Nooit meer groenafval ~ de complete kringloopgids voor je tuin
Vlaanderen bestaat voor negen procent uit tuinen. Drie keer zoveel als alle natuurgebieden samen. In onze tuin kunnen wij een tastbaar verschil maken voor de planeet. Trouwens, wist je dat tuinieren ook goed is voor je ziel? Natuurbeleving en religie hebben millennialang veel kruisbestuivingen gekend. Laat je inspireren door onze tuinreeks. Heb je tuinvragen of tips voor onderwerpen? Stuur ze naar onze tuinredacteur.
In juni is het vaak aanschuiven in het containerpark. De natuur is in volle productie en al dat snoeisel en maaisel moet toch ergens naar toe.
Met wat slimme ingrepen kan je er in enkele jaren voor zorgen dat je nooit meer naar het containerpark hoeft te rijden met je groenafval. Het geheim? Sluit de kringloop!
Het principe is eenvoudig: zorg ervoor dat je tuin werkt als een natuurlijke kringloop zonder dat jij meststoffen moet aanslepen of groenafval moet afvoeren. Hoe minder energie jij steekt in verplaatsen van materiaal, hoe beter.
Het is goedkoper, spaart het klimaat en verbetert de bodem in je tuin. Vaak is jouw enige investering dat je wat kennis en ervaring moet opdoen over hoe het werkt. Aan de slag!
Tip 1 - Groenafval voorkomen… of net creëren!
Veel van het ongewenste groenafval kan je voorkomen door de juiste plantenkeuze en keuze van groenvormen in je tuin. De aanleg of heraanleg van je tuin zijn dus momenten bij uitstek om na te denken over wat je met het groenafval zal doen. Misschien wil je zelfs je bestaande tuin gaandeweg herinrichten om de kringloop te sluiten.
75% van de totale groenresten van onze tuinen bestaat uit grasmaaisel. (Bron VLACO)
Natuurlijk wil iedereen wel een stukje gazon. Tegelijk is gazon de grootste afvalproducent in onze tuinen. Hoe minder gazon, hoe minder afval. Als je weet dat gras in grote hoeveelheden bovendien lastig te verwerken is in je tuin, dan wil je misschien overwegen om een deel van je gazon herin te richten als:
- vaste-plantenborder,
- bloemenweide,
- bosrand met struiken of lage bomen,
- natuurlijke vijver,
- …
Een andere beruchte afvalproducent in veel tuinen is de laurierkers of paplaurier (Prunus laurocerasus). Omdat hij zo snel groeit en groen blijft in de winter wordt hij in veel Vlaamse tuintjes aangeplant als afscheiding. Maar snelle groeier betekent 2 keer per jaar snoeien en een ENORME massa snoeiafval. Bovendien breken de grote leerachtige bladeren traag af en zijn ze moeilijker te verwerken in je tuin. Minder geschikt dus in de kringloop.
Omgekeerd zal de slimme kringlooptuinier bepaalde planten net willen aanplanten omdat ze uitstekende biomassa opleveren om kringlopen te sluiten. Zoals hagen van haagbeuk, beuk, meidoorn, veldesdoorn, liguster, iep, hazelaar, wilde kardinaalsmuts, rode kornoelje, sporkehout… (Bron Natuurpunt) De meeste Vlaamse tuinen leveren namelijk te weinig houtig materiaal op om goed te kunnen composteren (zie verder).
Tip 2 - Mulchen en mulchmaaien
De beste manier om groenafval te verwerken in je tuin, is het gewoon te laten liggen waar je het afgesneden hebt. Bijvoorbeeld onder de vaste planten in de border en onder struiken en bomen. Chop and drop! Snijden en laten liggen. Zo simpel kan het zijn. Hoe minder materiaal je moet verplaatsen, hoe beter voor je rug, voor het klimaat en voor de bodem.
De bodem bedekken met organisch materiaal heet met een Engelse tuinterm mulchen (spreek uit als multsjen). Behalve de besparing in arbeid en CO2-uitstoot, heeft het veel voordelen voor je tuin:
- Beschermt tegen uitdroging omdat zon en droge wind niet meer rechtstreeks aan de bodem kunnen.
- Verbetert de waterhuishouding van moeilijke gronden. Op te droge zandgronden verhoogt organisch materiaal de capaciteit van de bodem om water vast te houden. Op te natte kleigronden verhoogt organisch materiaal de doorlaatbaarheid voor water. Altijd winst!
- Beschermt tegen afstromen van regenwater, erosie en dichtslibben van de bodem omdat de impact van regendruppels vertraagd wordt.
- Voedt het bodemleven en vervolgens ook je plantjes.
- Tempert temperatuurverschillen tussen dag en nacht, winter en zomer. In de winter wordt mulch daarom ook gebruikt als bescherming tegen vorst.
- Voorkomt onkruid omdat onkruidzaden minder kans krijgen om te kiemen.
Heb je eenmaal een mooi toplaagje verzameld, dan kan je zelfs lastige wortelonkruiden uittrekken en ter plaatse bovenop de mulchlaag laten liggen. Ze zullen er uitdrogen, afbreken en onderdeel worden van de mulch.
