Als ik zwak ben, ben ik sterk
We zijn allen broze mensen en die kwetsbaarheid erkennen, is de basis van geluk. De band tussen geluk en kwetsbaarheid is immers complexer dan de vaststelling dat onze broosheid ons geluk bedreigt.
We zijn allen broze mensen, omdat we kwetsbaar zijn naar lichaam, geest en ziel. Ons lichaam kan getroffen worden door ziekte en ouderdom, onze geest aangetast door stoornis en dementie, onze ziel gekwetst door kwaad en onvolmaaktheid.
Die drievoudige kwetsbaarheid raakt ons verlangen naar geluk.
Niet voor niets gaan onze gelukwensen bij Nieuwjaar of bij een verjaardag bijna altijd vergezeld van: En vooral een goede gezondheid!
Besef van kwetsbaarheid
Als we ziek worden, neemt ook ons geluksgevoel een duik. Als we ons psychisch niet goed voelen, voelen we ons ook ongelukkig. Als we beseffen iets verkeerd te hebben gedaan, zijn we niet tevreden met onszelf. Misschien is ons geluksverlangen wel ontstaan uit het besef van onze kwetsbaarheid. De broosheid van ons lichaam, de fragiliteit van onze psyche en de wankelmoedigheid van onze ziel maken ons onze sterfelijkheid duidelijk.
Het streven naar geluk is een poging om de kwetsbaarheid te beheersen en de sterfelijkheid te vergeten.
Is het streven naar geluk een poging om de kwetsbaarheid te beheersen en de sterfelijkheid te vergeten, toch zal het nooit onze kwetsbaarheid kunnen opheffen. Die wezenlijke onmacht en de erkenning dat we het gevecht met de (letterlijk) slopende tijd uiteindelijk zullen verliezen, zijn een fundamenteel probleem voor een samenleving die uitgaat van de maakbaarheid.
De (waan)idee van de maakbaarheid van de mens heeft de obsessieve drang naar geluk gevoed.
Daarom hebben vandaag geluksboeken zo'n succes. Daarom ontstond ook een boomende geluksindustrie van wellness, esoterie, voedingssupplemententen, weekendjes weg... Allemaal pogingen om het geluk te kopen.
Geluk te koop
Het is beangstigend vast te stellen hoezeer mensen op jacht gaan naar geluk en daardoor vergeten gelukkig te zijn. Nog beangstigender is dat mensen inderdaad beginnen te denken dat ze het geluk kunnen kopen: in een boek met geluksreceptuur, in steeds verdere reizen of grotere huizen, in abonnementen van fitnessuren om hun lichaam fit te houden, van therapieën om hun geest te ontspannen en van wellnessarrangementen om hun schuldgevoelens uit te zweten.
Ontspanning wordt inspanning, ontstressen wordt een stresserende aangelegenheid. Daardoor komen mensen in een eeuwig tollend rad terecht van stressen ontstressen stressen ontstressen.
Gelukkig willen worden, wordt een ongelukkig makende stress.
En dat alles om de kwetsbaarheid te vermijden en bijgevolg de perfectie na te streven. Mijn kwetsbaarheid zegt mij immers dat ik niet volmaakt ben, niet perfect. Mensen trachten bijgevolg die kwetsbaarheid te vermijden door te weigeren hun onvolmaaktheid te aanvaarden. Perfectie is het nieuwe normaal. Tot je ontdekt dat je kind niet perfect is en jijzelf niet onkwetsbaar.
De projectie van de perfectie
Ik ben perfect, ik wil perfect zijn, ik word perfect. Ofwel ben ik een perfect lichaam door botox in te spuiten, door mezelf uit te hongeren of door mezelf af te trainen. Ofwel ben ik een perfecte geest, door geen andere mening dan de mijne te dulden en wie anders denkt uit te schelden. Ofwel ben ik een volmaakte ziel, door nergens schuld van te willen hebben en voor alles een andere schuldige te zoeken.
Maar mensen ervaren toch dat ze niet perfect zijn. Dus projecteren ze die perfectie op hun kinderen. Hun kinderen maken geen fouten en dus interpelleren ze de school bij slechte punten.
Hun kinderen moeten excelleren, lichamelijk en verstandelijk.
Als hij maar geen voetballer wordt, zong Boudewijn de Groot. Maar hun zonen zijn allemaal voetballers en hun dochters allemaal ballerina's. Ze sturen ze elke avond ergens heen: pianoles, tekenles, voetbaltraining, balletles...
Perfectie is het nieuwe normaal. Tot je ontdekt dat je kind niet perfect is en jijzelf niet onkwetsbaar. De ontkenning van de kwetsbaarheid op lichamelijk, geestelijk en zedelijk vlak (ik ben gezond en zonder zonde) botst met de wetten van de natuur en nog meer met de werkelijkheid. Daarom wordt de zoektocht naar maakbaarheid en grenzeloos geluk een dodenmars die je diep ongelukkig maakt en je kwetsbaarheid ondraaglijk.
Ik ben pas sterk, als ik mijn zwakheid ken, mijn grenzen en mijn fouten.
De mens is immers geen gelukzoeker, de mens is een zinzoeker. Het geluk is een bijproduct van een zinvol leven. Tot een zinvol leven horen de aanvaarding van de eigen kwetsbaarheid en de aandacht voor de kwetsbaarheid van de ander.
De kracht van de overgave
Als ik zwak ben, ben ik sterk, schreef Paulus (2 Kor). Ik ben pas sterk, als ik mijn zwakheid ken, mijn grenzen en mijn fouten. De erkenning van mijn kwetsbaarheid is de poort naar mijn eigen geluk en de poort naar de ander wiens kwetsbaarheid ik ter harte neem.
Mijn geluk bestaat niet in de perfectie maar in de kracht om meer te halen uit mijn onvolmaaktheid, voor mezelf en voor de ander. Die kracht is de kracht van de overgave. Niet soumission maar dévouement, niet onderwerping maar toewijding.
Overgave dus in de Paulinische betekenis:
Pas als ik zwak ben, ben ik sterk in de kracht van God.
Ik leef van de genade die mij tilt boven mezelf. Overgave ook in de Bonhoeffersche betekenis: verzet en overgave. Verzet je en geef je verzet over aan God, Hij kan er meer van maken dan jij.
Zo zijn kwetsbaarheid en geluk elkaars partner en elkaars versterker.