Ik noem Guido liever Wido, ook in het boek, want dat is zijn oorspronkelijke naam. Ik stootte echter op zo veel historische feiten die nog niet gekend waren, dat ik onmogelijk [node:field_streamers:0] die deadline kon halen”, zegt Herman Loris.
Uiteindelijk nam Loris’ studie zeven jaar in beslag en zijn fascinatie voor de heilige Guido nam jaar na jaar toe. „Zeven is een mooi Bijbels getal,” lacht hij, „maar het is alleszins pionierswerk. Er staan ruim negenhonderd voetnoten in het boek, een zestigtal unieke foto’s en een uitgebreide bronnenlijst. In het verleden werd over Wido veel onzin geschreven, dat telkens weer werd overgenomen. Ik baseerde me uitsluitend op originele documenten, onder meer handschriften uit kloosters, die ik vond in musea, archieven en bibliotheken in Darmstadt, Berlijn, Wenen, Parijs en Keulen, en op wetenschappelijk onderzoek. Feit is dat Wido in de tweede helft van de tiende eeuw leefde in het toenmalige bisdom Kamerijk waartoe Anderlecht behoorde, maar exacte data zijn niet bekend. Of Anderlecht daadwerkelijk Wido’s geboorteplaats was, is niet geweten. Deze streek heette destijds de Brabantse gouw, maar Wido leefde hier wel.”
Zo goed als vast staat wel dat delen van het skelet, die in de crypte van de collegiale kerk in Anderlecht in een glazen schrijn worden bewaard, Guido’s overblijfselen zijn. Het boek beschrijft uitgebreid de verering voor Sint-Guido in ons land, maar ook in Duitsland, Frankrijk en Italië, waar kosters nog altijd feestvieren rond 12 september, zijn feestdag. Hij is ook de enige patroonheilige van mensen die Guido of Guy heten.
„Wido was een vroom man. Hij wilde altijd zo dicht mogelijk bij God zijn en dat verwezenlijken. Daarom ondernam hij pelgrimages, die destijds toch wel gevaarlijk waren voor een christen. Hij deed dat echter ‘uit liefde voor het Rijk Gods’, zo staat het beschreven. Hij was iemand vol vuur en passie, en zo heb ik ook dit boek geschreven dat in juli in eigen beheer zal verschijnen.”