Zonder nadenken
Je kent het wel als je bijvoorbeeld een vertrouwde trap afloopt. Je denkt er niet bij na, het zijn je voeten die de trap aflopen en je hoofd kan ondertussen met andere dingen bezig zijn. Tot er opeens iets gebeurt waardoor je hapert. Je stopt.
Je voeten weten de volgende trede even niet meer te vinden.
Je kijkt naar beneden, als om ze aan te moedigen: doe maar gewoon, jullie waren goed bezig. Maar het lukt niet meer, het automatisme is verdwenen. Je zet behoedzaam een stap voorwaarts en houdt de leuning stevig vast. Pas als je opnieuw het juiste ritme hebt gevonden, gaat het weer vanzelf.
Daaraan moest ik denken toen ik onlangs een radio-interview hoorde.
De vriendelijke journaliste stelde de ene vraag na de andere, een man gaf antwoord. Tot het opeens niet meer lukte: er kwam geen woord meer uit zijn mond. Het was even stil op de radio, tot de man ontroerend eerlijk zei: ‘Ik vind mijn woorden niet.’ De lieve interviewster stelde hem gerust en begon op een toon alsof ze samen ergens aan een keukentafel zaten wat verder te keuvelen. En ongemerkt rolden de woorden weer uit de mond van de man.
Misschien werkt de geest van God ook zo: dat ze ons over de drempel helpt als ons hart even het goede ritme kwijt is. Dat ze ons opnieuw op weg helpt als we uit het lood geslagen zijn of met de mond vol tanden staan.
Dat ze ons helpt te vertrouwen op wat goed gaat.
Want alle kleine goede dingen die mensen elke dag voor elkaar doen, maken van onze wereld al een beetje een paradijs. Wat zou het hier koud en angstig worden als die stroom van goedheid zou stilvallen. Gelukkig komen we Gods geest voortdurend tegen in iedereen die ons als het nodig is opnieuw over de brug helpt.