Ook grasmaaisel kan je in een dun laagje van maximaal 2 cm strooien in de border. Niet dikker, want dan wordt het door anaërobe afbraak (d.w.z. zonder zuurstof) een hete, stinkende brij die schadelijk is voor je planten.
Hou je je gazon graag kort, dan kan je kiezen voor mulchmaaien: het maaisel blijft ter plekke liggen in dunne snippers tussen de grassprietjes. Daar breekt het langzaam af en verbetert het de bodem. Robotmaaiers hebben geen opvangbak en zijn dus per definitie mulchmaaiers.
Tip 3 - Snoeiafval verwerken
De meeste Vlaamse tuinen hebben te weinig snoeiafval in plaats van te veel.
Snoeiafval met takken en bladeren is goud waard in de kringlooptuin. Zonde om het af te voeren naar het containerpark. Hier een aantal manieren om het in je tuin te verwerken.
- Enkele takken kan je gewoon laten liggen. Dood hout is een zegen voor de biodiversiteit in je tuin. Ontdek waarom.
- Grotere hoeveelheden dunne takjes met blad kan je klein maken met de grasmaaier en gebruiken als mulch in de border of als een laag bruin materiaal in het compostvat. Zie verder.
- Met buigzame, lange, rechte twijgen (linde, wilg, hazelaar, es, populier, tamme kastanje…) kan je in no time aantrekkelijk vlechtwerk maken om borders of paadjes af te boorden. Bekijk voorbeelden. Misschien wil je zelfs één van die soorten aanplanten om elk jaar twijgen te oogsten.
- Lange takken kan je gebruiken als steun voor klimplanten of andere vaste planten die de neiging hebben om om te vallen.
- Dikke takken kan je gewoon neerleggen als afboording van een moestuinbed, border of paadje.
- Een takkenwal biedt een natuurlijke afsluiting en veel voordelen voor insecten en grotere dieren, zoals vogels en egels. Bekijk voorbeelden.
- Je kan takken ook verhakselen met een verhakselaar en gebruiken als mulch, als bedekking van een natuurlijk tuinpad of als bruin materiaal in het compostvat.
Tip 4 - Composteren
Composteren is een natuurlijk proces waarbij micro-organismen (bacteriën, schimmels…) en grotere organismen (pissebedden, compostwormen…) organisch materiaal afbreken en omzetten in een vruchtbare bodemverbeteraar voor je tuin: compost.
Compost is zo waardevol dat het wel eens het zwarte goud wordt genoemd.
Om te beginnen met composteren, kies je eerst het systeem dat je zal gebruiken.
- Compostvat: neemt weinig plaats in en is dus ideaal voor kleine tot gemiddelde tuinen (tot 400 m2). Je hebt ook een beluchtingsstok nodig waarmee je luchtkanalen prikt in de inhoud van het vat. Vat en stok kan je vaak voordelig aankopen via de gemeente of het plaatselijke containerpark. Anders kan je terecht in het tuincentrum of een onlinewinkel.
- Compostbakken: voor een grotere tuin (meer dan 400 m2) kan je het beste twee of drie compostbakken naast elkaar plaatsen. Regelmatig schep je de inhoud van de ene bak om in de andere. Dat brengt lucht aan in het materiaal waardoor het composteringsproces sneller verloopt. Je kan de bakken zelf maken van paletten of je kan een systeem aankopen. Vaak kan dat voordelig via de gemeente of het containerpark. Een gratis alternatief is de composthoop. Hou rekening met voldoende ruimte om de hoop om te scheppen. Je hebt dus wel wat plaats nodig.
- Wormenhotel: heb je geen tuin, maar wel kamerplanten of een terras met plantenbakken, dan kan je toch thuis composteren. Een wormenhotel of wormenbak bestaat uit drie (soms vier) emmers of bakken die in elkaar passen. De onderste heeft geen gaten, de andere wel. De dunne, rode compostworm (Eisenia fetida) breekt daarin je keukenresten af tot enerzijds compost en anderzijds een vloeistof (percolaat) die verdund een prima meststof is voor je planten. Je kan een wormenhotel kopen, maar ook zelf maken, bijvoorbeeld met plastic opbergdozen of plastic emmers die je soms gratis kan krijgen bij je plaatselijke frituur. Volg het filmpje (Klokhuis) of lees de brochure (VLACO, pdf).
Voor een goede compostering, moet je één principe onthouden: je hebt een evenwicht en afwisseling nodig tussen groene en bruine materialen.
- Groen materiaal is vochtig, zacht en snel afbreekbaar, zoals grasmaaisel en keukenresten. Ja, ook rode tomaten horen bij het groene materiaal. ;-)
- Bruin materiaal is droger, stugger en breekt minder snel af, zoals takjes, hakselhout, stengels van vaste planten, herfstbladeren, stro… Ze zorgen voor structuur en lucht in het mengsel.
Lucht is essentieel voor het composteringproces.
