Bijbel van A tot Z ~ M van Melchisedek
Melchisedek komt maar op twee plaatsen voor in het Oude Testament, en in één boek in het Nieuwe Testament. Maar nergens krijgen we veel info over wie hij eigenlijk was. Dus: wie was Melchisedek?
Hij duikt voor het eerst op in het boek Genesis. Abraham heeft de strijd aangebonden met een aantal stadskoningen van Kanaän, die zijn neef Lot en diens familie ontvoerd hebben. Abraham maakt krijgsgevangenen en bevrijdt Lot. Bij zijn thuiskomst in Mamre komen hem twee gestalten tegemoet:
Toen Abram na zijn overwinning op Kedorlaomer en de andere koningen terugkeerde, kwam de koning van Sodom hem tegemoet in de Sawevallei, de Koningsvallei. En Melchisedek, de koning van Salem, liet brood en wijn brengen. Hij was een priester van God, de Allerhoogste, en sprak een zegen over Abram uit:
'Gezegend zij Abram door God, de Allerhoogste,
schepper van hemel en aarde.
Gezegend zij God, de Allerhoogste:
uw vijanden leverde hij aan u uit.'
Abram gaf aan Melchisedek een tiende van wat hij had heroverd. Genesis 14,17-20
In Genesis 14 treedt dus een priester van God, de Allerhoogste, een zekere Melchisedek, Abraham tegemoet. Eerst even over die God, de Allerhoogste, in het Hebreeuws: El Eljon. De God van Abraham heeft hier nog niet de naam JHWH, die komt pas later. Interessant is dat ‘El’ eigenlijk de naam is van de oppergod van het Kanaänitische pantheon. Deze ‘hoogste God’ zal zich later aan Mozes openbaren als Ik-zal-er-zijn, als JHWH. Gaandeweg verliest ‘El’ het karakter van een eigennaam, en krijgt het de functie van het woord ‘god’.
Mythisch figuur
Nu de naam ‘melchi-sedek’ . Die kan veel betekenissen hebben:
- Melech betekent koning en is ook een eigennaam van een god uit de culturele omgeving van Israël
- Sedek betekent rechtvaardig en is eveneens de eigennaam van een god
- Volgens Paulus (in Hebreeën 7,2) kan je Melchisedek verstaan als Koning van de gerechtigheid
Wat weten we verder over deze figuur? Hij komt uit Sjaleem. Hij was priester en tegelijk koning van (de stad) Sjaleem, wat door de traditie altijd is begrepen als ‘de koning van Jeruzalem’ (vandaar ook Koning van Vrede in de Hebreeënbrief).
Sjaleem of Jeruzalem was uiteraard geen stad van de Hebreeën, het was een volop Kanaänitische stad. Maar juist in die stad woont een priester van El Eljon, van de ‘Allerhoogste God’, en deze komt Abraham na zijn overwinning ‘brood en wijn’ aanbieden, gaven voor een verbondsmaaltijd. Deze verbondstekenen gaan gepaard met een ‘zegen’ (verzen 19-20). Op zijn beurt geeft Abraham aan Melchisedek ‘een tiende’ van wat hij had veroverd, en legitimeert zo het latere gebruik in Israël om ‘tienden’ af te staan aan de levieten van het volk (Numeri 18,21vv, Deuteronomium 12,6vv en 14,24vv). Tevens loopt de tekst vooruit op wat later in de geschiedenis van het volk van Abraham de plaats bij uitstek zal worden om het verbond te vieren en tienden af te dragen: Jeruzalem, de Davidstad.
De tweede tekst waar de naam van Melchisedek voorkomt, bevestigt dit verband. Het gaat om psalm 110. Ook in die psalm gaat het om strijd – nu van de Davidische koning – om de aangezegde overwinning en om een eed (parallel aan zegen) die plechtig wordt afgekondigd:
JHWH heeft gezworen, en komt op zijn eed niet terug:
‘Jij bent priester voor eeuwig,
zoals ook Melchisedek was.’ vers 4
In de koninklijke gestalte van David en zijn nakomelingen komen priester en koning samen, zoals dat ook het geval was bij Melchisedek. Dat wil niet zeggen dat de koning verantwoordelijk is voor de offercultus – Melchisedek bracht geen offer – maar wel dat hij ‘als een priester’ zegen kan doen neerdalen over het volk van het verbond.
Jezus, hogepriester zoals Melchisedek
Juist deze combinatie van koning en priester wordt in de Hebreeënbrief het fundament om over Jezus te spreken als hogepriester op de wijze van Melchisedek. Hij is geen priester zoals de nakomelingen van Aäron, maar een volstrekt unieke hogepriester die tevens koning genoemd kan worden.
De schrijver van de Hebreeënbrief ziet in Jezus deze unieke gestalte belichaamd. Hij is zoals Melchisedek ‘zonder vader of moeder, zonder stamboom, zonder oorsprong of levenseinde en hij lijkt op de Zoon van God – hij is priester voor altijd.’ (Hebreeën 7,3)
En zo is het door mysterie omgeven karakter van Melchisedek, die Abraham zegende, overgegaan op de door mysterie omgeven identiteit van Jezus, die reeds in het evangelie van Lucas ‘Zoon van de Allerhoogste’ (!) wordt genoemd (Lucas 1,32).
Hoe minder een figuur is vastgelegd, hoe meer je erin kunt leggen. In Genesis wordt hij al gebruikt als beeld voor de priesters van Israël. Hoe mysterievol deze figuur ook is, mogelijk is het verhaal over hem spontaan ontstaan om het gebruik van tienden uit te leggen.
Welk woord of begrip uit de Bijbel wil jij laten uitleggen door Jean Bastiaens? Stuur een mail naar de redactie.