Bijbel van A tot Z ~ R van rechtvaardigen
Het zijn belangrijke woorden in de Bijbel, en ze worden er vaak gehoord: recht, gerechtigheid en rechtvaardigheid. Spontaan passen wij ze toe op een samenleving, die gebaseerd is op recht en op een rechtsorde, of op iemands leven. Zo prijzen we een leidinggevende persoon omdat die altijd rechtvaardig handelt en niet aan vriendjespolitiek doet. Het gaat, kortom, om een kwaliteit van de mens.
De Bijbel legt de bron van gerechtigheid en rechtvaardigheid bij God. Hij laat zien wat werkelijke gerechtigheid is. Psalm 99 zegt het zo::
Machtige koning [zijt Gij, o God],
die het recht bemint:
u stelde rechtvaardige wetten vast.
Recht en gerechtigheid in Jakob:
ze zijn uw werk.
Die gerechtigheid van God wordt op twee manieren zichtbaar:
- in de verhalen van de Tora waarin God recht laat geschieden aan de onderdrukten, de armen en de kleinen;
- in de voorschriften van de Tora die de gerechtigheid handen en voeten geven.
Maar rechtvaardig leven volgens de Tora gaat verder dan het vervullen van voorschriften. Dat blijkt uit vele teksten. Twee voorbeeldjes uit het boek Spreuken:
Een rechtvaardige zorgt goed voor zijn vee,
een goddeloze is alleen maar wreed. (Spr 12,10)Velen willen alleen maar bezit,
maar de rechtvaardige geeft,
hij houdt niets voor zichzelf. (Spr 21,26)
Dat noemen we een spiritualiteit van Tora-gerechtigheid.
Het is leven naar de letter én naar de geest van de Tora, allebei!
Natuurlijk is er altijd de verleiding om de Tora te reduceren tot een boek van wetten en regels, vanuit de idee: Als ik ze naleef, ben ik in orde. Of erger: Als ik ze naleef, ben ik een rechtvaardige.
Nee, zegt de Tora, kijk naar Abra(ha)m: Abram vertrouwde op de eeuwige en deze rekende hem dit toe als een rechtvaardige daad. (Genesis 15,6) Met andere woorden: als onze daden, hoe rechtvaardig ze ook mogen zijn, niet gefundeerd zijn op vertrouwen in de eeuwige, zijn ze niet meer dan eigengerechtigheid, iets waarop we onszelf willen laten voorstaan. We geven graag op over onze deugdzaamheid, en laten heimelijk verstaan dat we beter zijn dan anderen.
Letter én geest bij Paulus
De apostel Paulus heeft hiermee geworsteld. Hij had zich vastgebeten in de letter van de Tora en eiste van zichzelf – en dus ook van anderen! – een volstrekt stipte naleving van de voorschriften. We herkennen onszelf daar gemakkelijk in, en we zien ook veel van dergelijke ‘Paulussen’ om ons heen! Paulus dacht dat hij hiermee de zaak van God diende, maar het tegendeel was waar.
Paulus’ vroomheid was stuitend, ja ‘onrechtvaardig’, omdat hij mensen vervolgde die anders dachten.
Op een goede dag crasht Paulus, hij loopt tegen de muur van zijn eigen geldingsdrang, en dan pas ziet hij dat hij zijn godsdienst misbruikt omwille van zijn eigen ego. Hij beseft hoe gevaarlijk het is als een mens een rechtvaardige wil maken van zichzelf, en dat niet aan God overlaat.
Nu moet hij al zijn vaste zekerheden loslaten, en leren vertrouwen dat God ons ook liefheeft als we tekort schieten, als we falen, als we de Tora misbruiken, als we in zondige daden vervallen. En Paulus ziet hoe Jezus de andere weg wijst: de weg van overgave, van trouw, van kwetsbaar zijn, van voorrang geven aan de ‘kleine gelovigen’.
Het kruis van Jezus bevrijdt Paulus van zijn drang om zijn eigen verlossing te bewerkstelligen – buiten God om.
En dat leert hij daarna aan de christenen in Rome:
Iedereen wordt uit genade, om niet, door God als een rechtvaardige aangenomen omdat hij ons door Christus Jezus heeft verlost. (Rom 3,24)
God maakt ons tot rechtvaardige
Dat is bij Paulus de betekenis van het werkwoord rechtvaardigen: niet wijzelf, maar Gód maakt van ons ‘rechtvaardigen’, niet op grond van onze daden of onze prestaties, maar ‘om niet’. En hoe doet God dat? Door het leven van Jezus Christus. Wie Jezus navolgt, zal de weg van de zelfverloochening gaan – als tegendeel van de ‘eigengerechtigheid’ – en zal door geloof in Jezus bevrijd worden van elke illusie dat men zichzelf kan redden.
En daarmee gaan wij lijken op de eerste gangmaker van het geloof, op Abraham, want van hem wordt gezegd – en we herhalen het graag – dat hij vertrouwde op de eeuwige, en deze rekende het hem toe als een rechtvaardige daad! (Genesis 15,6)
Welk woord of begrip uit de Bijbel wil jij laten uitleggen door Jean Bastiaens? Stuur een mail naar de redactie.