Als de woestijn roept (dan luistert Babs Mertens)
Of we het goed vinden in de grot van de Heilige Paulus van Thebe verder te praten? Tijdens de lange rit door de woestijn raken we niet uitgepraat over het Koptische kerstfeest. Eindelijk zijn we aanbeland in dit stille pareltje van een woestijnklooster. Ons zeskoppige gezelschap loopt zichtbaar verheugd achter de Koptische monnik aan, door de kloostertuin, richting grot.
100 monniken leven hier, bijna evenveel als in het zusterklooster van de Heilige Antonius wat verderop. Dat bezoeken we later vandaag. Op enkele uitzonderingen na zijn de monniken allemaal van Egyptische origine.
Eenmaal in de grot vertelt de monnik dat de heilige Paulus van Thebe (228-341) zich al vóór de heilige Antonius (251-356!) alleen in de woestijn had teruggetrokken. Noodgedwongen, op de vlucht voor de christenvervolgingen van Romeins keizer Decius.
Weg van het kwaad in de wereld ontdekte hij, in de eenzaamheid van de woestijn, het kwaad dat van binnenuit komt en moet worden bestreden.
De woestijn is onverbiddelijk. Dat had ik zelf ook ervaren in woestijnklooster Deir Mar Moussa in Syrië. De stilte bracht rust, het kloosterritme structuur, maar elke innerlijke beweging lichtte bijna luidruchtig op! Geen ontkomen aan al wat zich binnen in je roert.
Huilbuien had ik er, zonder ophouden.
Als een onstilbare draaikolk kwamen ze naar boven. Ik kon niet anders dan proberen te achterhalen welk verdriet en welke pijnen luidkeels om aandacht smeekten.
Onverklaarbare aantrekkingskracht
Dat had Paulus van Thebe dus ook ervaren. Hij bracht 90 jaar in de woestijn door. Bidden was zijn voornaamste bezigheid. Een raaf bracht hem dagelijks het manna voor die dag, zo luidt de legende. Op het einde van zijn leven hoorde hij plots iemand aan zijn grot die vroeg of hij binnen mocht komen. Het was Antonius, die ook al 35 jaar in de woestijn doorbracht en ontdekt had dat er nog iemand leefde zoals hij.
Paulus was een nederig man. Hij voelde zich niet waardig Antonius te ontvangen. Maar na een lange omhelzing zetten de twee mannen zich toch neer, om over God te praten en Hem samen te loven. Rond etenstijd kwam de raaf naar goede gewoonte aangevlogen. Hij had geen half maar een heel brood bij deze keer…
Wat is het toch met de woestijn dat ze tot op de dag van vandaag mensen aantrekt om er zich in alle eenzaamheid, afgezonderd van de wereld, terug te trekken?
Ook ik kan haar aantrekkingskracht moeilijk weerstaan. Het was op mijn vraag dat we naast ons bezoek aan Damietta, ook de woestijn introkken. Maar of hier ooit een vrouwenverblijf bij komt? Dat zal voor de volgende eeuw zijn, grinnikt de monnik. Toch blijft de woestijn aan me trekken. Welke kracht gaat er toch van haar uit?
God en de leegte
Woestijnmonnik abouna Jacques Mourad, die ik 10 jaar geleden in een zusterklooster van Mar Moussa in Syrië leerde kennen, verwoordde het in Tertio (16 jan 2019) bijzonder mooi: De woestijn heeft niets gemeen met de schoonheid van zee- of berglandschappen. De woestijn is mooier omdat ze je tot de ervaring van de leegte brengt. Er is niets om die leegte op te vullen, alleen de aanwezigheid van God, die je via het gebed kan voelen.
Maar om tot die ervaring te komen, moet er innerlijk eerst heel wat huisgehouden worden! Antonius, die zich rond het jaar 270 geroepen voelde om alles te verkopen wat hij had om zich in de woestijn terug te trekken, leefde een tijd in een verlaten burcht. Wie voorbij de burcht kwam, zo werd gezegd, zou de felle strijd gehoord hebben die daar aan de gang was. Het was Antonius’ strijd met zijn demonen, met alle machten die in zijn onderbewuste vrij spel hadden.
In de afzondering, ver weg van de bewoonde wereld, vonden de woestijnmonniken een nieuwe weg naar God.
Vertrekkend vanuit hun eigen innerlijke realiteit, van onderuit zoals Anselm Grün het verwoordt, te midden van hun hartstochten en gedachten, ontdekten ze de eigen onmogelijkheid om zich te verbeteren. Maar door in de afgrond van de ziel te blijven, in vertrouwen, mochten ze gaandeweg ervaren dat alleen God hen uit die hel kan bevrijden, dat diep in hen alles door Hem wordt omgekeerd.
Lees verder onder de foto's.
De langdurige ascese, het leven in eenzaamheid, het continue zelfonderzoek en ook de zelfversterving, hielp hen hun hart zuiver te maken. Zo zuiver dat ze een nieuw leven vonden, in Gods nabijheid. De innerlijk gevoerde strijd maakte hen tegelijk ook zo fijngevoelig dat ze de gave verwierven om het hart van mensen te doorgronden. Wanneer hun geschriften en wijsheden verder in het oosten verspreid raakten, zouden duizenden de roep van de woestijn volgen. Tot op de dag van vandaag…
Op zoek naar woestijn in eigen land
Terugdenkend aan ons bezoek aan die twee paradijselijke kloosters, want het zijn heuse pareltjes, moet ik aan Hosea denken: En daarom, weldra lok ik haar weer naar mij toe, zorg ik dat zij naar de woestijn gaat en spreek ik tot haar hart. Zonder er ook maar iets van te beseffen, mocht ik 10 jaar geleden vermoedelijk een glimp opvangen van de ervaringen van de woestijnvaders, om er vervolgens voor altijd door bewogen te blijven. Dat hebben onze bezoeken aan de kloosters van Sint Paulus en Sint Antonius me wel duidelijk gemaakt.
Al is het landschap in eigen land allesbehalve zanderig en leeg, toch ging ik na die ervaring in Syrië ook thuis op zoek naar stukjes woestijn.
Ik had nooit durven vermoeden dat Franciscus en Clara van Assisi daar geschikte gidsen voor zouden zijn … Maar daarover vertel ik meer in een volgende blog.
Wordt vervolgd.