Ik wil ... gedoopt worden
Jan werd als baby gedoopt, zijn echtgenote Geraldine als volwassene. Ze zochten naar een groter kader om hun leven in te plaatsen. Naast de rituelen en de diepgang die ze in het christendom vonden, trok de kracht van vergeving hen sterk aan. En zo besefte Geraldine: Waarom ik het doopsel vroeg? Dat is eigenlijk een verkeerde vraag. Ik geloof, dat is wie ik ben.
Ontdek enkele getuigenissen van volwassen dopelingen of lees: Wat ik jou als doopleerling graag wil vertellen. Herken je je in deze verhalen? Lees dan zeker verder.
Hoe ga ik te werk om het doopsel aan te vragen?
De Kerk gaat op weg met jou, vertrekkend vanwaar jij staat. Wat hieronder volgt, geeft je een idee van het kader waarbinnen jij je eigen verhaal en traject als doopleerling kan weven.
- Meld je aan bij een persoon (bijvoorbeeld de pastoor van je parochie) die jou met de Kerk in contact kan brengen. Je maakt dan ook kennis met de regionale verantwoordelijke van het catechumenaat. Zo heet de initiatie in het christen worden. Contactgegevens vind je onderaan de pagina.
- Met die verantwoordelijke voor het catechumenaat heb je een of enkele gesprekken waarin je kan uitleggen wat je precies verlangt.
- De regionale verantwoordelijke zal samen met je persoonlijke begeleider een parcours uitstippelen voor de concrete invulling van je initiatie. Die duurt gewoonlijk een volledig kerkelijk jaar (dat begint bij de advent, 4 weken voor Kerstmis) en dan nog eens van de advent tot Pasen. Dan ontvang je de drie initiatiesacramenten: doopsel, vormsel en eucharistie. Daarna komt nog een periode van begeleiding en groei je verder in de kerkgemeenschap. Christen word je immers niet door het volgen van een cursus, maar door als christen te gaan leven, waarbij je God leert ontmoeten in Jezus Christus en de Kerk.
- Je peter of meter zal meestal ook meedoen aan bepaalde activiteiten onderweg.
- Het catechumenaatsprogramma is aangepast aan je persoonlijke situatie en verlangens. Misschien ben je ooit wel gedoopt, maar niet gevormd? Of misschien ligt het bij jou nog anders. Christen worden gaat over het avontuur van jouw leven. Daarom is stap 2 erg belangrijk.
Wat houdt het catechumenaat precies in?
De catechumenaatsweg begint met een feestelijke opname in het catechumenaat in de plaatselijke kerkgemeenschap. Dit gebeurt ruim een jaar voor het doopsel, meestal in de periode tussen de advent en de veertigdagentijd. Van dan af behoor je tot de Kerk, al ben je nog niet gedoopt. Het is zoals met verloofden: ze horen al bij elkaar, maar zijn nog niet getrouwd.
Na de opname volgt een tijd van initatie in het gelovige leven. Je leert de plaatselijke kerkgemeenschap beter kennen door eraan deel te nemen. Je volgt catechese en verdiept je in het geloof.
De 40-dagentijd die jouw doopsel met Pasen voorafgaat, wordt heel intens beleefd. Hij begint met de viering van de uitverkiezing en naamopgave. Alle catechumenen van het bisdom bieden zich aan voor de naamopgave en de bevestiging van hun weg naar het doopsel. Het is de bisschop die voorgaat in die eucharistie.
In de paaswake worden de catechumenen gedoopt en gevormd. Ze nemen meteen voor het eerst deel aan de eucharistie (eerste communie). De naam van de gedoopte wordt in het doopregister van de parochie ingeschreven.
Na het doopsel breekt een periode van verdere inwijding aan (ook mystagogie genoemd). Je krijgt een model aangereikt van blijvende verdieping in het geloof. Vooral de peter en meter blijven de gedoopte vergezellen, maar ook de geloofsgemeenschap is een thuis geworden.
Veelgestelde vragen
Zijn er voorwaarden om aan het catechumenaat te beginnen?
Doopkandidaten moeten minstens 14 jaar zijn om aan het catechumenaat te kunnen beginnen. (Tot 7 jaar spreken we over een kinderdoopsel, van 7 tot 14 is er een aangepast catechumenaat voor kinderen.) Wie al gedoopt werd in een andere erkende christelijke kerkgemeenschap, hoeft niet opnieuw gedoopt worden. Wie wel gedoopt, maar nog niet gevormd werd, kan zich aanmelden voor een traject vergelijkbaar met het catechumenaat.
Waarom lijkt de Kerk zo veeleisend voor het toedienen van het doopsel aan een volwassene?
Het doopsel van een baby en dat van een volwassene is niet alleen verschillend door de leeftijd. Een volwassene maakt een bewuste keuze voor het geloof. De initiatie, de langere weg naar het doopsel, is de tijd waarin je het geloof verder leert kennen en jouw verlangen om christen te worden, kan verdiepen. Een overhaast volwassenendoopsel zou zijn als een huwelijk zonder verloving.
Bij de kinderdoop is de context niet de persoonlijke keuze en de initiatie, maar de christelijke opvoeding van het kindje. Het persoonlijke geloof is voor later. De baby wordt gedoopt in vertrouwen op een christelijke opvoeding.
Waarom wordt het doopsel van volwassenen toegediend door een bisschop?
