Bijbel van A tot Z ~ Mensenzoon
Wat zou jij antwoorden als ik je vroeg met welke titel Jezus zoal werd aangesproken toen hij 2000 jaar geleden het Koninkrijk van God verkondigde? Misschien noem je die éne titel: Zoon van God. De kans dat je Christus zegt, is eerder klein. Veel mensen zijn vergeten dat die naam eigenlijk een titel is (en gezalfde of messias betekent). Verder werd Jezus aangesproken als rabbi (leermeester), Zoon van David of Heer.
Wat bedoelde men toch met de eigenaardige aanspreking ‘Mensenzoon’?
Het onderdeel zoon komt in verscheidene titels voor.
- Jezus is allereerst zoon van Jozef (Johannes 1,45). Dat is belangrijk, want een mens wordt altijd mee bepaald door de plaats waar zijn wieg gestaan heeft. Jezus is opgegroeid in een Joods gezin in Galilea.
- Jezus was niet alleen zoon van Jozef, maar ook van David. Dat blijkt niet alleen uit de afstammingslijst (zie Matteüs 1,1-17). Hij werd ook in verband gebracht met de aan David gedane beloften. Als de blinde Bartimeüs (in Marcus 10,47) Jezus aanroept met de woorden Zoon van David, heb medelijden met mij!, dan herinnert hij aan die beloften van de geboorte van een vorst van vrede (Jesaja 9,5).
- Zoon van God: die zoon is allereerst de koning die door een profeet wordt gezalfd om in opdracht van God een herder te zijn voor het volk (Psalm 2). Later zullen we hier meer over kunnen zeggen, als we met ons alfabet bij de z zijn aanbeland.
Mensenkind
Mensenzoon is dus ‘een zoon van een mens’, maar dat lijkt nietszeggend, want iedereen is zoon of dochter van. De vreemde verbinding komt uit het Hebreeuws (ben adam) en betekent allereerst gewoon mens of mensenkind.
Iedereen is een mensenkind en heeft de opdracht om mens te zijn of mens te worden met al zijn beperkingen én mogelijkheden.
Denk aan Psalm 8 (verzen 4-5):
Zie ik de hemel, het werk van uw vingers,
de maan en de sterren door u daar bevestigd,
wat is dan de sterveling dat u aan hem denkt,
het mensenkind (ben adam) dat u naar hem omziet?
De profeet Ezechiël wordt vaak met deze term aangesproken: Mensenkind, sta op, dan zal ik met je spreken (Ezechiël 2,1). De term mensenzoon krijgt een meer bijzondere betekenis wanneer deze wordt gebruikt in het boek Daniël, dat pas na de ballingschap tot stand is gekomen:
In mijn nachtelijke visioen zag ik dat er met de wolken van de hemel iemand kwam die eruit zag als een mens’ (bar ènosch = Aramees voor ben adam) (Daniël 7,13)
Jezus als dé Mensenzoon, helemaal 'des mensen'
Dit visioen zal Jezus later toepassen op de komst van de Mensenzoon aan het einde der tijden:
Dan zal aan de hemel het teken zichtbaar worden dat de komst van de Mensenzoon aankondigt, en alle stammen op aarde zullen zich van ontzetting op de borst slaan als ze de Mensenzoon zien komen op de wolken van de hemel, bekleed met macht en grote luister. (Matteüs 24,30)
Hier zien we dat het woord Mensenzoon (met een hoofdletter) een soort titel is geworden voor de heilsfiguur die zal komen om het Koninkrijk van God definitief te doen aanbreken. Met die Mensenzoon bedoelt Jezus zichzelf.
Jezus sprak nooit over zichzelf als ‘de Zoon van God’, en ook de term ‘messias’ zul je niet gauw uit zijn mond horen komen.
Hij gebruikte vooral de meer onbekende titel Mensenzoon wanneer hij over zichzelf sprak (bijvoorbeeld: De Mensenzoon is heer en meester over de sabbat (Marcus 2,28). Hij deed dit vooral in verband met het onontkoombare lijden dat hem te wachten stond:
We zijn nu op weg naar Jeruzalem, waar de Mensenzoon zal worden uitgeleverd aan de hogepriesters en de schriftgeleerden, die hem ter dood zullen veroordelen en hem zullen uitleveren aan de heidenen. (Marcus 10,33)
Blijkbaar vond Jezus de minst bekende titel het meest geschikt om over zichzelf, over zijn zending en over zijn toekomst te spreken. De titel ‘messias’ was bijvoorbeeld te zeer beladen met politieke associaties, net zoals de titel ‘Zoon van David’. En het zijn vooral anderen die Jezus de titel ‘Zoon van God’ geven.
Conclusie
Waarom die voorkeur voor de titel ‘Mensenzoon’?
Jezus gebruikte de term ‘Mensenzoon’ vooral in verband met zijn eigen kwetsbaarheid als mens.
Hij gebruikte hem in verband met zijn keuze om niet te heersen maar te dienen en met zijn bestemming die niet anders dan langs een kruis kon passeren.
En juist deze weg van dienen en zichzelf uitleveren is ook de weg die leidt naar de verheffing van deze ‘armzalige mens’.
Bij zijn tweede komst zal Jezus verschijnen als iemand die met macht en grote luister is bekleed. Hij die solidair was met de kleinste mens, die zelf de geringste van allen werd, zal komen als de verheerlijkte Mensenzoon. En wij zullen beseffen dat hij aan ons verwant is!
Welk woord of begrip uit de Bijbel wil jij laten uitleggen door Jean Bastiaens? Schrijf een reactie hieronder of stuur een mail naar de redactie.