Stapel je alleen maar gras en keukenresten op elkaar (groen materiaal) dan krijg je een natte pap waar alle lucht uit verdwijnt. Anaërobe rottingsprocessen (d.w.z. zonder zuurstof) nemen het over van het composteringsproces. Dat ruik je direct: het gaat stinken naar uitwerpselen of braaksel. Jakkes. Het materiaal wordt wel afgebroken, maar het eindproduct is schadelijk voor je planten. Goede compost stinkt niet, maar ruikt naar vochtige bosgrond.
Nogal wat Vlaamse tuinen produceren te veel groen materiaal en te weinig bruin materiaal om goed te composteren.
- Op lange termijn kan je in dat geval toewerken naar iets minder gazon en wat meer hagen, struiken en bomen. Dat verhoogt ook de biodiversiteit en zorgt voor meer schaduw waar planten en mensen zo naar snakken in de zomer.
- Op korte termijn kan je het bruine materiaal dat je al hebt, zorgvuldig bewaren bij je composteerplek, bv. in een grote afvalemmer. Ja, behandel het maar als een kostbaar goedje. ;-) Je gebruikt het dan om af te wisselen met grasmaaisel of keukenresten. Desnoods kan je bruin materiaal aanvoeren, bv. van je buren die snoeiafval of herfstbladeren te veel hebben. Meestal willen ze er maar wat graag vanaf.
Tip 5 - Gier maken
Met deze laatste tip kan je kleine hoeveelheden ongewenst groen of grasmaaisel omzetten in een vloeibare meststof voor je planten. Hoe cool is dat! Voor grote hoeveelheden tuinafval is het niet zo geschikt, maar zo’n kort kringloopje is te mooi om niet te vermelden.
Wat je nodig hebt is een plastic emmer met deksel. Vaak kan je die gratis krijgen bij je plaatselijke frituur. Een metalen emmer is niet geschikt. Op het einde heb je ook een vergiet of tuinzeef nodig.
Zo ga je te werk.
- Verzamel een volle emmer ongewenst groen in je tuin. Ongeveer 1 kg. Brandnetels, smeerwortel, gras en heermoes zijn goed geschikt.
- Vul de emmer aan met water, bij voorkeur regenwater. Deksel erop en zet de emmer op een zonnig plekje zo ver mogelijk van je huis. ;-)
- Laat enkele weken staan. Het mengsel zal gaan schuimen en behoorlijk stinken, alsof je achter de beerkar loopt. Daarom dus dat plekje ver van je huis. ;-) Na 2 tot 4 weken is het proces uitgewerkt, het schuim verdwenen en het mengsel klaar voor gebruik.
- Giet door een vergiet, tuinzeef of neteldoek. De harde delen en prut mogen in het compostvat.
- Verdun de vloeistof 1 op 10 of zelfs 1 op 20. Plantenwortels kunnen verbranden als ze een te hoge concentratie meststof ineens krijgen. Gebruik dus de eerste keer een halve liter stinkende smurrie per gieter van 10 liter water.
- Geef een goede scheut aan de voet van planten die graag extra meststof krijgen, zoals prei, tomaten, kool, selder, komkommer, eenjarige perkbloemen, balkonplanten, sommige vaste planten (zoals salvia’s en rozen), bessenstruiken en vruchtbomen. Giet bij voorkeur op een bewolkte dag als de grond vochtig is, om verbranding van de wortels te voorkomen.
Gier bevat veel stikstof (N) en gier van smeerwortel ook veel kalium (K).
Smeerwortel (Symphytum officinale) is zo’n rijke bron van kalium, dat sommige tuiniers hem aanplanten om hem te gebruiken als mulch of in gier. Met zijn wortels van wel 2 meter haalt hij diep in de bodem mineralen op. De paarse bloemen worden druk bezocht door bijen en hommels. Het is een sterke groeier die massa’s blad produceert en twee tot drie keer per jaar geoogst kan worden door hem volledig af te snijden.
Het mooie plaatje komt met een keerzijde: smeerwortel is een notoire woekeraar die je na aanplanten nooit meer weg krijgt. Als je niet regelmatig het blad gebruikt – chop and drop! – dan verdringt hij gegarandeerd andere planten in je tuin.
De russische smeerwortel (Symphytum uplandicum) heeft als voordeel dat hij zich niet uitzaait. Die kan je zelf vermeerderen door de wortels te delen. Verder is hij even onverwoestbaar als zijn inheemse broertje. Als je hem probeert uit te graven, dan wordt elk stukje wortel – tot 2 m diep! – een nieuwe plant. Moet je er daarom bang voor zijn? Ik heb de inheemse smeerwortel aangeplant in m’n tuin en vind hem een godsgeschenk. ‘t Is maar hoe je ernaar kijkt.
Meer weten
- Kringlooptuinieren - Vlaco
- Takkenwallen of houtrillen, een boost voor de biodiversiteit - Onze Natuur
- Zelf brandnetelgier maken - Landleven
- Gids voor een tuin vol leven - Natuurpunt (pdf)
- Thuiscomposteren - Vlaco
- Thuiscomposteren in de wormenbak - VLACO (pdf)
- Biodiversiteit verhogen? Dood hout! - Iris' Garden Ecology