Bijbel van A tot Z ~ E van ‘eeuwig leven’
Veel christenen worstelen vandaag met het begrip ‘eeuwig leven’. We kunnen ons er niets bij voorstellen. We leven in de tijd en dankzij de tijd. Door de begrenzing van het leven ontstaat er leven. Maar wat is dan ‘eeuwig leven’?
God als schenker van het leven
In het Oude Testament ligt de focus allereerst op de kwaliteit van het leven. De kracht en vitaliteit ervan worden vaak verbonden met de metaforen ‘licht’ en ‘water’ – zonder deze elementen is er inderdaad geen leven mogelijk. Maar de ‘levensadem’ komt van God. Het leven is een gave van Hem en waar alleen Hij over beschikt.
En niet alleen dat. God houdt ons in leven door zijn woord. Zo lezen we het in Deuteronomium 8 vers 3: De mens leeft niet van brood alleen, maar van elk woord dat komt uit de mond van God. Wat wil dit eigenlijk zeggen?
De hoogste vorm van leven is leven in verbondenheid met de schepper. Het is ‘wandelen met God’.
Wat na de dood?
Tijdens de ballingschap krijgt dit geloof van Israël wel een knauw. Heeft God zijn belofte verbroken? Heeft Hij Israël laten vallen? Het lijkt er wel op: het land en de tempel zijn verwoest en verlaten. In het boek Job wordt druk gespeculeerd over de zin en onzin van al dat lijden. En Prediker twijfelt of het allemaal wel zin heeft, en of het leven niet veel meer is dan het najagen van wind...
Vanaf de derde eeuw voor Christus komt er een fundamentele kentering. De Hellenistische vorsten maken een einde aan de rust van de twee voorafgaande eeuwen waarin Israël zich enigszins kon herstellen. Er komen vervolgingen, en de tempel in Jeruzalem wordt meermaals belaagd. Dit leidt tot de opstand van de Makkabeeën. In Daniël (12,2) en het tweede boek Makkabeeën (7,36) horen we nu geluiden over het feit dat God beloont wie trouw blijft, ook in de vervolging.
God zal wie trouw bleef, laten opstaan uit de doden.
Ook in geschriften die niet zijn opgenomen in onze Bijbel, beginnen we nu dergelijke klanken te vernemen. Indien God werkelijk trouw is, dan zal Hij hen die hun leven hebben gegeven voor Hem, niet laten vallen!
Standpunt van Jezus
Wanneer Jezus verschijnt, heeft dit geloof in de opstanding van de doden vaste voet aan de grond gekregen. Zowel de beweging van de farizeeën als de gemeenschappen die in relatie staan tot de Dode Zeerollen, zijn ervan overtuigd dat er twee werelden zijn, die ze steevast ‘deze wereld’ en ‘de komende wereld’ noemen.
Jezus zal zich in deze met name farizese traditie thuis voelen. Al valt het op dat hij niet zozeer spreekt over eeuwig leven, als wel over het binnengaan in het Koninkrijk van God en het leven volgens de dynamiek van dit Koninkrijk.
Niet pas na de dood
Alleen bij de evangelist Johannes komen we de woorden ‘eeuwig leven’ tegen. Hij noemt het een gave van Jezus. Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven – zo duidelijk wordt het nu gesteld (Johannes 3,36). Maar dat is geen leven dat pas begint na de dood, integendeel.
Bij iedereen die gelooft in Jezus begint het eeuwig leven volgens Johannes nú al.
Het gaat dus opnieuw allereerst om een kwaliteit van leven, want Jezus is gekomen om leven te geven in al zijn volheid (Johannes 10,10). Dat nieuwe leven wordt vergeleken met een innerlijke bron die opwelt en sprankelend leven geeft (Johannes 4). Maar het wordt, net zoals het geval is met de Tora, ook verbonden met de woorden van Jezus: U hebt woorden van eeuwig leven, tot wie zouden wij anders gaan? (6,68). Wie het brood van Jezus eet, zal eeuwig leven.
Eeuwig leven duidt op kwaliteit van leven
Interessant is die laatste verwijzing in Johannes 6,54. We lezen daar namelijk:
- Wie mijn lichaam eet en mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven en hem/haar zal ik op de laatste dag doen opstaan.
Hier zien we dat er enerzijds sprake is van ‘eeuwig leven’ en anderzijds van het ‘opstaan (van de doden) op de laatste dag. Nergens blijkt zo duidelijk dat ‘eeuwig leven’ dus allereerst een categorie is van kwaliteit. Het heeft hier dus niet de betekenis van ‘de onsterfelijkheid (van de ziel)’, dat veeleer een Grieks concept is. En als er sprake is van de opstanding, dan gaat het steeds over de opstanding van het lichaam, een on-Grieks maar wel joods concept, zoals ook Paulus in zijn eerste brief aan de Korintiërs laat verstaan (hoofdstuk 15).
Wie zich met Jezus verbindt, krijgt toegang tot het volle leven, en dat reeds in deze wereld.
Voor de komende wereld zal hij ons doen opstaan, zoals de Vader hem heeft opgewekt als eerste van de doden.
Welk woord of begrip uit de Bijbel wil jij laten uitleggen door Jean Bastiaens? Stuur een mail naar de redactie.