Bij de begeleiding van de volwassen doopkandidaten is niet alleen de plaatselijke, maar ook de brede geloofsgemeenschap van het bisdom betrokken. Als hoofd daarvan is de bisschop direct verantwoordelijk voor het catechumenaat.
Is het catechumenaat een moderne uitvinding?
In de eerste eeuwen van de kerkgeschiedenis waren het bijna uitsluitend volwassenen die hun verlangen kenbaar maakten om christen te worden. Als er al kinderen gedoopt werden, gebeurde dat bij de doop van een hele familie. Dankzij oude geschriften (zoals van Hippolytus van Rome) weten we dat het catechumenaat rond het einde van de 2de eeuw tot 3 jaar kon duren.
Toen het christendom staatsgodsdienst werd, kwijnde het catechumenaat weg. Christen zijn werd een burgerplicht. Het kinderdoopsel werd de gangbare praktijk. In plaats van de stapsgewijze initiatie in de onbekende en nieuwe wereld van het geloof kwam het model van de socialisatie. De hele samenleving was christelijk. De kinderen werden automatisch christen onder invloed van het milieu dat hen omgaf. Die situatie is volop aan het keren. Het Tweede Vaticaans Concilie (1962-65) herstelde daarom het catechumenaat van de eerste eeuwen.
Waarom gebeurt het volwassenendoopsel in de paaswake?
In het centrum van heel het proces van catechese en ingroei in de christelijke levensstijl staat het paasmysterie. Gods liefde komt ten volle tot uiting in de kruisdood en verrijzenis van Christus. Het doopsel staat voor diezelfde overgang: sterven aan de oude mens en nieuw worden in Christus. In het vormsel wordt dit bezegeld. En de eucharistie is de dankbare gedachtenis van het mysterie van dood en verrijzenis.
Hoe intensief is de voorbereiding op het doopsel?
Het catechumenaat duurt 13 tot 18 maanden. Er zijn 4 periodes met wisselende intensiviteit.
Precatechumenaat: deze fase bestaat uit enkele bijeenkomsten. Naast de motivatie komt de kern van het geloof, het zogenaamde kerygma, ter sprake: wat verandert het aan mijn levensweg als ik geloof in de God van Jezus Christus? De overgang van dit precatechumenaat naar het eigenlijke catechumenaat wordt bezegeld in een eerste belangrijke liturgische viering, de opneming in het catechumenaat. Deze viering vindt plaats in de geloofsgemeenschap waarin je als doopleerling zal worden opgenomen. Je wordt gezegend met het kruisteken en ontvangt een Bijbel.
Inwijding in het gelovige leven: dit is het meest omvangrijke deel van het catechumaat. Je wordt ingewijd in het leven als christen, in de Schrift, het gebed, de geloofsgemeenschap. Je woont de eucharistie bij, maar gaat nog niet ter communie. Bij de aanvang van de veertigdagentijd eindigt dit deel van de voorbereiding. De overgang naar de directe voorbereiding op het doopsel wordt bezegeld in de viering van de uitverkiezing en de definitieve naamopgave.
Directe voorbereiding: de directe voorbereiding gebeurt tijdens de 40-dagentijd vlak voor de paaswake waarin het doopsel plaatsvindt. Het is een intense periode met symboolrijke vieringen. In de paaswake vindt de derde en beslissende liturgische stap plaats, de toediening van de drie initiatiesacramenten.
Verdere inwijding of mystagogie: De wekelijkse viering van de eucharistie is een blijvende bron van christelijke initiatie. Daar is het dat je als christen je geloof blijvend kan voeden en nieuwe kracht vindt. Alle christenen blijven dus eigenlijk leerlingen in het geloof.
Verloopt het catechumenaat voor iedere doopkandidaat op dezelfde manier?
Uiteraard is er veel kans tot maatwerk, afhankelijk van de persoonlijkheid en de concrete situatie van de catechumeen, de begeleiders en de gemeenschap. Maar het algemene kader blijft gelijk. Het is gegroeid door de eeuwen heen en bewijst in grote delen van de wereld, ook in West-Europa, al vele jaren zijn deugdelijkheid.
Meer weten
Contactgegevens per bisdom
- Bisdom Antwerpen •bisschoppelijk gedelegeerde Bart Paepen, Schoenmarkt 2, 2000 Antwerpen, T 03 202 84 30 en stafmedewerker catechese en coördinator diocesane werkgroep catechumenaat Bart Willemen, TPC, Groenenborgerlaan 149, 2020 Antwerpen, M 0479 51 98 21
- Bisdom Brugge • bisschoppelijk gedelegeerde Nathalie Verstraete, Heilige Geeststraat 4, 8000 Brugge, E nathalie.verstraete@bisdombrugge.be, T 050 33 59 05
- Bisdom Gent • bisschoppelijk gedelegeerde Geert De Cubber, Nederpolder 24, 9000 Gent, E geert.decubber@bisdomgent.be, T 09 235 78 60.
- Bisdom Hasselt • bisschoppelijk gedelegeerde Liesbeth Corvers, Tulpinstraat 75, 3500 Hasselt, T 011 24 90 13
- Aartsbisdom Mechelen-Brussel, vicariaat Vlaams-Brabant • verantwoordelijke An Mollemans, Fred. De Merodestraat 18, 2800 Mechelen, M 0478 54 72 84
- Aartsbisdom Mechelen-Brussel, vicariaat Brussel-Nederlands • Verantwoordelijke voor het catechumenaat Tijmen Schouws, E tijmen.schouws@vicabru.be