Zorgpastores vullen hun rol creatief in: ‘Als we maar verbinden’
Wat kan de rol zijn van zorgpastores wanneer fysiek contact afgeraden wordt en vaak zelfs verboden is? Op Elisabeth (website van de beroepsgroep van katholieke zorgpastores) gonst het van de creatieve ideeën en beproefde methodes die herontdekt worden.
Karolien Helsen, pastor in WZC Ter Burg, mag voorlopig nog op de werkvloer komen, maar binnenkort misschien maar op één van de vier afdelingen. Haar werkdagen zijn totaal omgegooid, maar dat vindt ze niet erg: De meeste bewoners blijven nu op hun kamer, dus er zijn meer helpende handen nodig. Daarom word ik nu ook ingeschakeld om bewoners eten te geven. Ondanks de vreemde situatie brengt die opdracht me dichter bij hen. We praten ondertussen een beetje. Het voelt allemaal zo zinvol. Een bewoner groette vanop het balkon zijn dochter. Hij werd emotioneel en ik kreeg ook heel even tranen in mijn ogen.
Ook om de bewoners in contact te brengen met hun familie, via telefoon of skype, wordt op haar een beroep gedaan. Dat doet ze met veel plezier.
Verbinding maken, nu ook letterlijk, vind ik een erg christelijke bezigheid. Karolien Helsen
Piet Capoen is pastoor in Machelen en steekt ook de bewoners en het personeel in wzc Floordam in Melsbroek een hart onder de riem. Geen contact, geen schoudertik, geen vieringen, ook niet in de parochie: de pastor heeft niets te doen, hoor je zeggen. Niets is minder waar! Pastores zijn geen huurling, maar herder. Ik ga bij het venster van de mensen staan om te laten zien dat ze niet alleen zijn.
Hier en daar vraagt iemand: ‘Kunnen we samen bidden?’ Piet Capoen
Ja, je voelt een nieuwe vorm van verbondenheid, zoals het kind dat weet dat moeder in de kamer ernaast is.
Niek Everts is dan weer als pastor aanwezig bij dak- en thuislozen in Antwerpen. In ‘t Vlot kunnen ze sinds 2002 twee keer per week terecht voor een kop soep of koffie. De ruimte is verlegd naar de kerk die groter is en waar 20 mensen tegelijk binnen mogen. Maar als Niek een dag vrijaf neemt en naar de winkel gaat, komt ze haar zorgvragers ook op straat tegen. Het devies Blijf in uw kot is voor hen moeilijk te realiseren ...
Meerdere daklozencentra open, ook overdag, ook op zaterdag, vertelt Niek. Collega's geven er met man en macht het beste van zichzelf. Maar elke bezoeker mag maar heel even binnen en blijft de rest van de dag aangewezen op de straat. Rondjes lopen. Ik heb ettelijke rondjes mee gelopen gisteren. Op twee meter afstand. Bevreemdend.
Op weg naar huis riep de vriendelijke dame van de viswinkel me binnen, omdat ze de overschotten van haar visschotels aan dakloze mensen wilde geven. Een 20-tal kant-en-klaarmaaltijden. Ik ben weer het station ingetrokken en weer rondjes gaan lopen. Intussen een aantal hongerigen bediend.
Een ‘portie alleen-zijn’
Of de pastores niet bang zijn voor hun eigen gezondheid en hoe de situatie verder zal evolueren? Karolien Helsen geeft grif toe: Ik ben een beetje bang voor de toekomst en ik ben verdrietig. Maar ik kan mijn gevoelens thuis aandacht geven en haal ook veel kracht uit het voorbeeld van onze bewoners, vaak sterke mensen. Ze zijn een portie alleen-zijn gewend. Ik mag zoveel van hen ontvangen. Ik mag hen bemoedigen en zij bemoedigen ons.
En ze besluit: Toen ik een bewoonster gisteren vroeg waar ze haar kracht vandaan haalde, wees ze naar een kruisbeeld aan haar wand. Ik herkende meteen de tekst erbij: ‘Ave crux, spes unica’ (Gegroet o kruis, onze enige hoop). Ik put er ook kracht uit.
Zoek je tips om als zorgpastor creatieve oplossingen te vinden om mensen nabij te zijn en te verbinden? Raadpleeg Elisabeth Pastorale zorg.